Uitspraak
RECHTBANK Zeeland-West-Brabant
1.De zaak in het kort
2.De procedure
- het tussenvonnis van 1 november 2023 en de daarin genoemde processtukken;
- de mondelinge behandeling van 22 april 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt,
- de spreekaantekeningen van mr. Bults, die hij tijdens de mondelinge behandeling heeft voorgelezen.
3.De feiten
35m Willem de Vries Lentsch design aluminium casco met hull [nummer]’ gekocht en geleverd gekregen. In de eerste overeenkomst is een commissiebedrag van € 10.000,00 opgenomen. In de tweede overeenkomst is bepaald dat [gedaagde] naast de commissie van € 10.000,00 een commissie van € 30.000,00 zal voldoen aan [naam] . In beide overeenkomsten is bepaald dat het totaalbedrag mogelijk in gedeeltes maar uiterlijk 15 november 2019 in zijn geheel zal zijn overgemaakt naar de bankrekening van [naam] .
€ 25.000,00 ter zake commissie heeft overgenomen. [eiser] vordert betaling van de vordering.
5.De beoordeling
€ 15.000,00 zijn gedaan. Nu de eerste commissieovereenkomst een betalingsverplichting van € 10.000,00 inhield, moet dus in elk geval aangenomen worden dat ten aanzien van de tweede commissieovereenkomst [gedaagde] € 5.000,00 betaald heeft. Dit is strijdig met zijn standpunt dat de tweede commissieovereenkomst enkel is opgesteld om te kunnen tonen aan de huisbaas van [naam] .
- dagvaarding € 129,14
- griffierecht € 1.301,00
- salaris advocaat € 1.572,00 (2 punten x tarief III € 786,00)
- nakosten