ECLI:NL:RBZWB:2024:458

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
24 januari 2024
Publicatiedatum
30 januari 2024
Zaaknummer
C/02/416145 / KG ZA 23-567
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • J. Holierhoek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Nietige dagvaarding ten gevolge van onjuiste betekening in kort geding

In deze zaak, die op 24 januari 2024 door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant is behandeld, gaat het om een kort geding waarin de man, vertegenwoordigd door mr. R.A. Remport Urban, de vrouw, die in Hongarije woont, heeft gedagvaard. De man vorderde onder andere dat de vrouw haar medewerking zou verlenen aan de overname van hun gezamenlijke woning. De vrouw was echter niet op de hoogte van de procedure omdat de dagvaarding onjuist was betekend aan het kantooradres van de advocaat van de vrouw, mr. R. Wouters, in plaats van aan haar woonadres in Hongarije. Tijdens de mondelinge behandeling op 10 januari 2024 heeft mr. Wouters aangevoerd dat de dagvaarding nietig verklaard moest worden vanwege deze onjuiste betekening. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding inderdaad niet op de juiste wijze was betekend, waardoor de vrouw niet op de hoogte was van de procedure. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de dagvaarding nietig is en heeft de man veroordeeld in de proceskosten van mr. Wouters, die op € 825,= exclusief BTW zijn vastgesteld. De uitspraak benadrukt het belang van correcte betekening in juridische procedures en de gevolgen van onjuiste betekening voor de rechtsgang.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Middelburg
zaaknummer / rolnummer: C/02/416145 / KG ZA 23-567
Vonnis in kort geding van 24 januari 2024
in de zaak van
[de man],
ingeschreven in de Basisregistratie Personen (BRP) te [plaats 1] , feitelijk verblijvende te [plaats 2] ,
eiser,
advocaat mr. R.A. Remport Urban te Linne,
tegen
[de vrouw],
wonende te [plaats 3] (Hongarije), aan de [adres 1] ,
gedaagde.
Partijen zullen hierna de man en de vrouw genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 2 januari 2024;
  • de door mr. Remport Urban tijdens de mondelinge behandeling van 10 januari 2024 overgelegde productie;
  • de mondelinge behandeling van 10 januari 2024 alwaar is verschenen de man, bijgestaan door zijn advocaat. Tevens is verschenen mr. R. Wouters, kantoorhoudende te Middelburg.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Partijen hebben een affectieve relatie gehad. Deze relatie is in oktober 2019 beëindigd. Partijen hebben geen samenlevingscontract gesloten.
2.2.
Partijen zijn sinds 16 februari 2019 gezamenlijk eigenaar, ieder voor de onverdeelde helft, van de woning te [plaats 2] , aan de [adres 2] (hierna: de woning).
2.3.
Er rust een hypothecaire geldlening op de woning waarvan de looptijd binnenkort verloopt. Beide partijen zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de hypotheek. De man betaalt de aan de woning verbonden lasten.
2.4.
De woning is tot op heden onverdeeld gebleven.

