ECLI:NL:RBZWB:2024:4444

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
27 mei 2024
Publicatiedatum
28 juni 2024
Zaaknummer
C/02/421263 / FA RK 24/1759
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • Phillips
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) voor betrokkene met psychische stoornis

Op 27 mei 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Het verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging werd ingediend door de officier van justitie op 12 april 2024, naar aanleiding van zorgen over de geestelijke gezondheid van betrokkene, die lijdt aan een psychische stoornis in de vorm van schizofrenie-spectrum- en andere psychotische stoornissen. De rechtbank constateerde dat betrokkene op 30 april 2024 niet op de mondelinge behandeling verscheen, maar dat zijn advocaat en behandelaar bevestigden dat betrokkene een nieuwe baan had en dat het beter met hem ging. De zaak werd aangehouden tot de nadere mondelinge behandeling op 27 mei 2024.

Tijdens de mondelinge behandeling op 27 mei 2024 werd betrokkene gehoord, bijgestaan door zijn advocaat, en de psychiater die betrokken was bij zijn zorg. De psychiater gaf aan dat betrokkene zich in een stabielere fase bevond, maar dat er nog risico's waren op terugval, vooral in verband met cannabisgebruik. De advocaat van betrokkene bevestigde dat hij zich in een betere situatie bevond en dat verplichte zorg op dit moment nog noodzakelijk was als vangnet.

De rechtbank oordeelde dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis waren en dat de zorgmachtiging noodzakelijk was om ernstig nadeel af te wenden. De rechtbank verleende de zorgmachtiging voor de duur van zes maanden, met specifieke voorwaarden voor verplichte zorg, waaronder het toedienen van medicatie en het onderhouden van contact met het FACT-team. De overige verzochte zorgvormen werden afgewezen, omdat daarvoor geen noodzaak bestond. De beschikking werd mondeling gegeven door rechter mr. Phillips en is op 30 mei 2024 schriftelijk uitgewerkt.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/421263 / FA RK 24/1759
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 27 mei 2024van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1992 te [geboorteplaats] ,
wonende aan [woonadres] te [plaats] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. C.L.M. Gommers te Breda.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit:
- het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 12 april 2024.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 12 april 2024;
- de medische verklaring van 11 april 2024, opgesteld en ondertekend door psychiater [naam 1] ;
- het zorgplan van 10 april 2024;
- de blanco zorgkaart van 10 april 2024;
- een uittreksel uit het curatele- en bewindregister;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wvggz;
- een afschrift van de justitiële documentatie en het bericht dat er voor betrokkene geen politiemutaties zijn.
1.2
De rechtbank constateert op 30 april 2024 dat betrokkene voor deze datum van de mondelinge behandeling van het verzoek correct is opgeroepen. De rechtbank constateert voorts dat betrokkene na aanbellen zijn voordeur niet opent. De advocaat geeft de rechtbank te kennen dat betrokkene waarschijnlijk niet thuis is. Betrokkene heeft een nieuwe baan en dit is zijn eerste werkdag. De advocaat heeft hierover contact met betrokkene gehad, betrokkene wil graag zelf met de rechtbank over het verzoek in gesprek. De behandelaar beaamt dat betrokkene een nieuwe baan heeft, dit laat zien dat het beter met hem gaat. Ook neemt betrokkene nu (orale) medicatie en dat gaat goed. Verder is betrokkene na lange tijd weer in contact. De bewindvoerder merkt op dat de huidige situatie nog erg pril is, hij hoopt dat betrokkene de positieve lijn kan behouden.
Daarop heeft de rechtbank de zaak aangehouden tot de nadere mondelinge behandeling van 27 mei 2024 om 09:30 uur. Daarbij heeft de rechtbank ten aanzien van de overschrijding van de beslistermijn in aanmerking genomen dat het verzoek is aan te merken als een eerste zorgmachtiging, de advocaat zich niet verzet tegen deze overschrijding én het goed met betrokkene lijkt te gaan, zodat acuut ingrijpen middels een zorgmachtiging niet noodzakelijk lijkt.
1.3
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft op 27 mei 2024 plaats gevonden op het thuisadres van betrokkene aan [woonadres] te [plaats] .
1.4
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
- de heer [naam 2] psychiater.
1.5
De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Verzoek

De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging te verlenen ten behoeve van betrokkene, voor de duur van zes maanden en voor de navolgende vormen van verplichte zorg:
- toedienen van medicatie;
- het verrichten van medische controles;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.

