Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[betrokkene]
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 23 mei 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. Betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het negeren van een rood verkeerslicht op de Burg. Freijterslaan te Roosendaal op 8 juli 2022. Betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
Tijdens de zitting op 23 mei 2024 was de zittingsvertegenwoordiger, mr. A. de Vreeze, aanwezig, maar betrokkene zelf was niet verschenen. De kantonrechter heeft de zaak behandeld en de standpunten van beide partijen gehoord. Betrokkene stelde dat de gedraging niet had plaatsgevonden, omdat de bestuurder van het voertuig voor de baan voor linksaf stond en het verkeerslicht voor rechtdoor niet op de foto zichtbaar was. Betrokkene verzocht om bewijs in de vorm van een foto waarop te zien is dat het verkeerslicht op rood stond.
De kantonrechter heeft overwogen dat niet is komen vast te staan dat de gedraging heeft plaatsgevonden. Er was voldoende aannemelijk dat het verkeerslicht voor linksaf groen licht uitstraalde op het moment van de vermeende overtreding. Hierdoor concludeerde de kantonrechter dat de boete ten onrechte was opgelegd. Het beroep werd gegrond verklaard, de beslissing van de officier van justitie en de beschikking tot boete werden vernietigd, en de officier van justitie werd opgedragen het betaalde bedrag van € 259,- aan betrokkene terug te betalen. Deze uitspraak is gedaan door mr. A.B. Scheltema Beduin, kantonrechter, en griffier C.G. Zevenhuijzen, en is openbaar uitgesproken op 23 mei 2024.