ECLI:NL:RBZWB:2024:4183

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
3 juni 2024
Publicatiedatum
18 juni 2024
Zaaknummer
C/02/422590 / FA RK 24/2317
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • M. Weerkamp
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging voor betrokkene in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 3 juni 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een zorgmachtiging voor betrokkene, geboren op [geboortedag] 1982. De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging voor de duur van zes maanden, waarbij verschillende vormen van verplichte zorg werden voorgesteld, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. Tijdens de mondelinge behandeling op dezelfde dag waren betrokkene, zijn advocaat, een sociaal psychiatrisch verpleegkundige en de ouders van betrokkene aanwezig. Betrokkene gaf aan dat hij sinds april 2024 vrijwillig medicatie inneemt en dat hij hier veel baat bij heeft. Hij vond de zorgmachtiging benauwend, vooral vanwege een eerdere gedwongen opname, maar zijn advocaat verzocht om afwijzing van het verzoek, stellende dat er op dat moment geen ernstig nadeel meer was.

De sociaal psychiatrisch verpleegkundige bevestigde dat betrokkene momenteel stabiel is, maar waarschuwde voor de risico's van een terugval, vooral met de aanstaande geboorte van zijn kind. De rechtbank concludeerde dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis die ernstig nadeel kan veroorzaken en dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. De rechtbank verleende de zorgmachtiging voor de duur van drie maanden, in plaats van de gevraagde zes maanden, en bepaalde dat de voorgestelde vormen van verplichte zorg noodzakelijk zijn om het ernstig nadeel af te wenden. De beschikking werd mondeling gegeven door mr. Weerkamp en is op 17 juni 2024 schriftelijk uitgewerkt.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/422590 / FA RK 24/2317
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 3 juni 2024van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1982 te [geboorteplaats],
wonende te [woonadres],
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. J.E.S. de Rechter te Hulst.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift van 21 mei 2024, ingekomen ter griffie op 21 mei 2024.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- verklaring niet voorkomen in het curatele- en bewindregister;
- een afschrift van de justitiële documentatie;
- de medische verklaring van 1 mei 2024;
- een zorgkaart van 8 mei 2024;
- een zorgplan van 10 mei 2024;
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 17 mei 2024;
- een informatierapport Wvggz van 15 april 2024 en 17 mei 2024.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 3 juni 2024, op het hierboven genoemde adres.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
- mw. [naam], sociaal psychiatrisch verpleegkundige;
- de ouders van betrokkene.
1.4
De officier van justitie is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Verzoek

2.1
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging te verlenen ten behoeve van betrokkene, voor de duur van zes maanden en voor de navolgende vormen van verplichte zorg:
- toedienen van medicatie;
- verrichten van medische controles;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.

