ECLI:NL:RBZWB:2024:4305
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Rekestprocedure
- Borm
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot voortzetting van crisismaatregel in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg
Op 7 juni 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van een crisismaatregel. De officier van justitie had op 4 juni 2024 een verzoek ingediend tot verlenging van de op 3 juni 2024 opgelegde crisismaatregel, zoals bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank heeft de mondelinge behandeling van het verzoek op dezelfde dag gehouden, waarbij verschillende betrokkenen, waaronder de betrokkene en haar advocaat, aanwezig waren. De rechtbank heeft ook een verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging behandeld, dat gelijktijdig met het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel werd behandeld.
Tijdens de zitting is vastgesteld dat de zorgmachtiging is toegewezen, waardoor er reeds in een maatregel is voorzien die het ernstig nadeel afwendt. Gezien deze toewijzing was er geen grond meer voor het toewijzen van het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel. De rechtbank heeft daarom het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel afgewezen. De beschikking is mondeling gegeven door rechter Borm en in het openbaar uitgesproken, met de griffier mr. Verplanke aanwezig. De schriftelijke uitwerking van de beschikking is op 21 juni 2024 ondertekend.