ECLI:NL:RBZWB:2024:4458

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
14 juni 2024
Publicatiedatum
28 juni 2024
Zaaknummer
C/02/422871 / FA RK 24/2433
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Struijs
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) voor betrokkene met bipolaire-stemmingsstoornissen en verslavingsproblemen

Op 14 juni 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Het verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging werd ingediend door de officier van justitie, naar aanleiding van zorgen over de geestelijke gezondheid van betrokkene, die lijdt aan een bipolaire-stemmingsstoornis en verslavingsproblemen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn en dat betrokkene, ondanks ambulante zorg, regelmatig terugvalt in manische psychoses na het staken van medicatie. Tijdens de mondelinge behandeling op 14 juni 2024 werd betrokkene gehoord, bijgestaan door haar advocaat, en werd ook een verpleegkundig specialist gehoord. Betrokkene gaf aan dat het beter met haar gaat, maar de rechtbank oordeelde dat de situatie nog steeds kwetsbaar is, gezien de ambivalente houding van betrokkene ten aanzien van medicatie en de zorg. De rechtbank oordeelde dat verplichte zorg noodzakelijk is om ernstig nadeel af te wenden en verleende de zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden, met specifieke maatregelen zoals het toedienen van medicatie, het verrichten van medische controles, en het beperken van de bewegingsvrijheid. De rechtbank wees het verzoek van de officier van justitie af voor de overige zorgvormen, maar oordeelde dat opname in een accommodatie noodzakelijk is. De beschikking is mondeling gegeven door mr. Struijs en schriftelijk uitgewerkt op 25 juni 2024.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/422871 / FA RK 24/2433
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 14 juni 2024van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1998 te [geboorteplaats] , [land] ,
wonende te [woonadres] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. V.C. Andeweg te Breda.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 29 mei 2024.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 24 mei 2024;
- de medische verklaring van 22 mei 2024;
- een zorgplan van 13 mei 2024;
- een zorgkaart van 14 mei 2024;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet Bopz en de Wvggz;
- een afschrift van de justitiële documentatie.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 14 juni 2024 aan voormeld woonadres.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
- mevrouw [naam 1] , verpleegkundig specialist.
Tevens is gebruik gemaakt, langs telefonische weg, van de diensten van mevrouw [naam 2] , tolk in de Poolse taal, [registratienummer] .
1.4
De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Verzoek

De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging te verlenen ten behoeve van betrokkene, voor de duur van twaalf maanden en voor de navolgende vormen van verplichte zorg:
- toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.

3.Standpunten

3.1
Betrokkene merkt op dat zij inmiddels vier maanden thuis is met ambulante zorg. Het gaat beter met haar, ze is blij thuis te zijn. Ze heeft medicatie voorgeschreven gekregen, lithium en daarnaast eens per maand een injectie, die zij consequent gebruikt. Wel bezorgt de aanstaande verhuizing van haar met haar ex partner, ex schoonmoeder en dochter naar [plaats] haar enige stress. Drugs gebruikt ze niet. Een zorgmachtiging is in haar opvatting niet noodzakelijk. Zij gebruikt ten slotte de haar voorgeschreven medicatie. Zij is voornemens dit te blijven doen ook als er geen zorgmachtiging wordt verleend. Zij heeft intussen voldoende zorg ontvangen. Het is daarom niet nodig om daarmee door te gaan. Voor zover nog nodig kan zij terugvallen op steun vanuit haar familienetwerk. Op de opmerking van de behandelend rechter dat in de medische verklaring is vermeld dat zij eerder met het medicatiegebruik is gestopt en daarna is gedecompenseerd, antwoordt betrokkene dat dit kwam omdat zij door haar eerdere verhuizing niet in de gelegenheid was bedoelde medicatie op te halen bij de apotheek. Op de vraag van de behandelend rechter of zij nog last heeft van suïcidale gedachtes reageert betrokkene bevestigend.
3.2
De verpleegkundig specialist brengt naar voren dat betrokkene per februari 2024 met
ontslag is gegaan en dat sindsdien sprake is van ambulante zorg en toezicht door het
ambulante zorgteam (FACT). Gedurende deze periode is bij betrokkene een toename
van depressieve symptomen waargenomen. Er blijkt ook sprake van een grotere
drang bij betrokkene om alcoholhoudende drank en middelen te gebruiken. Dit heeft na het
aantreffen van betrokkene door haar ex-partner met amfetamine in het bijzijn van haar
dochtertje anderhalve maand geleden geleid tot een time-out plaatsing bij een logeerhuis
( [naam logeerhuis] ) voor twee weken. Er is een aanvraag in behandeling ten aanzien van betrokkene
voor beschermd wonen, die is doorgezet naar de regio Tilburg. Rekening houdend met de
meest recente verhuisplannen van betrokkene dient te worden onderzocht of zij daar nog
steeds voor open staat. De ambivalente opstelling van betrokkene ten aanzien van de
geboden zorg en het medicatiegebruik in combinatie met de nog steeds aanwezige zucht naar
drank en middelen zorgen voor een situatie, waarin het risico op een terugval in een nieuwe
manische psychose reëel aanwezig is. De verpleegkundig specialist ondersteunt daarom het
voorliggend verzoek voor zover dit ziet op het toedienen van medicatie, het verrichten van
medische controles, het beperken van de bewegingsvrijheid, het aanbrengen van beperkingen
in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet
doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen en het opnemen in een
accommodatie.
3.3
De advocaat van betrokkene voert aan dat meerdere factoren hebben gezorgd voor decompensatie, leidend tot de laatste opname. Als voorbeelden benoemt zij wisselingen van ambulante zorgteams en een schildklieraandoening. Op dit moment is het vinden van een geschikte woonplek voor betrokkene een punt van zorg en aandacht dat opnieuw voor onrust zorgt. Dit alles neemt niet weg dat betrokkene zich door de medicatie, met name sinds die is gewijzigd, veel beter is gaan voelen en zij beter in de samenwerking is. Namens betrokkene verzoekt zij daarom primair het verzoek af te wijzen. Bij wijze van subsidiair standpunt verzoekt zij de zorgmachtiging te beperken tot het toedienen van medicatie en het verrichten van medische controles. Gezien de mate waarin betrokkene tot dusver is gestabiliseerd en haar bereidheid om de huidige medicatie te blijven gebruiken valt niet te verwachten dat binnen afzienbare tijd een klinische opname noodzakelijk zal zijn. Verder lijkt het verplicht onderhouden van contact met het FACT team als afzonderlijk op te leggen vorm van verplichte zorg niet nodig.