3.Standpunten

3.1
Betrokkene heeft tijdens de mondelinge behandeling aangegeven dat hij sinds april 2024 vrijwillig medicatie inneemt en dat hij hier veel baat bij heeft. Het opgefokte gevoel is verdwenen en de medicatie zorgt voor rust in zijn hoofd. Dit is belangrijk omdat betrokkene binnenkort vader wordt. Betrokkene heeft goed contact met de moeder van zijn kind die in Duitsland woont. Verder geeft betrokkene aan dat hij veel steun heeft ontvangen van zijn familie en dat hij een goede klik heeft met het IHT-team. Betrokkene geeft aan dat hij een zorgmachtiging erg benauwend vindt. Dit omdat betrokkene een trauma heeft opgelopen van een eerdere gedwongen opname. Betrokkene is momenteel stabiel en medicatietrouw. Om die reden is hij van mening dat de hulpverlening kan worden voortgezet in het vrijwillig kader.
3.2
Namens betrokkene verzoekt de advocaat om het verzoek af te wijzen nu er op dit moment geen sprake meer is van ernstig nadeel. Betrokkene is meewerkend. Zo is betrokkene vrijwillig opgenomen geweest en staat hij hulpverlening in de thuissituatie (IHT) toe. Hulpverlening is aldus mogelijk in het vrijwillig kader. Subsidiair verzoekt de advocaat om de zorgmachtiging in duur te beperken.
3.3
De sociaal psychiatrisch verpleegkundige licht toe dat betrokkene eerder dit jaar vrijwillig is opgenomen en dat het momenteel vele malen beter gaat met betrokkene. Hij is ingesteld op medicatie, wat voldoende effect heeft. Wanneer betrokkene echter decompenseert, en dat kan heel snel het geval zijn bij bijvoorbeeld slaaptekort - is betrokkene uitdagend in contact en houdt hij alle zorg af. De sociaal psychiatrisch verpleegkundige is van mening dat een zorgmachtiging noodzakelijk is als ‘stok achter de deur’ en om sneller te kunnen ingrijpen wanneer betrokkene een terugval krijgt. Dit is met name van belang omdat betrokkene binnenkort vader wordt, wat zal leiden tot minder slaap en dus een grotere kans op ontregeling. Ten aanzien van de duur van de zorgmachtiging is de sociaal psychiatrisch verpleegkundige het met de advocaat eens dat deze kan worden beperkt in duur. Een zorgmachtiging voor de duur van drie maanden is volgens de sociaal psychiatrisch verpleegkundige voldoende.
3.4
De ouders van betrokkene merken op dat de afgelopen periode een rollercoaster is geweest. Zij vinden het fijn om te zien dat het momenteel vele malen beter gaat met betrokkene.

4.Beoordeling

4.1
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen, bipolaire-stemmingsstoornissen, disruptieve, impulsbeheersings- en andere gedragsstoornissen, middelgerelateerde en verslavingsstoornissen en andere problemen die een reden voor zorg kunnen zijn. Zoals blijkt uit de medische verklaring van 1 mei 2024 is betrokkene gekend met een bipolaire I stoornis, waarbij er sprake is van een langdurend manisch psychotisch toestandsbeeld. Dit is door of namens betrokkene niet betwist.
4.2
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, ernstige financiële schade, ernstige verwaarlozing, maatschappelijke teloorgang, bedreiging van de veiligheid van betrokkene al dan niet doordat hij onder invloed van een ander raakt en de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept. Gebleken is dat het risico, dat betrokkene psychische ontregelt wanneer hij middelen gebruikt, aanzienlijk is. Tijdens eerdere manische periodes veroorzaakte betrokkene geluidsoverlast en conflicten met anderen, met name met zijn buurman. Ook werd de woning van betrokkene bezocht door drugsdealers die hem probeerden over te halen tot het kweken van wiet. Verder is betrokkene in de financiële problemen gekomen door het impulsief uitgeven van zijn geld.
4.3
Het verlenen van verplichte zorg is gericht op het afwenden van ernstig nadeel en het dusdanig herstellen van de geestelijke gezondheid van betrokkene dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint.
4.4
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Betrokkene werkt momenteel weliswaar mee aan zijn behandeling (en neemt zijn medicatie in) maar deze positieve ontwikkeling is nog zeer pril. De komende maanden zullen uitwijzen of de medewerking van betrokkene voldoende duurzaam is. Het verplicht kader dient momenteel als ‘stok achter de deur’, nu zich een belangrijke, stressvolle gebeurtenis in het leven van betrokkene zal voordoen. Betrokkene wordt namelijk vader, wat een risico op ontregeling met zich mee kan brengen.
4.5
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vorm van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- toedienen van medicatie;
- verrichten van medische controles;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
4.6
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.7
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.8
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal – anders dan verzocht – worden verleend voor de duur van
drie maanden. Evenals de advocaat en de sociaal psychiatrisch verpleegkundige ziet de rechtbank redenen om de duur van de zorgmachtiging te beperken, om zo te bezien of betrokkene op termijn ook zonder zorgmachtiging kan.
4.9
Het voorgaande leidt tot de volgende beslissing.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1982 te [geboorteplaats];
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals genoemd in rechtsoverweging 4.5 kunnen worden getroffen;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
3 september 2024.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Weerkamp, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 3 juni 2024 in tegenwoordigheid van mr. Verplanke, griffier, en op 17 juni 2024 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.

Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.