ECLI:NL:RBZWB:2024:4409
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Bodemzaak
- mr. Van der Burgt
- Rechtspraak.nl
Terugbetaling van een geldlening met verweer van fictieve lening
In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, heeft eiser, vertegenwoordigd door mr. L.J. de Rijke, een vordering ingesteld tegen gedaagde, die niet is verschenen tijdens de mondelinge behandeling. De zaak betreft een geldlening van € 25.000,- die eiser aan gedaagde zou hebben verstrekt, waarbij gedaagde verzuimt het geleende bedrag terug te betalen. Eiser vordert terugbetaling van € 24.999,-, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum van het vonnis. Gedaagde heeft verweer gevoerd en stelt dat de lening fictief is, bedoeld om vermogen uit handen van schuldeisers te houden. Hij beweert nooit geld te hebben ontvangen van eiser.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat het niet verschijnen van gedaagde tijdens de zitting betekent dat hij de stellingen van eiser onvoldoende heeft weersproken. Eiser heeft bewijsstukken overgelegd, waaronder schermprints van WhatsApp-berichten, die de vordering ondersteunen. De rechter concludeert dat er voldoende bewijs is voor de geldlening en dat gedaagde in gebreke is gebleven. De vordering van eiser wordt toegewezen, en gedaagde wordt veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, plus de proceskosten, die in totaal € 2.043,86 bedragen. Het vonnis is uitgesproken op 5 juni 2024.