Op 3 juni 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een zorgmachtiging voor betrokkene, geboren op [geboortedag] 1982. De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging voor de duur van zes maanden, waarbij verschillende vormen van verplichte zorg werden voorgesteld, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. Tijdens de mondelinge behandeling op dezelfde dag waren betrokkene, zijn advocaat, een sociaal psychiatrisch verpleegkundige en de ouders van betrokkene aanwezig. Betrokkene gaf aan dat hij sinds april 2024 vrijwillig medicatie inneemt en dat hij hier veel baat bij heeft. Hij vond de zorgmachtiging benauwend, vooral vanwege een eerdere gedwongen opname, maar zijn advocaat verzocht om afwijzing van het verzoek, stellende dat er op dat moment geen ernstig nadeel meer was.
De sociaal psychiatrisch verpleegkundige bevestigde dat betrokkene momenteel stabiel is, maar waarschuwde voor de risico's van een terugval, vooral met de aanstaande geboorte van zijn kind. De rechtbank concludeerde dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis die ernstig nadeel kan veroorzaken en dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. De rechtbank verleende de zorgmachtiging voor de duur van drie maanden, in plaats van de gevraagde zes maanden, en bepaalde dat de voorgestelde vormen van verplichte zorg noodzakelijk zijn om het ernstig nadeel af te wenden. De beschikking werd mondeling gegeven door mr. Weerkamp en is op 17 juni 2024 schriftelijk uitgewerkt.