4.Beoordeling

4.1
Uit de overgelegde stukken en het behandelde tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van bipolaire-stemmingsstoornissen, middel gerelateerde en verslavingsstoornissen en andere problemen die een reden voor zorg kunnen zijn.
4.2
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, ernstige verwaarlozing, maatschappelijke teloorgang, ernstig verstoorde ontwikkeling voor of van betrokkene of een ander, bedreiging van de veiligheid van betrokkene al dan niet doordat zij onder invloed van een ander raakt.
4.3
Om het ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren, de geestelijke gezondheid van betrokkene te herstellen en de door de stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen, heeft betrokkene zorg nodig.
4.4
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. De afgelopen jaren is gebleken dat betrokkene, ondanks de ambulante zorg, regelmatig een terugval in manische psychoses heeft gehad na het staken van medicatie. Bovendien toont betrokkene zich ambivalent wat betreft haar medewerking met het FACT team en de bereidheid om medicatie te blijven gebruiken, wat de situatie extra kwetsbaar maakt. Ook is gebleken van een toegenomen zucht naar alcohol en drugs en moesten recent nog maatregelen worden getroffen, nadat betrokkene met amfetamine in het bijzijn van haar dochtertje was aangetroffen. Om die reden is verplichte zorg nodig.
4.5
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vorm van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
Het verzoek van de officier van justitie wordt afgewezen voor zover dit de overige verzochte zorgvormen betreft, nu voor het afgeven van een machtiging in zoverre geen noodzaak bestaat.
Anders dan de advocaat is de rechtbank van oordeel dat de verplichte zorgvorm opnemen in een accommodatie voorzienbaar is en om die reden in de machtiging moet worden opgenomen. Betrokkene is de afgelopen jaren -en ook nog recent- meermalen opgenomen in crisis in verband met ontregeling na het staken van medicatie. Ook nu is geen sprake van een stabiele situatie: betrokkene is ambivalent in haar medewerking met het FACT team en het gebruik van medicatie, heeft zucht naar drugs en alcohol en heeft suïcidale gedachten. Tot slot zijn onzekerheden omtrent een aanstaande verhuizing stress veroorzakend en daarmee risico verhogend.
Om het FACT team te kunnen laten monitoren dat betrokkene haar medicatie neemt en stabiel blijft, acht de rechtbank daarnaast noodzakelijk om ook als verplichte zorgvorm op te nemen beperken van de vrijheid het eigen leven in te richten.
4.6
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.7
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.8
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van twaalf maanden.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1998 te [geboorteplaats] , [land] ;
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals genoemd in rechtsoverweging 4.5 kunnen worden getroffen;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 14 juni 2025;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Struijs, rechter en in het openbaar uitgesproken op 14 juni 2024 in tegenwoordigheid van Baremans als griffier, en op 25 juni 2024 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.