ECLI:NL:RBZWB:2024:4585

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
2 juli 2024
Publicatiedatum
4 juli 2024
Zaaknummer
C/02/394055 / FA RK 22-352
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Hendriks
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over zorgregeling en voogdijuitoefening in pleegoudervoogdij

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 2 juli 2024, betreft het een geschil in de uitoefening van pleegoudervoogdij. De vrouw, vertegenwoordigd door mr. G.R. Dorhout-Tielken, en de man, vertegenwoordigd door mr. I.R. Feddema, hebben een zorgregeling voor hun minderjarige kinderen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2], ter goedkeuring voorgelegd aan de rechtbank. De rechtbank heeft eerder in 2022 partijen verwezen naar het Uniform Hulpaanbod, maar het traject bij de zorgaanbieder Schakelkracht is vastgelopen. Tijdens de mondelinge behandeling op 23 mei 2024 zijn de partijen tot overeenstemming gekomen over de zorgregeling, waarbij de kinderen om de veertien dagen bij de man verblijven en er afspraken zijn gemaakt over de verdeling van vakanties en speciale dagen zoals Kerst en Oud & Nieuw.

De rechtbank heeft de afspraken tussen de partijen vastgelegd in de beschikking, waarbij de zorgregeling uitvoerbaar bij voorraad is verklaard. De rechtbank heeft ook bepaald dat de vrouw verantwoordelijk is voor het halen en brengen van de kinderen naar medische afspraken, en dat de communicatie tussen de ouders over medische beslissingen moet plaatsvinden met betrokkenheid van een professional indien nodig. De beschikking is openbaar uitgesproken door mr. Hendriks, die tevens kinderrechter is, en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Team Familie- en Jeugdrecht
Zittingsplaats: Middelburg
Zaaknummer: C/02/394055 / FA RK 22-352
datum uitspraak: 2 juli 2024
beschikking betreffende geschil in voogdijuitoefening
in de zaak van
[de vrouw],
hierna te noemen: de vrouw,
wonende te [woonplaats 1] ,
advocaat: mr. G.R. Dorhout-Tielken te Soest,
tegen
[de man] ,
hierna te noemen: de man,
thans wonende te [woonplaats 2] ,
advocaat: mr. I.R. Feddema te Amsterdam,
over de minderjarigen:
[minderjarige 1], geboren te [geboorteplaats 1] op [geboortedag 1] 2011,
hierna: [minderjarige 1] ,
[minderjarige 2], geboren te [geboorteplaats 2] op [geboortedag 2] 2013,
hierna: [minderjarige 2] .
Als informant wordt aangemerkt:
Stichting Jeugdbescherming Brabant,
locatie Etten-Leur,
hierna te noemen de GI.
Op grond van het bepaalde in artikel 810 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is in de procedure gekend:
- de Raad voor de Kinderbescherming, regio Zuidwest Nederland, locatie Middelburg,
hierna te noemen: de Raad, om de rechtbank over het verzoek te adviseren.

1.Het verdere procesverloop

1.1
De rechtbank oordeelt op grond van de navolgende stukken:
- de beschikking van deze rechtbank van 26 juli 2022;
- de rapportage van de zorgaanbieder van 19 oktober 2023;
- de brief van de Raad van 7 november 2023;
- het rapport van de Raad van 22 maart 2024.
1.2
De verzoeken zijn nader mondeling behandeld op 23 mei 2024, gezamenlijk met het verzoek van de Raad tot ondertoezichtstelling van de minderjarigen, welke procedure bij de rechtbank bekend is onder zaak- en rekestnummer C/02/420576 / JE RK 24-529. In die procedure zijn de minderjarigen bij beschikking van 23 mei 2024 onder toezicht gesteld van de GI met ingang van 23 mei 2024 en tot 23 mei 2025. Bij die behandeling zijn gekomen partijen, met hun advocaten. Ook was een vertegenwoordiger aanwezig namens de Raad. Ook was aanwezig en een zittingsvertegenwoordigster van de GI.
1.3
Voor deze mondelinge behandeling heeft de rechter met [minderjarige 1] gesproken over het verzoek. De rechter heeft tijdens de mondelinge behandeling samengevat wat [minderjarige 1] heeft verteld. De aanwezigen hebben hier op kunnen reageren.

2.De verdere beoordeling

2.1.
Bij beschikking van 26 juli 2022 zijn partijen door de rechtbank verwezen naar het Uniform Hulpaanbod. Partijen hebben in het kader van het Uniform Hulpaanbod een hulpverleningstraject bij Schakelkracht gevolgd. Uit de rapportage van de zorgaanbieder blijkt dat de gestelde doelen deels zijn behaald. Het traject bij Schakelkracht is om meerdere redenen vastgelopen. Zo hadden partijen een verschillend doel voor ogen en bestond er tussen partijen een verschil in visie over het kindercoachingstraject voor [minderjarige 2] . Aanvankelijk besloot de Raad om geen onderzoek te doen. Hoewel binnen het Uniform Hulpaanbod niet alle doelen waren behaald, kwam uit het gesprek naar voren dat er wel enkele positieve stappen waren gezet. Het contact tussen de man en de minderjarigen bleek weer goed tot stand te zijn gekomen en partijen hadden overeenstemming bereikt over de zorgregeling. De rapportage van Schakelkracht heeft de Raad echter weer doen besluiten om wel onderzoek te doen. Partijen zijn deels tot afspraken gekomen, maar er zijn nog een aantal geschilpunten die partijen verdeeld houden. De Raad heeft de rechtbank omtrent die geschilpunten geadviseerd.
2.2.
Door en namens de vrouw is tijdens de mondelinge behandeling aangevoerd dat er nog steeds een aantal geschilpunten zijn waar de ouders geen overeenstemming over kunnen bereiken. Zo is er geen overeenstemming over het halen en brengen van de kinderen. De vrouw wil dat de suggesties die de Raad in het raadsrapport heeft gedaan worden opgevolgd en worden vastgelegd in een beschikking. Ook is het nodig dat wordt vastgelegd dat de man zijn toestemming geeft zodat de kinderen zoveel mogelijk in staat worden gesteld tot het volgen van hobby’s en sportactiviteiten zodat verdere discussie tussen de ouders wordt voorkomen.
2.3.
Door en namens de man is tijdens de mondelinge behandeling aangevoerd dat partijen het in principe eens zijn over de zorgregeling. Partijen zijn overeengekomen dat de kinderen een weekend per veertien dagen bij de man verblijven in die zin dat zij één keer per vier weken een lang weekend van vrijdag 18.00 uur tot zondag 17.00 uur bij de man verblijven. Vanwege sportverplichtingen verblijven de kinderen het andere weekend in de vier weken van zaterdag 12.30 uur tot zondag 17.00 uur bij de man. De man vindt het jammer dat dit laatste weekend korter is, maar hij vindt het wel belangrijk dat de kinderen hun sport blijven beoefenen. Naar voren is gekomen dat de kinderen met Oud & Nieuw het liefst bij hun moeder verblijven. Dat stemt de man verdrietig, maar in het belang van de minderjarigen legt hij zich daarbij neer.
2.4.
Partijen hebben tijdens de mondelinge behandeling vervolgens overeenstemming bereikt. Zij verzoeken de rechtbank om deze afspraken op te nemen in een beschikking.
2.5.
Partijen zijn ten aanzien van de zorgregeling het volgende overeengekomen:
- de minderjarigen verblijven een weekend per veertien dagen bij de man, in die zin dat zij één keer per vier weken een lang weekend van vrijdag 18.00 uur tot zondag 17.00 uur bij de man verblijven en één keer per vier weken, in verband met sportactiviteiten, een kort weekend van zaterdag 12.30 uur tot zondag 17.00 uur;
- de minderjarigen verblijven tijdens de Kerstdagen één dag bij de man en één dag bij de vrouw, in nader onderling overleg tussen partijen vast te stellen;
- de minderjarigen verblijven tijdens Oud & Nieuw bij de vrouw;
