In deze zaak heeft de kantonrechter te Bergen op Zoom op 20 maart 2024 uitspraak gedaan in een verzetprocedure tegen een eerder verstekvonnis. De zaak betreft een geschil tussen DE GROENE SCHELDE B.V. (DGS) en een particulier, aangeduid als [naam 1], over de schadevergoeding wegens het verwijderen van een stacaravan. [naam 1] had op 5 augustus 2020 een stacaravan gekocht en een huurovereenkomst gesloten voor een vaste standplaats. DGS, de huidige eigenaar van het perceel, heeft de stacaravan zonder toestemming van [naam 1] verwijderd, wat leidde tot een schadeclaim van [naam 1]. In het verstekvonnis van 21 juni 2023 werd DGS veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding van € 36.299,05, maar DGS kwam in verzet tegen dit vonnis.
De kantonrechter oordeelde dat DGS niet rechtsgeldig de huurovereenkomst had ontbonden, omdat de opzegging niet correct was gecommuniceerd. De rechter concludeerde dat DGS tekort was geschoten in haar verplichtingen, wat leidde tot de schade voor [naam 1]. De kantonrechter heeft de schadevergoeding vastgesteld op € 7.500,00, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 26 maart 2022. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. De vordering van DGS in reconventie om het conservatoire beslag op te heffen werd afgewezen, omdat het beslag niet onterecht was gelegd.
De uitspraak benadrukt het belang van correcte communicatie bij de ontbinding van huurovereenkomsten en de verantwoordelijkheden van verhuurders met betrekking tot het toezicht op hun eigendommen.