ECLI:NL:RBZWB:2024:4212
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- S. Hindriks
- Rechtspraak.nl
Weigering WIA-uitkering door UWV en beoordeling van arbeidsongeschiktheid
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Zeeland-West-Brabant het beroep van eiser tegen de weigering van het UWV om een WIA-uitkering toe te kennen. Eiser had een WIA-uitkering aangevraagd na een bedrijfsongeval in oktober 2017, waarbij hij onder een pallet met dozen terechtkwam. Het UWV weigerde de uitkering per 24 januari 2021, omdat eiser minder dan 35% arbeidsongeschikt zou zijn. Eiser maakte bezwaar tegen dit besluit, maar het UWV verklaarde het bezwaar ongegrond. Eiser ging vervolgens in beroep bij de rechtbank.
De rechtbank heeft de medische beoordeling van het UWV onderzocht, waarbij rapporten van een arts en een verzekeringsarts bezwaar en beroep zijn betrokken. De rechtbank concludeert dat het UWV terecht heeft vastgesteld dat eiser niet volledig arbeidsongeschikt is. De rechtbank oordeelt dat de medische onderzoeken zorgvuldig zijn uitgevoerd en dat de bevindingen van de artsen consistent zijn. Eiser heeft aangevoerd dat hij zwaarder beperkt is dan door het UWV is aangenomen, maar de rechtbank oordeelt dat er geen nieuwe medische informatie is die deze claim ondersteunt.
De rechtbank concludeert dat het UWV de WIA-uitkering terecht heeft geweigerd, omdat eiser niet voldoet aan de criteria voor arbeidsongeschiktheid zoals vastgelegd in de Wet WIA. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst de verzoeken om proceskostenvergoeding en griffierecht af. De uitspraak is openbaar gemaakt op 20 juni 2024.