ECLI:NL:RBZWB:2024:4582
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Rekestprocedure
- M. de Beer
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorzieningen en zorgregeling in een echtscheidingsprocedure met betrekking tot minderjarigen
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 14 juni 2024 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende voorlopige voorzieningen in het kader van een echtscheiding. De man en de vrouw, beiden wonende in Middelburg, hebben een verzoek ingediend voor voorlopige voorzieningen met betrekking tot de zorg voor hun minderjarige kinderen en het gebruik van de echtelijke woning. De man verzoekt om het uitsluitend gebruik van de echtelijke woning en de toevertrouwing van de kinderen aan hem, terwijl de vrouw verzoekt om de kinderen aan haar toe te vertrouwen en een zorgregeling te treffen. Tijdens de mondelinge behandeling op 19 april 2024 zijn beide partijen verschenen, bijgestaan door hun advocaten, en is er een mediator aanwezig geweest. De rechtbank heeft partijen verwezen naar mediation, maar deze is niet geslaagd. De rechtbank heeft vervolgens de verzoeken beoordeeld en bepaald dat de man het uitsluitend gebruik van de echtelijke woning krijgt toegewezen. De rechtbank heeft ook beslist dat de zorg voor de kinderen wordt verdeeld, waarbij de man en de vrouw elk de zorg voor één kind krijgen. De zorgregeling is vastgesteld op basis van co-ouderschap, waarbij de kinderen afwisselend bij de ouders verblijven. Daarnaast is de man verplicht om een bijdrage van € 238,- per maand te betalen voor de verzorging en opvoeding van één van de kinderen, met ingang van 1 januari 2024. Het verzoek van de vrouw om partneralimentatie is afgewezen, omdat de rechtbank oordeelt dat zij niet behoeftig is. De beslissing is definitief en staat niet open voor hoger beroep.