In deze zaak heeft eiser, die een vakantiehuis had geboekt bij Roompot, een vordering ingesteld tot gedeeltelijke terugbetaling van de huur vanwege overlast en schade als gevolg van bouwlawaai. Eiser had het vakantiehuis geboekt voor de periode van 21 juni tot en met 5 juli 2021 en had een bedrag van € 1.411,00 betaald, inclusief een toeslag en borg. Bij aankomst op 21 juni 2021 meldde eiser ontevredenheid over de accommodatie door bouwlawaai en boekte hij een hotel in Zoutelande voor de periode van 21 tot en met 27 juni 2021. Roompot heeft een deel van de toeslag en borg terugbetaald, maar eiser vorderde een vergoeding van € 1.401,75 voor hotelkosten en een korting op de huur vanwege de overlast.
De rechtbank oordeelde dat de vordering van eiser niet toewijsbaar was. De gestelde overlast en schade waren onvoldoende onderbouwd. Eiser had niet duidelijk gemaakt hoe hij de overlast voor de eerste vakantieweek had ervaren, aangezien hij op dezelfde dag van aankomst al een hotel had geboekt. Bovendien was er geen bewijs dat de overlast zo ernstig was dat een korting van 50% op de huur gerechtvaardigd was. De rechtbank concludeerde dat Roompot niet tekort was geschoten in haar verplichtingen en wees de vordering van eiser af. Eiser werd veroordeeld in de proceskosten van € 497,50, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving.