ECLI:NL:RBZWB:2024:4454

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
11 juni 2024
Publicatiedatum
28 juni 2024
Zaaknummer
C/02/422947 / FA RK 24/2476
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. De Jong
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) voor betrokkene met schizofrenie spectrumstoornis

Op 11 juni 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Het verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging werd ingediend door de officier van justitie en betreft betrokkene, geboren in 1962, die momenteel verblijft in een GGZ-instelling. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling op dezelfde datum gehouden, waarbij betrokkene, zijn advocaat en verschillende zorgprofessionals aanwezig waren.

De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene lijdt aan een schizofrenie spectrumstoornis, wat leidt tot ernstig nadeel voor zijn geestelijke en lichamelijke gezondheid. De officier van justitie verzocht om een zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden, met als doel verplichte zorg te verlenen, waaronder het toedienen van medicatie en het verrichten van medische controles. Betrokkene zelf gaf aan dat hij goede zorg ontvangt en dat hij coöperatief is, maar de verpleegkundig specialist benadrukte dat er periodes zijn waarin betrokkene niet consistent meewerkt aan de medicatie.

De rechtbank heeft de noodzaak van verplichte zorg erkend, gezien de ernst van de psychische stoornis en het risico op verwaarlozing en gevaar voor de veiligheid. De rechtbank heeft besloten om de zorgmachtiging te verlenen, maar heeft het verzoek voor aanvullende zorgvormen afgewezen, omdat daarvoor geen noodzaak bestond. De machtiging is verleend tot en met 11 juni 2025, en tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/422947 / FA RK 24/2476
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 11 juni 2024van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1962 te [geboorteplaats] , [land] ,
wonende te [woonadres] ,
thans verblijvende te [plaats] , [ggz-instelling] , [adres] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. M.C.A. Hollants te Tilburg.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit:
- het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 30 mei 2024.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 27 mei 2024;
- de medische verklaring van 23 mei 2024;
- een zorgplan van 16 april 2024;
- een zorgkaart, ondertekend op 27 mei 2024;
- een uittreksel uit het curateleregister;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet Bopz en de Wvggz;
- een afschrift van de justitiële documentatie.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 11 juni 2024, in de hierboven genoemde accommodatie.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
- mevrouw [naam 1] , verpleegkundig specialist;
- mevrouw [naam 2] , verpleegkundig specialist in opleiding;
- mevrouw [naam 3] , begeleidster.
1.4
De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Verzoek

De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging te verlenen ten behoeve van betrokkene, voor de duur van twaalf maanden en voor de navolgende vormen van verplichte zorg:
- toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.

3.Standpunten

3.1
Betrokkene merkt op dat het redelijk met hem gaat en dat hij goede zorg ontvangt. Op de vraag van de behandelend rechter of hij in de GGz instelling wil blijven antwoordt betrokkene “ik ben de jongste niet meer en ook heb ik zorg nodig”. Verder verloopt volgens hem de medicatie toediening via depots zonder problemen. Ook heeft hij een goed behandelcontact met zijn psychiater. In een later stadium van de mondelinge behandeling stelt betrokkene de vraag of hij op vrijwillige of op verplichte basis in de GGz instelling verblijft.
3.2
De verpleegkundig specialist brengt naar voren dat bij betrokkene sprake is van een
schizofrenie spectrumstoornis. Hij kent periodes waarin hij kampt met achterdocht,
desoriëntatie en waarnemings- en denkstoornissen. Er dan ook sprake van stemmings-
ontregeling. Daarbij wordt gezien dat de medewerking door betrokkene aan de medicatie
toediening nog steeds wisselt. Zij kan op de daartoe strekkende vraag van de advocaat van
betrokkene geen concrete voorbeelden benoemen in het afgelopen jaar van momenten,
waarop betrokkene door het niet meewerken aan medicatie toediening ernstig ontregeld is
geraakt. Wel kan zij zich voorstellen dat in het voorliggend verzoek bij de daarin vermelde
verplichte zorgvormen is uitgegaan van een klinische opname mogelijkheid. In dat verband
wijst zij erop dat, indien betrokkene opnieuw ontregeld mocht raken, een klinische opname
voor een periode van circa drie weken nodig is om hem opnieuw op medicatie in te kunnen
stellen. Echter afgaand op de bevindingen gedurende het afgelopen jaar acht zij op dit
moment strikt genomen nog verplichte zorg noodzakelijk in de vorm van medicatie
toediening, het verrichten van medische controles, het verrichten van andere medische
handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan
wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening en het aanbrengen
van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat
betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen.
3.3
De begeleidster merkt aanvullend op dat zij vanaf april 2024 voor betrokkene werkzaam is. Zij heeft tot dusver kunnen vaststellen dat betrokkene goed in de samenwerking is en dat hij consequent aan de medicatie toediening meewerkt. De begeleidster en ook de verpleegkundig specialist in opleiding sluiten zich verder aan bij al hetgeen door de verpleegkundig specialist naar voren is gebracht.
3.4
De advocaat van betrokkene voert aan dat ten minste in het afgelopen jaar ten aanzien van haar cliënt niet is gebleken van de noodzaak om tot klinische opname over te gaan.
Verder laat betrokkene zien dat hij in gesprek is en blijft met de zorgverantwoordelijken en dat hij zich coöperatief opstelt waar het de aan hem geboden zorg betreft. Met deze toelichting stelt zij zich namens betrokkene op het standpunt dat, indien de rechtbank mocht beslissen dat een zorgmachtiging wordt verleend, daarvan uitsluitend de op dit moment strikt noodzakelijk geachte zorgvormen deel dienen uit te maken, onder afwijzing van het meer of anders verzochte.

4.Beoordeling

4.1
Uit de overgelegde stukken en het behandelde tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofrenie-spectrum- en andere psychotische stoornissen.
4.2
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, ernstige verwaarlozing, maatschappelijke teloorgang, de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
4.3
Om het ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren, de geestelijke gezondheid van betrokkene te herstellen en de door de stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen, heeft betrokkene zorg nodig.
4.4
Gelet op het toestandsbeeld en ervaringen met betrokkene, is gebleken dat niet volledig kan worden uitgegaan van bereidheid bij betrokkene om consequent mee te werken aan de zorg, voor zover die ziet op het toedienen van medicatie, het verrichten van medische controles en het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening en aan het toelaten van behandelcontact met het ambulante (ART) team. Verplichte zorg is daarom in zoverre nog steeds nodig. Aan het vorenstaande doet niet af dat in het afgelopen jaar er zich geen momenten hebben voorgedaan, waarop sprake was van zodanige ernstige ontregeling bij betrokkene dat zorg in de vorm van een klinische opname diende te worden aangevraagd c.q. ingezet. Dit is een geruststellende ontwikkeling voor betrokkene.
4.5
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vorm van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het verplicht toelaten van de behandelcontacten met het ART-team.
Het verzoek van de officier van justitie wordt afgewezen voor zover dit de overige verzochte zorgvormen betreft, nu voor het afgeven van een machtiging in zoverre geen noodzaak bestaat.
4.6
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.7
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.8
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van twaalf maanden.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1962 te [geboorteplaats] , [land] ;
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals genoemd in rechtsoverweging 4.5 kunnen worden getroffen;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 11 juni 2025;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr De Jong, rechter en in het openbaar uitgesproken op 11 juni 2024 in tegenwoordigheid van Baremans als griffier, en op 18 juni 2024 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.