Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Procesverloop
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 27 mei 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van een crisismaatregel. Deze maatregel was eerder opgelegd door de burgemeester van Tilburg op 23 mei 2024, naar aanleiding van een verzoek van de officier van justitie. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling van het verzoek op dezelfde datum gehouden, waarbij de betrokkene, bijgestaan door haar advocaat mr. G.J. Woodrow, en een specialist ouderengeneeskunde aanwezig waren. De officier van justitie was niet aanwezig.
De betrokkene, geboren in 1955, verblijft in een accommodatie en heeft aangegeven dat de crisissituatie die zich op 22 mei 2024 heeft voorgedaan haar heeft verrast. Ze is blij met de zorg die ze ontvangt en is bereid om vrijwillig mee te werken aan de noodzakelijke zorg. De specialist ouderengeneeskunde heeft aangegeven dat er geen noodzaak is voor voortzetting van de crisismaatregel, omdat de betrokkene bereid is om vrijwillig mee te werken aan de zorg.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de wettelijke vereisten voor de voortzetting van de crisismaatregel niet meer voldaan zijn, omdat de betrokkene zich niet verzet tegen de noodzakelijke zorg. Daarom heeft de rechtbank het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel afgewezen. De beschikking is mondeling gegeven door rechter mr. Phillips en is op 30 mei 2024 schriftelijk uitgewerkt.