Uitspraak
,
Stichting Jeugdbescherming Brabant, locatie ’s-Hertogenbosch,
1.Het procesverloop
2.De feiten
In oktober 2023 hebben partijen hun relatie beëindigd.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 2 juli 2024 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de verzoeken van een man en een vrouw met betrekking tot hun minderjarige kind. De man verzocht om gezamenlijk gezag over het kind en om een omgangsregeling, terwijl de vrouw verweer voerde en vroeg om ontzegging van het omgangsrecht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de man het kind heeft erkend en dat de vrouw het eenhoofdig gezag uitoefent. De rechtbank heeft de verzoeken van de man om gezamenlijk gezag en om een omgangsregeling afgewezen, maar heeft wel een begeleide omgangsregeling vastgesteld, waarbij de regie ligt bij de gecertificeerde instelling (GI). De rechtbank oordeelde dat er momenteel te veel zorgen zijn over de veiligheid en het welzijn van het kind, en dat er nog veel stappen gezet moeten worden voordat een veilige omgang kan plaatsvinden. De rechtbank heeft de beslissing over de omgang uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk moet worden gevolgd, ook als er hoger beroep wordt ingesteld. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.