ECLI:NL:RBZWB:2024:4450
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Rekestprocedure
- mr. Struijs
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot zorgmachtiging op basis van Wvggz
Op 14 juni 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende een verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Het verzoek was ingediend door de officier van justitie ten aanzien van een betrokkene, geboren in 1991, die momenteel zonder bekende woon- of verblijfplaats is. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet is verschenen tijdens de mondelinge behandeling. Haar advocaat heeft aangegeven geen contact met haar te hebben kunnen krijgen en dat betrokkene heeft laten weten geen zorgmachtiging te willen. De rechtbank concludeert dat betrokkene op de hoogte was van de zitting, maar niet wenste aan te sluiten. De officier van justitie was eveneens niet aanwezig.
De rechtbank heeft de processtukken en de medische verklaring van een onafhankelijke psychiater in overweging genomen. Deze psychiater heeft betrokkene niet kunnen bereiken voor een persoonlijk onderzoek, ondanks meerdere pogingen. De rechtbank oordeelt dat de psychiater voldoende heeft gedaan om contact te leggen en dat op basis van de beschikbare gegevens een medische verklaring kan worden opgesteld. De rechtbank concludeert dat er onvoldoende bewijs is van ernstig nadeel dat door de psychische stoornis van betrokkene wordt veroorzaakt, vooral gezien het feit dat betrokkene zich mogelijk in het buitenland bevindt.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het verzoek tot zorgmachtiging afgewezen, met de overweging dat het verzoek niet uitvoerbaar is zolang betrokkene zich buiten Nederland bevindt. De beslissing is mondeling gegeven en op 25 juni 2024 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.