ECLI:NL:RBZWB:2024:45
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van een beroep tegen de uitspraak op bezwaar inzake bouwleges en compromis tussen belanghebbende en de heffingsambtenaar
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Zeeland-West-Brabant het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Altena, die op 20 oktober 2022 was gedaan. De heffingsambtenaar had op 10 augustus 2022 aan belanghebbende een bedrag van € 11.359,41 aan leges in rekening gebracht. Na het indienen van bezwaar heeft de heffingsambtenaar het bezwaar gegrond verklaard en het bedrag aan leges verlaagd naar € 9.997,76.
De rechtbank heeft het beroep op 8 december 2023 behandeld, waarbij belanghebbende en vertegenwoordigers van de heffingsambtenaar aanwezig waren. Tijdens de zitting hebben partijen een compromis bereikt, waarbij de bouwkosten zijn vastgesteld op € 275.000. Dit leidde tot een te betalen bedrag aan leges van € 7.947,50. Gezien het compromis heeft de rechtbank het beroep gegrond verklaard en de heffingsambtenaar opgedragen het door belanghebbende betaalde griffierecht te vergoeden.
In de beslissing verklaart de rechtbank het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak op bezwaar, vermindert de aanslag leges naar € 7.947,50 en bepaalt dat de heffingsambtenaar het griffierecht van € 50 aan belanghebbende moet vergoeden. Deze uitspraak is gedaan door mr. M.L. Weerkamp en openbaar gemaakt op 5 januari 2024. Partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep, dat binnen zes weken na verzending van de uitspraak kan worden ingesteld.