ECLI:NL:RBZWB:2024:4076

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
16 april 2024
Publicatiedatum
14 juni 2024
Zaaknummer
RK 24-002087
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslag op auto en eigendomsrecht in het kader van klaagschrift 552a Sv

Op 16 april 2024 heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant in Middelburg een klaagschrift behandeld dat was ingediend door klaagster, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. J.H.E.M. Kersemaekers. Het klaagschrift was gericht tegen het beslag dat was gelegd op een auto, die volgens klaagster haar eigendom is. De auto was in beslag genomen van beslagene, de stiefvader van klaagster, die de auto op zijn naam had staan. Klaagster stelde dat de auto een schenking van haar grootouders was en dat zij de verzekering betaalt. De officier van justitie, mr. R.S. Jacobs, betoogde echter dat het beslag gehandhaafd moest blijven, omdat er twijfels bestonden over de eigendom van de auto. De rechtbank oordeelde dat het onderzoek in raadkamer summier van aard is en dat het niet aan de rechter is om in te gaan op de mogelijke uitkomst van een hoofdzaak. De rechtbank concludeerde dat klaagster niet buiten redelijke twijfel als eigenaar van de auto kon worden aangemerkt, vooral omdat de schenkingsovereenkomst valselijk leek te zijn opgemaakt. Daarom werd het klaagschrift ongegrond verklaard op 30 april 2024.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Strafrecht
Zittingsplaats Middelburg
parketnummer : 02-261276-23
raadkamernummer : 24-002087
beslissing van de enkelvoudige raadkamer op het beklag op grond van artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van:
[klaagster] ,
geboren op [geboortedag 1] 1994,
woonplaats kiezend op het kantoor van mr. J.H.E.M. Kersemaekers advocaat te Breda, (Postbus 4650, 4803 ER Breda),
hierna te noemen: de klaagster
Beslagene is:
[beslagene] ,
geboren op [geboortedag 2] 1966 te [geboorteplaats] ,

1.De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit de volgende stukken:
  • de kennisgeving van inbeslagname op grond van artikel 94 van het Wetboek van Strafvordering (hierna te noemen: Sv), waaruit blijkt dat op 12 december 2023 onder beslagene in beslag is genomen: een auto Mini Cooper, [kenteken] ;
  • het klaagschrift ingevolge artikel 552a Sv, ingediend op 23 januari 2024 ter griffie van deze rechtbank;
  • het verweerschrift van het Openbaar Ministerie;
  • de overige stukken uit het bijbehorende raadkamerdossier met voornoemd raadkamernummer.
Het klaagschrift is behandeld in raadkamer op 16 april 2024. Gehoord zijn de officier van justitie, mr. R.S. Jacobs, klaagster, beslagene en hun raadsman mr. J.H.E.M. Kersemaekers.
Het klaagschrift strekt tot opheffing van het gelegde beslag met last tot teruggave van de auto aan klaagster.
Tijdens de behandeling in raadkamer is namens klaagster aangevoerd dat haar auto onder beslagene in beslag is genomen. Beslagene is de stiefvader van klaagster. De auto staat op naam van beslagene, maar hij is niet de eigenaar. De auto is een schenking van de grootouders van klaagster geweest. Klaagster betaalt de verzekering. Het voertuig is op eerste verzoek teruggegeven aan klaagster. Echter, vanwege enkele onvolkomenheden in de schenkingsovereenkomst is de auto op 19 januari 2024 opnieuw in beslag genomen. Klaagster stelt zich op het standpunt dat de auto haar eigendom is en zij heeft de auto nodig om naar haar werk te gaan. Klaagster verzoek het klaagschrift gegrond te verklaren en de auto aan haar terug te geven.
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat het beslag gehandhaafd moet blijven.
Gelet op het onderzoek door de politie is nog niet buiten redelijke twijfel vast te stellen dat klaagster de eigenaar is. De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat het klaagschrift ongegrond moet worden verklaard.

2.De beoordeling

De raadkamer van de rechtbank is bevoegd tot afdoening van het klaagschrift.
Het klaagschrift is tijdig ingediend en klaagster is ontvankelijk in het klaagschrift.
De rechtbank overweegt als volgt.
Het beslag op de auto is gelegd op grond van artikel 94 Sv. Inmiddels is er conservatoir beslag op de auto gelegd op grond van artikel 94a Sv.
De rechtbank stelt voorop dat het onderzoek in raadkamer naar aanleiding van een klaagschrift als bedoeld in artikel 552a Sv een summier karakter draagt. Dat betekent dat van de rechter niet kan worden gevergd ten gronde in de mogelijke uitkomst van een nog te voeren hoofdzaak of ontnemingszaak te treden.
Onder beslagene is op 12 december 2023 een auto in beslag genomen. De auto staat op naam van beslagene.
Klaagster stelt eigenaar/rechthebbende van de auto te zijn en vraagt om teruggave. Het strafrechtelijk onderzoek is niet tegen haar gericht en zij is niet de beslagene. Beoordeeld moet worden of zich het geval voordoet dat buiten redelijke twijfel is dat de klaagster als eigenaar/rechthebbende van de auto moet worden aangemerkt en zo ja, of zich de situatie als bedoeld in artikel 94a, vierde of vijfde lid, Sv voordoet.
Klaagster stelt dat zij de auto van haar grootouders heeft gekregen. Klaagster heeft stukken overlegd om dit te onderbouwen. Echter, uit het proces-verbaal van bevindingen van de politie d.d. 12 januari 2024, pagina 473 van het procesdossier, komt naar voren dat uit onderzoek is gebleken dat de schenkingsovereenkomst valselijk opgemaakt lijkt te zijn. Nu de auto op naam van de beslagene staat en uit het dossier naar voren komt dat het kentekenbewijs in de portemonnee van de vrouw van beslagene is aangetroffen, is de
de rechtbank van oordeel dat de klaagster (vooralsnog) niet buiten redelijke twijfel als eigenaar kan worden aangemerkt, zodat het beklag ongegrond moet worden verklaard.

3.De beslissing

De rechtbank verklaart het klaagschrift ongegrond.
Deze beslissing is op 30 april 2024 gegeven door mr. R.J.H. Goossens , rechter, in tegenwoordigheid van I.L. Bruijnooge, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 30 april 2024.
De griffier is niet in de gelegenheid deze beslissing mede te ondertekenen.
INFORMATIE RECHTSMIDDEL
Tegen deze beslissing kan door het Openbaar Ministerie binnen veertien dagen na dagtekening van deze beslissing en door de klager binnen veertien dagen na de betekening van deze beslissing
beroep in cassatieworden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden te 's-Gravenhage (artikel 552d lid 2 Wetboek van Strafvordering