3.Het geschil

3.1.
De man heeft bij inleidende dagvaarding van 2 januari 2024 gevorderd bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. de vrouw te bevelen haar medewerking te verlenen aan overname van de gezamenlijke woning door de man, dit alles op straffe van een dwangsom van
€ 500,= per dag met een maximum van € 100.000,= en als zij hieraan niet voldoet aan dit vonnis dezelfde rechtskracht toe te kennen als een in wettige vorm opgemaakte akte, alsmede volmacht aan de notaris om de levering van het aandeel van de vrouw aan de man te kunnen realiseren;
II. subsidiair de vrouw te bevelen haar medewerking te verlenen aan het verlengen c.q. vernieuwen van de op de gezamenlijke woning rustende hypotheek die alles op straffe van een dwangsom van € 500,= per dag met een maximum van € 100.000,=.
3.2.
Mr. Wouters heeft tijdens de mondelinge behandeling aangevoerd dat de dagvaarding nietig moet worden verklaard vanwege onjuiste betekening aan de vrouw. Hij stelt daartoe dat de dagvaarding ten onrechte is betekend aan zijn kantooradres, aangezien de vrouw geen domicilie heeft gekozen aan dat adres. Daarbij komt dat de vrouw niet in Nederland woonachtig is, zodat onterecht de gewone termijn van dagvaarden in acht is genomen, aldus mr. Wouters. Mr. Wouters heeft aangegeven tevergeefs contact te hebben gezocht met de vrouw, zodat het voor hem niet duidelijk is of de vrouw wenst dat hij (ook) in deze procedure voor haar optreedt. In verband met een eerdere kort gedingprocedure tussen partijen stelt mr. Wouters wel namens de vrouw te hebben opgetreden, maar ook toen (mei 2023) heeft hij aan mr. Remport Urban kenbaar gemaakt dat de vrouw geen domicilie koos aan zijn kantooradres. Mr. Remport Urban mocht volgens mr. Wouters mede daarom niet ervan uitgaan dat de vrouw in deze procedure wèl domicilie kiest aan zijn kantooradres. De dagvaarding heeft de vrouw vanwege de onjuiste betekening niet bereikt, zodat de vrouw niet op de hoogte is van deze procedure. Mr. Wouters geeft aan pas vanaf het moment van betekening van de dagvaarding op 2 januari 2024 aan zijn kantooradres op de hoogte te zijn van deze procedure, aangezien hij voordien geen concept dagvaarding heeft ontvangen.
Mr. Wouters vordert de man te veroordelen in de door hem gemaakte werkelijke kosten, omdat er nodeloos is geprocedeerd. Hij stelt na het ontvangen van de dagvaarding direct meerdere mailberichten te hebben gestuurd aan mr. Remport Urban om kenbaar te maken dat zijn kantooradres niet als betekeningsadres kon gelden, zodat op voorhand duidelijk was dat de dagvaarding nietig was. Mr. Remport Urban heeft de procedure desondanks voortgezet. De werkelijke kosten dienen volgens mr. Wouters berekend te worden uitgaande van 3,75 arbeidsuren en een uurtarief van € 220,= exclusief BTW. Subsidiair stelt mr. Wouters dat de man dient te worden veroordeeld in het forfaitaire bedrag aan proceskosten.
3.3.
Mr. Remport Urban heeft tijdens de mondelinge behandeling aangegeven dat zij ervan is uitgegaan dat de dagvaarding aan het kantooradres van mr. Wouters mocht worden betekend. Zij stelt dit aan mr. Wouters bevestigd te hebben bij brief van 21 november 2023 en dat zij mr. Wouters voorts ook meerdere e-mailberichten heeft gestuurd, alsmede voicemailberichten bij hem heeft achtergelaten. Mr. Wouters heeft op deze berichten niet gereageerd, terwijl het volgens mr. Remport Urban op zijn weg had gelegen om haar te berichten dat zijn kantooradres niet als betekeningsadres mocht gelden. Mr. Remport Urban is dan ook van mening dat zij erop mocht vertrouwen dat de dagvaarding betekend mocht worden aan zijn kantooradres.
Mr. Remport Urban heeft namens de man verweer gevoerd tegen de door mr. Wouters gevorderde kostenveroordeling en heeft zich primair op het standpunt gesteld dat de kosten tussen partijen gecompenseerd moeten worden, omdat partijen een affectieve relatie hebben gehad. Subsidiair heeft zij aangevoerd dat in geval van een veroordeling in de werkelijke proceskosten, uitgegaan dient te worden van een arbeidstijd van maximaal één uur (de duur van de mondelinge behandeling) en 10 minuten (de reistijd van mr. Wouters) en van een meer gangbaar uurtarief van € 190,= exclusief BTW. Meer subsidiair heeft mr. Remport Urban namens de man aangevoerd dat moet worden uitgegaan van de forfaitaire bedragen.

4.De beoordeling

Nietige dagvaarding?

