ECLI:NL:RBZWB:2024:4210
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- S. Hindriks
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de toekenning van een loongerelateerde WIA-uitkering en de vaststelling van arbeidsongeschiktheid
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 20 juni 2024, wordt het beroep van eiseres, een B.V., tegen de toekenning van een loongerelateerde WIA-uitkering door het UWV beoordeeld. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen het besluit van het UWV van 2 maart 2023, waarin een WGA-uitkering werd toegekend aan de (ex-)werknemer in de arbeidsongeschiktheidsklasse 35 tot 45%. Het UWV heeft later, op 25 juli 2023, het bezwaar van eiseres gegrond verklaard en de mate van arbeidsongeschiktheid vastgesteld op 62,88%. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld, waarbij zij betoogde dat de medische beperkingen van de (ex-)werknemer niet juist waren vastgesteld.
De rechtbank heeft de zaak op 30 mei 2024 behandeld, waarbij de gemachtigde van eiseres en de gemachtigde van het UWV aanwezig waren. De rechtbank oordeelt dat het UWV terecht de mate van arbeidsongeschiktheid heeft vastgesteld op 62,88%. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzekeringsartsen van het UWV de medische situatie van de (ex-)werknemer zorgvuldig hebben beoordeeld en dat de aangenomen beperkingen in de Functionele Mogelijkheden Lijst (FML) adequaat zijn. Eiseres heeft onvoldoende bewijs geleverd om te twijfelen aan de bevindingen van de verzekeringsarts b&b.
De rechtbank concludeert dat het UWV de mate van arbeidsongeschiktheid per 16 februari 2023 correct heeft vastgesteld en verklaart het beroep van eiseres ongegrond. Eiseres krijgt geen proceskostenvergoeding en het griffierecht wordt niet vergoed. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.