Uitspraak
1.Het procesverloop
2.De feiten
1. [minderjarige 1] , geboren te [geboorteplaats 1] ( [land] ) op [geboortedag 1]
2007,
belang, bepaald dat de minderjarigen aan de man worden toevertrouwd en dat [minderjarige 3] opvolgend de ene week bij de vrouw en de andere week bij de man verblijft. Ook heeft de rechtbank een raadsonderzoek gelast;
toezicht van de GI gesteld van 17 maart 2023 tot 17 juni 2023. De
ondertoezichtstelling is daarna steeds verlengd, laatstelijk bij beschikking van 7
maart 2024, waarbij de ondertoezichtstelling is verlengd tot 17 maart 2025.
3.De verzoeken
de rechtbank begrijpt: voorwaardelijk] vast te stellen dat de zorg voor [minderjarige 3] tijdens Kerstmis en Oud en Nieuw in de jaren 2024, 2025 en 2026 wordt verdeeld zoals vermeld in zijn zelfstandig verzoek.
4.De beoordeling
5.De beslissing
- de man brengt [minderjarige 3] op 1 juli 2024 om 10.00 u bij haar oma (mz), waarna [minderjarige 3] tot 1 augustus 2024 10.00 uur bij de vrouw verblijft;
- de man haalt [minderjarige 3] op 1 augustus 2024 om 10.00 uur op bij haar oma (mz), waarna [minderjarige 3] tot 1 september 2024 10.00 uur bij de man verblijft;
- de man zorgt ervoor dat [minderjarige 3] op 1 september 2024 om 10.00 uur bij haar oma (mz) is;
1 augustus 2024aan de man te overhandigen, zulks onder last van een dwangsom ten bedrage van € 500,= per dag dat de vrouw in gebreke blijft hieraan te voldoen, met een maximum van in totaal € 10.000,=;
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.