ECLI:NL:RBZWB:2024:4452

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
30 mei 2024
Publicatiedatum
28 juni 2024
Zaaknummer
C/02/422876 / FA RK 24/2434
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • M. Meyboom
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling van een cliënt met psychische problemen

Op 30 mei 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van de inbewaringstelling van een cliënt, geboren in 2000. Het verzoek tot voortzetting is ingediend door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) op basis van artikel 37 van de Wet zorg en dwang (Wzd). De cliënt verblijft momenteel in een accommodatie en kampt met ernstige psychische problemen, waaronder visuele en akoestische hallucinaties, die zijn gedrag beïnvloeden en hem in gevaarlijke situaties kunnen brengen.

Tijdens de mondelinge behandeling op 30 mei 2024 zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de cliënt, zijn advocaat, en zorgverleners. De cliënt heeft aangegeven dat hij vrijheid wil en niet langer in de accommodatie wil verblijven, maar de behandelaar en begeleiders hebben verklaard dat zijn huidige toestand hem niet in staat stelt om zelfstandig te functioneren. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, wat een voortzetting van de inbewaringstelling noodzakelijk maakt.

De rechtbank heeft geoordeeld dat de criteria voor de voortzetting van de inbewaringstelling zijn vervuld en heeft de machtiging verleend voor een periode van zes weken, tot en met 11 juli 2024. De beschikking is mondeling gegeven door rechter M. Meyboom en is op 30 mei 2024 in het openbaar uitgesproken. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/422876 / FA RK 24/2434
Machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling
Beschikking van 30 mei 2024van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, naar aanleiding van het door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) ingediende verzoek tot het verlenen van een machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling als bedoeld in artikel 37 van de Wet zorg en dwang (Wzd), ten aanzien van:
[cliënt],
geboren op [geboortedag] 2000 te [geboorteplaats] ,
wonende [woonadres] ,
nu verblijvende in de [accommodatie] aan [adres] , [plaats] ,
hierna te noemen: cliënt,
advocaat: mr. J. Nederlof te Tilburg.

1.Procesverloop

1.1.
Het procesverloop blijkt uit:
- het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 29 mei 2024.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de beschikking van de burgemeester van de gemeente Tilburg van 28 mei 2024;
- de medische verklaring van 28 mei 2024;
- het indicatiebesluit van 14 april 2023;
- de beschikking tot instelling van bewind en mentorschap van 9 augustus 2022.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 30 mei 2024 in de hierboven genoemde accommodatie.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- cliënt, bijgestaan door zijn advocaat;
- de heer [naam 1] , groepsbegeleider;
- mevrouw [naam 2] , begeleidster;
- de heer [naam 3] , behandelaar;
- mevrouw [naam 4] , mentor.

2.Het verzoek

Het CIZ verzoekt de rechtbank een machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling van cliënt te verlenen.

