Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Procesverloop
2.Verzoek
3.Standpunten
4.Beoordeling
5.Beslissing
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1947 te [geboorteplaats] ,
7 december 2024.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 7 juni 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant in Breda een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een zorgmachtiging voor een betrokkene, geboren in 1947, die momenteel verblijft in een GGZ-instelling. De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging voor de duur van zes maanden, met als doel verplichte zorg te verlenen, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. Tijdens de mondelinge behandeling op dezelfde dag waren verschillende betrokkenen aanwezig, waaronder de betrokkene zelf en haar advocaat, die zich tegen de zorgmachtiging verzetten. De betrokkene gaf aan dat het goed met haar ging en dat zij de zorgen niet herkende, maar de rechtbank concludeerde op basis van de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling dat er sprake was van een ernstige psychische stoornis, met name een recidiverende depressieve stoornis, die leidde tot ernstig nadeel voor de betrokkene en haar omgeving. De rechtbank oordeelde dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis waren en dat verplichte zorg noodzakelijk was om de geestelijke gezondheid van de betrokkene te stabiliseren. De rechtbank verleende de zorgmachtiging voor de verzochte duur van zes maanden, met de mogelijkheid om de voorgestelde maatregelen te treffen, en bepaalde dat deze machtiging geldig is tot en met 7 december 2024. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.