Uitspraak
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 18 oktober 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt;
- het bericht van mr. Zaïr van 2 april 2024, waarin hij vraagt een datum te bepalen voor het wijzen van een vonnis.
2.De feiten
zijn in één bedrag bij vooruitbetaling verschuldigd in euro’s en moeten vóór of op de eerste dag van de periode waarop de betalingen betrekking hebben volledig zijn voldaan. Deze betalingen geschieden zonder opschorting, korting of verrekening met een vordering die Huurder op Verhuurder heeft of meent te hebben. Huurder is zich ervan bewust dat hij bij een te late betaling vanaf de vervaldag een direct opeisbare boete verbeurt. Conform de algemene bepalingen bedraagt de boete per kalendermaand 1% van het verschuldigde waarbij elke ingetreden maand als een volle maand geldt. Het minimumbedrag van de boete is vastgesteld op € 300,00 per kalendermaand.”