4.1.
Allereerst dient de vraag te worden beantwoord of het exploot van dagvaarding door de man betekend mocht worden aan het kantooradres van mr. Wouters, zoals is geschied, of dat betekend diende te worden aan het woonadres van de vrouw in Hongarije, zoals vermeld in de kop van dit vonnis.
4.2.
Dagvaarding dient bij exploot te geschieden door een daartoe bevoegde deurwaarder. De strekking van artikel 46, eerste lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv), waarin is bepaald dat de deurwaarder een afschrift van het exploot laat aan degene voor wie het is bestemd in persoon of aan diens woonplaats, is om zoveel mogelijk te waarborgen dat het afschrift degene voor wie het bestemd is daadwerkelijk bereikt. De woonplaats van een natuurlijk persoon bevindt zich op de voet van artikel 1:10 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) te zijner woonstede, en bij gebreke van een woonstede, ter plaatse van zijn werkelijk verblijf. Artikel 1:15 BW opent de mogelijkheid voor een persoon om een andere woonplaats te kiezen dan zijn werkelijke woonplaats. Een dergelijke keuze moet aan een aantal voorwaarden voldoen, waaronder de voorwaarde dat de keuze moet geschieden bij schriftelijk aangegane overeenkomst.
4.3.
Uit de tijdens de mondelinge behandeling door mr. Remport Urban overgelegde brief d.d. 21 november 2023 – welke brief mr. Wouters stelt niet te kennen - blijkt dat mr. Remport Urban aan mr. Wouters te kennen heeft gegeven dat, voor zover thans van belang, zij verschillende mailen heeft geprobeerd om hem telefonisch te bereiken en voicemailberichten heeft ingesproken, dat zij ervan uitgaat dat hij instemt met betekening aan zijn kantoor en dat zij, mocht zij dit laatste verkeerd hebben begrepen, dat graag binnen drie dagen na dagtekening van die brief van hem verneemt. Dat mr. Remport Urban naar aanleiding van deze brief niets van mr. Wouters heeft vernomen, maakt niet dat zij ervan uit mocht gaan dat het kantooradres van mr. Wouters als betekeningsadres mocht gelden. De domiciliekeuze is immers niet expliciet schriftelijk bevestigd. Dit is, zoals hiervoor uiteengezet, echter wel één van de vereisten voor de in artikel 1:15 BW neergelegde mogelijkheid van een domiciliekeuze. Daarbij komt dat mr. Wouters tijdens de mondelinge behandeling heeft verklaard dat hij mr. Remport Urban ook in mei 2023 (tijdens de eerdere kort gedingprocedure die tussen partijen aanhangig is geweest) te kennen heeft gegeven dat zijn kantooradres niet als betekeningsadres kon gelden. Mr. Remport Urban heeft dit erkend. Dit had derhalve een extra aanwijzing voor mr. Remport Urban moeten zijn dat zij er niet zomaar vanuit kon gaan dat de dagvaarding mocht worden betekend aan het kantooradres van mr. Wouters. Ten overvloede heeft te gelden dat mr. Remport Urban haar stelling dat zij meerdere voicemailberichten bij mr. Wouters zou hebben achtergelaten niet aannemelijk heeft gemaakt, aangezien tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat mr. Wouters geen voicemailfunctie op zijn telefoon heeft. Daarenboven heeft ook hier te gelden dat mr. Remport Urban er op grond van onbeantwoorde voicemailberichten ook niet vanuit had mogen gaan dat de dagvaarding betekend mocht worden aan het kantooradres van mr. Wouters.
4.4.
Gelet op het voorgaande moet worden geconcludeerd dat de dagvaarding onjuist aan de vrouw is betekend en dat het exploot de vrouw niet heeft bereikt als gevolg van dit gebrek. Nu de vrouw niet in de procedure is verschenen moet de conclusie op grond van artikel 121 lid 3 Rv luiden dat de dagvaarding nietig is. De voorzieningenrechter ziet dan ook geen aanleiding om, zoals door mr. Remport Urban gevraagd, de man de gelegenheid te geven tot herstel en zal de dagvaarding nietig verklaren.
Proceskosten
4.5.
De voorzieningenrechter ziet - anders dan te doen gebruikelijk in zaken waarin partijen een affectieve relatie hebben gehad - aanleiding om, zoals door mr. Wouters primair gevorderd, de man te veroordelen in de werkelijke proceskosten van mr. Wouters. Zoals hiervoor al overwogen, mocht mr. Remport Urban niet ervan uitgaan dat de dagvaarding mocht worden betekend aan het kantooradres van mr. Wouters. Daarbij komt dat mr. Remport Urban tijdens de mondelinge behandeling heeft erkend dat mr. Wouters haar op 3 januari 2024, dus de eerstvolgende dag na betekening van de dagvaarding aan zijn kantooradres, meerdere mails heeft gestuurd om aan te geven dat zijn kantooradres niet als betekeningsadres kon gelden. Desondanks heeft mr. Remport Urban er namens de man voor gekozen de procedure voort te zetten. Dat levert misbruik van procesrecht op. Mr. Wouters is hierdoor nodeloos op kosten gejaagd. De door mr. Wouters gestelde arbeidstijd van 3,75 uur komt de rechtbank niet bovenmatig voor gezien de door hem gestelde verrichte handelingen. Zo heeft mr. Wouters contact gezocht met de advocaat van de vrouw in Hongarije, getracht de vrouw in Hongarije te bereiken, meerdere mails gestuurd naar mr. Remport Urban en is hij verschenen op de mondelinge behandeling. Ook het door mr. Wouters gehanteerde uurtarief van € 220,= exclusief BTW is naar het oordeel van de voorzieningenrechterdoor niet onredelijk hoog. Gelet op het voorgaande stelt de voorzieningenrechter de proceskosten van mr. Wouters vast op het door hem begrote bedrag van (3,75 uur x € 220 =) € 825,= exclusief BTW.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
verklaart de dagvaarding nietig;
5.2.
veroordeelt de man in de proceskosten van mr. Wouters die tot heden worden vastgesteld op € 825,= exclusief BTW.
Dit vonnis is gewezen door mr. Holierhoek en in het openbaar uitgesproken op 24 januari 2024.