Uitspraak
1.Het procesverloop
2.De feiten
[minderjarige], geboren te [plaats 2] op [geboortedag] 2019.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 21 juni 2024, gaat het om een verzoek van de man om gezamenlijk gezag over hun minderjarige kind, [minderjarige], en om een wijziging van de omgangsregeling. De man, vertegenwoordigd door mr. M.V. de Nooijer, woont te [plaats 1], terwijl de vrouw, vertegenwoordigd door mr. A.I. Cambier, woont op een bij de rechtbank bekend adres. De minderjarige is geboren op [geboortedag] 2019 en verblijft momenteel bij de vrouw. De rechtbank heeft de Raad voor de Kinderbescherming ingeschakeld om advies te geven over de verzoeken van beide partijen. Tijdens de mondelinge behandeling op 30 mei 2024 is gebleken dat partijen er niet in zijn geslaagd om overeenstemming te bereiken over de opvoeding en verblijfplaats van de minderjarige. De rechtbank heeft vastgesteld dat de opvoedstijlen van beide ouders sterk verschillen, wat leidt tot onrust bij de minderjarige. De rechtbank heeft besloten om een raadsonderzoek te laten uitvoeren om te bepalen wat in het belang van de minderjarige is. De behandeling van de verzoeken is aangehouden tot een nader te bepalen datum in december 2024, in afwachting van het rapport van de Raad.