- ten aanzien van de verdeling van de overige dagen in de kerstvakantie zullen partijen, zo nodig met behulp van hulpverlening in het kader van de ondertoezichtstelling, nadere afspraken maken;
- de minderjarigen vieren Vaderdag en Moederdag bij de ouder bij wie ze op basis van de reguliere zorgregeling dat weekend verblijven;
- indien de minderjarigen in het weekend van Pasen en Pinksteren bij de man verblijven dan verblijven de minderjarigen ook op Tweede Paasdag respectievelijk Tweede Pinksterdag nog bij de man. De man brengt de minderjarigen op die dagen dan om 17:00 uur terug naar de vrouw;
- in de zomervakantie verblijven de minderjarigen gedurende twee weken aaneensluitend bij de man. Partijen zullen in onderling overleg met elkaar en daarna in afstemming met de minderjarige afspreken of de minderjarigen na die twee weken ook nog een derde week in de zomervakantie bij de man zullen verblijven;
- de minderjarigen verblijven het ene jaar in de voorjaarsvakantie bij de man en in de herfstvakantie bij de vrouw, en het andere jaar in de voorjaarsvakantie bij de vrouw en in de herfstvakantie bij de man;
- in de meivakantie verblijven de minderjarigen één week bij de man en de andere week bij de vrouw, in onderling overleg tussen partijen af te spreken, met dien verstande dat als de verjaardag van [minderjarige 2] in de meivakantie valt, de minderjarigen in de week waarin [minderjarige 2] jarig is, bij de vrouw zullen verblijven en de andere week bij de man;
- de minderjarigen verblijven op hun verjaardag altijd bij de vrouw, ook al verblijven ze op die dag op grond van de zorgregeling eigenlijk bij de man.
De man zal het halen en brengen van de minderjarigen in het kader van de zorgregeling voor zijn rekening nemen.
2.6.
Partijen zijn daarnaast het navolgende overeengekomen:
- De vrouw zal het halen en brengen van de minderjarigen van en naar medische afspraken voor haar rekening nemen.
- Ten aanzien van medische afspraken geldt voorts, conform het advies van de Raad, dat de ene (pleeg)ouder de andere (pleeg)ouder zal informeren. Komen (pleeg)ouders er onderling niet uit, dan betrekken zij een professional (huisarts, CJG of school, bij het nemen van beslissingen. Komen zij er dan alsnog niet uit, dan kan een van hen de rechter om vervangende toestemming voor een medische behandeling voor de minderjarigen verzoeken;
- De man zal de beschikking krijgen over de mobiele nummers van de minderjarigen.
- De mobiele telefoons van de minderjarigen mogen zij meenemen als zij naar de andere (pleeg)ouder gaan. Zo kunnen de minderjarigen desgewenst een Whatsapp-bericht sturen naar de andere (pleeg)ouder sturen dan degene bij wie ze op dat moment verblijven. Partijen hebben daarbij uitdrukkelijk afgesproken dat de mobiele telefoons van de minderjarigen niet zullen worden gebruikt voor het uitwisselen van informatie en afstemming op ouderniveau. Dergelijk overleg dient plaats te vinden tussen partijen onderling.
- Partijen zullen, zo nodig met behulp van de hulpverlening in het kader van de ondertoezichtstelling, nadere afspraken met elkaar maken over de onderlinge (geschil)punten waarover zij nu (nog) geen afspraken hebben gemaakt en waarover thans geen verzoek aan de rechtbank voorligt.
2.7.
De rechtbank zal voornoemde afspraken op onderstaande wijze vastleggen in deze beschikking.
2.8.
De rechtbank zal de beslissing ten aanzien van de zorgregeling uitvoerbaar bij voorraad verklaren.
2.9.
Het meer of anders verzochte zal worden afgewezen.

