Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Procesverloop
- cliënt, bijgestaan door zijn advocaat;
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 14 juni 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van de inbewaringstelling van een cliënt, geboren in 1939. Het verzoek tot voortzetting is ingediend door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) op basis van artikel 37 van de Wet zorg en dwang (Wzd). De cliënt verblijft momenteel in een zorgaccommodatie en is gediagnosticeerd met vasculaire dementie en is insulineafhankelijk vanwege diabetes. Tijdens de mondelinge behandeling op 14 juni 2024 heeft de cliënt aangegeven dat hij liever thuis bij zijn vrouw zou zijn, in plaats van in de zorgaccommodatie. De specialist ouderengeneeskunde heeft echter verklaard dat de cliënt 24-uurs zorg en ondersteuning nodig heeft, gezien zijn toestand en het feit dat zijn echtgenote overbelast is door de zorg voor hem. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, waaronder levensgevaar en ernstige verwaarlozing, en dat de voortzetting van de inbewaringstelling noodzakelijk is om dit te voorkomen. De rechtbank heeft de machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling verleend voor de duur van zes weken, tot en met 26 juli 2024. De beschikking is mondeling gegeven door mr. Struijs en is op 25 juni 2024 schriftelijk uitgewerkt.