3.Standpunten

3.1
Betrokkene merkt op dat hij een intensieve periode achter de rug heeft, omdat er tegelijkertijd meerdere (ambulante) zorg- en behandeltrajecten liepen wat bij elkaar voor hem erg veel was. Meer recent kreeg hij ondersteuning van een (wandel)coach. Dit bij elkaar heeft erin geresulteerd dat hij zaken en problemen die er in zijn leven spelen anders benadert en hij daardoor beter met stressvolle en moeilijke situaties weet om te gaan. Ook gebruikt hij de hem voorgeschreven medicatie. Hij is voornemens om dit te blijven doen en ook aan de ambulante zorg door FACT te blijven meewerken. Hoewel hij uiteindelijk zonder FACT ondersteuning verder zijn leven wil kunnen leiden, begrijpt hij dat op dit moment een zorgmachtiging - bij wijze van vangnet - nog noodzakelijk is.
3.2
De psychiater brengt naar voren dat de laatste klinische opname van betrokkene dateert van ruim een jaar geleden. Er was toen sprake van een psychose met zorgwekkend
handelingsgedrag. Hij ziet het als zeer positief dat betrokkene zich inmiddels in een stabielere fase bevindt en dat hij ook zijn werk heeft weten op te pakken. Het betreft echter een nog prille situatie, waarbij komt dat betrokkene fysiek zwaar werk verricht. Ook ziet hij nog een risico op een terugval in cannabisgebruik. Ter voorkoming van een nieuwe terugval met ernstige ontregeling tot gevolg, acht hij als verplichte zorgvormen het toedienen van medicatie en het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, te weten het blijven onderhouden van contact met het FACT team op dit moment nog noodzakelijk.
3.3
De advocaat van betrokkene voert aan dat betrokkene zich overduidelijk in een stabielere fase bevindt. Dit is ook door de moeder van betrokkene als zodanig bevestigd. Tevens heeft betrokkene voor zichzelf concrete doelen gesteld waaraan hij de komende tijd wil werken. Hij realiseert zich dat verplichte zorg zoals tijdens de mondelinge behandeling besproken daarvoor op dit moment nog noodzakelijk is. Zij volgt haar cliënt in zijn standpunt.

4.Beoordeling

4.1
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofrenie-spectrum- en andere psychotische stoornissen en middel gerelateerde en verslavings-stoornissen.
4.2
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, ernstige financiële schade, ernstige verwaarlozing, de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
4.3
Om het ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren, de geestelijke gezondheid van betrokkene te herstellen en de door de stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen, heeft betrokkene zorg nodig.
4.4
Gebleken is dat er op dit moment nog geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Betrokkene heeft intussen positieve stappen weten te zetten en het is van belang dat hij deze ontwikkeling kan vasthouden. De zorgmachtiging dient als vangnet voor het geval betrokkene niet volledig zal blijven meewerken aan de noodzakelijk geachte zorg, bestaande uit het nemen van medicatie en het hebben van contact met het FACT-team. Om die reden is in zoverre verplichte zorg op dit moment nog nodig.
4.5
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken.
4.6
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vorm van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- toediening van medicatie;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, te weten: contact met het FACT-team.
Het verzoek van de officier van justitie wordt afgewezen voor zover dat ziet op de overige verzochte verplichte zorgvormen, nu daarvoor geen noodzaak bestaat.
4.7
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.8
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.9
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de duur van zes maanden.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1992 te [geboorteplaats] ;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 27 november 2024;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Phillips, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 27 mei 2024 in tegenwoordigheid van Baremans, als griffier, en op
30 mei 2024 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.