3.Standpunten

3.1
Betrokkene merkt op dat hij de vrijheid wil hebben om zelf te bepalen wat hij onderneemt, zoals het bezoeken van zijn moeder of zijn familie. Dit kan niet zo lang hij bij [accommodatie] verblijft. Dit betekent dat als de rechtbank beslist dat hij verplicht bij [accommodatie] moet blijven, hij vandaag nog zal weglopen.
3.2
De behandelaar brengt naar voren dat cliënt normaliter op zichzelf woont met woonbegeleiding. Daarnaast werkt hij bij een hoveniersbedrijfje. Dit is momenteel niet het geval en ook niet mogelijk. Dit omdat cliënt psychotisch is gedecompenseerd door overprikkeling. Hij maakt nu een periode door waarin hij in toenemende mate kampt met visuele en akoestische hallucinaties. Hij is daardoor niet in staat om fictie en realiteit van elkaar te onderscheiden. Zo verkeert hij op dit moment in de overtuiging - tegen zijn zin - geronseld te worden door mannen van [veroordeelde crimineel] . Ook krijgt hij opdrachten door van stemmen die aangeven dat hij zijn begeleiders moet ombrengen. Cliënt is zelf niet in staat om daar andere gedachten tegenover te plaatsen. Dit zorgt er ook voor dat hij angstig wordt en hij de opdrachten die door de stemmen aan hem worden gegeven, waaronder ook het gebruiken van middelen, niet meer eten en/of drinken en medicatie weigeren daadwerkelijk gaat opvolgen. In een vergelijkbare periode, nu een jaar geleden, heeft cliënt in een poging om van de hallucinaties af te komen een levensgevaarlijke actie ondernomen door op de weg te gaan liggen, wat hij ternauwernood heeft overleefd. Cliënt is in de kern een zeer vriendelijk persoon, echter wordt zijn leven momenteel volledig beheerst door deze hallucinaties. Er worden op dit moment geen mogelijkheden gezien, anders dan door middel van verplichte crisiszorg en -behandeling, om het onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor cliënt zelf en voor derden in voldoende mate af te wenden. Als onderdeel van de behandeling zal per 31 mei 2024 worden gestart met een verandering van medicatie. Deze transitie zal naar verwachting twee weken vergen. Daaropvolgend zal gedurende een periode van twee weken gemonitord worden of/in hoeverre cliënt daardoor stabiliseert.
3.3
De begeleidster en de groepsbegeleider sluiten zich aan bij hetgeen door de behandelaar naar voren is gebracht. Beiden ondersteunen eveneens het voorliggend verzoek. De begeleidster licht toe dat zij cliënt in de afgelopen twee jaren dat zij hem kent heeft ervaren als iemand die zich positief en begeleidbaar opstelt naar zijn zorgverleners en daardoor gedurende langere tijd adequaat functioneerde. Echter sinds hij kampt met visuele en akoestische hallucinaties wordt hij daarin in ernstige mate belemmerd. Zij bevestigt dat dit heeft geleid tot door betrokkene ondernomen risicovolle acties om zich tegen de stemmen die hem opdrachten geven te beschermen. Daartoe benoemt zij als voorbeeld het verzamelen van messen onder zijn bed. De groepsbegeleider merkt op dat er tot dusver positieve stappen worden gemaakt in het behandelcontact tussen hem en betrokkene.
3.4
De mentor merkt op dat zij circa twee jaar bij cliënt betrokken is. Cliënt heeft zij in die periode leren kennen als een super aardig persoon, die zich open stelt voor contact en overleg. Zij moet echter vaststellen dat het nu niet goed met hem gaat en dat daarvoor de inzet van verplichte zorg op dit moment noodzakelijk is. Zij hoopt dat met die verplichte zorg het toestandsbeeld van cliënt terug naar de oude situatie kan worden hersteld.
3.5
De advocaat van cliënt voert aan dat cliënt duidelijk is in wat hij wil. Hij wil vrijheid en die heeft hij niet zo lang hij bij [accommodatie] verblijft. Namens zijn cliënt verzoekt hij daarom primair op het voorliggend verzoek afwijzend te beslissen. Afgezien daarvan concludeert hij op grond van de inhoud van de stukken en hetgeen is besproken tijdens de mondelinge behandeling dat aan de wettelijke vereisten voor een voortzetting van de inbewaringstelling voor de maximaal mogelijke duur wordt voldaan.

4.Beoordeling

4.1
Op 28 mei 2024 heeft de burgemeester van de gemeente Tilburg ten behoeve van cliënt een last tot inbewaringstelling afgegeven.
4.2
Uit de overgelegde stukken en hetgeen is besproken tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel waardoor een rechterlijke machtiging niet kan worden afgewacht. Het ernstig vermoeden bestaat dat het gedrag van cliënt als gevolg van een verstandelijke handicap en een daarmee gepaard gaande psychische stoornis dit ernstig nadeel veroorzaakt. Cliënt kampt sinds enige tijd met visuele en akoestische hallucinaties, waardoor hij last heeft van stemmen die hem gevaarlijke en levensbedreigende opdrachten voor zichzelf en voor anderen geven. Cliënt is in vergelijkbare situaties in het verleden tot zeer risicovolle acties, waaronder het op de weg gaan liggen, overgegaan om op die wijze te proberen van deze stemmen en opdrachten af te komen. Bovendien leiden de stemmen en opdrachten bij betrokkene tot zodanige angsten, dat hij daaraan niet of nauwelijks meer weerstand weet te bieden en hij deze daadwerkelijk gaat opvolgen ofwel zich daartegen gaat bewapenen met alle bijkomende risico’s van dien voor zichzelf en voor anderen.
4.3
Het onmiddellijk dreigend ernstig nadeel is gelegen in
- levensgevaar;
- ernstig lichamelijk letsel;
- ernstige psychische schade;
- materiële, immateriële of financiële schade;
- verstoorde ontwikkeling voor of van betrokkene of een ander;
- acute maatschappelijke teloorgang;
- de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
4.3
Om het onmiddellijk dreigend ernstig nadeel te voorkomen dan wel af te wenden is
voortzetting van de inbewaringstelling noodzakelijk. Dit middel is ook geschikt om het ernstig nadeel te voorkomen dan wel af te wenden en er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.4
Cliënt verzet zich tegen een voortzetting van zijn verblijf in de accommodatie.
4.5
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat is voldaan aan de criteria voor een voortzetting van de inbewaringstelling. De machtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van zes weken.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling ten aanzien van
[cliënt], geboren op [geboortedag] 2000 te [geboorteplaats] ;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 11 juli 2024.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Meyboom, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 30 mei 2024 in tegenwoordigheid van Baremans als griffier en op 13 juni 2024 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.