3.De beslissing

De rechtbank:
3.1.
bepaalt, overeenkomstig hetgeen partijen zijn overeengekomen, dat tussen partijen en de minderjarigen [minderjarige 1] , geboren te [geboorteplaats 1] op [geboortedag 1] 2011 en [minderjarige 2] , geboren te [geboorteplaats 2] op [geboortedag 2] 2013, de navolgende regeling inzake de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken geldt:
- de minderjarigen verblijven een weekend per veertien dagen bij de man, in die zin dat zij één keer per vier weken een lang weekend van vrijdag 18.00 uur tot zondag 17.00 uur bij de man verblijven en één keer per vier weken, in verband met sportactiviteiten, een kort weekend van zaterdag 12.30 uur tot zondag 17.00 uur;
- de minderjarigen verblijven tijdens de Kerstdagen één dag bij de man en één dag bij de vrouw, in nader onderling overleg tussen partijen vast te stellen;
- de minderjarigen verblijven tijdens Oud & Nieuw bij de vrouw;
- ten aanzien van de verdeling van de overige dagen in de kerstvakantie zullen partijen, zo nodig met behulp van hulpverlening in het kader van de ondertoezichtstelling, nadere afspraken maken;
- de minderjarigen vieren Vaderdag en Moederdag bij de ouder bij wie ze op basis van de reguliere zorgregeling dat weekend verblijven;
- indien de minderjarigen in het weekend van Pasen en Pinksteren bij de man verblijven dan verblijven de minderjarigen ook op Tweede Paasdag respectievelijk Tweede Pinksterdag nog bij de man. De man brengt de minderjarigen op die dagen dan om 17:00 uur terug naar de vrouw;
- in de zomervakantie verblijven de minderjarigen gedurende twee weken aaneensluitend bij de man. Partijen zullen in onderling overleg met elkaar en daarna in afstemming met de minderjarigen afspreken of de minderjarigen na die twee weken ook nog een derde week in de zomervakantie bij de man zullen verblijven;
- de minderjarigen verblijven het ene jaar in de voorjaarsvakantie bij de man en in de herfstvakantie bij de vrouw, en het andere jaar in de voorjaarsvakantie bij de vrouw en in de herfstvakantie bij de man;
- in de meivakantie verblijven de minderjarigen één week bij de man en de andere week bij de vrouw, in onderling overleg tussen partijen af te spreken, met dien verstande dat als de verjaardag van [minderjarige 2] in de meivakantie valt, de minderjarigen in de week waarin [minderjarige 2] jarig is, bij de vrouw zullen verblijven en de andere week bij de man;
- de minderjarigen verblijven op hun verjaardag altijd bij de vrouw, ook al verblijven ze op die dag op grond van de zorgregeling eigenlijk bij de man.
De man zal het halen en brengen van de minderjarigen in het kader van de zorgregeling voor zijn rekening nemen;
3.2.
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
3.3.
verstaat dat partijen daarnaast het volgende overeengekomen zijn:
- de vrouw zal het halen en brengen van de minderjarigen in het kader van medische afspraken voor haar rekening nemen.
- ten aanzien van medische afspraken geldt, conform het advies van de Raad, dat de ene (pleeg)ouder de andere (pleeg)ouder zal informeren. Komen (pleeg)ouders er onderling niet uit, dan betrekken zij een professional (huisarts, CJG of school, bij het nemen van beslissingen. Komen zij er dan alsnog niet uit, dan kan een van hen de rechter om vervangende toestemming voor een medische behandeling voor de minderjarigen verzoeken;
- de man zal de beschikking krijgen over de mobiele nummers van de minderjarigen;
- de mobiele telefoons van de minderjarigen mogen zij meenemen als zij naar de andere (pleeg)ouder gaan. Zo kunnen de minderjarigen desgewenst een Whatsapp-bericht sturen naar de andere (pleeg)ouder sturen dan degene bij wie ze op dat moment verblijven. Partijen hebben daarbij uitdrukkelijk afgesproken dat de mobiele telefoons van de minderjarigen niet zullen worden gebruikt voor het uitwisselen van informatie en afstemming op ouderniveau. Dergelijk overleg dient plaats te vinden tussen partijen onderling.
- partijen zullen, zo nodig met behulp van de hulpverlening in het kader van de ondertoezichtstelling, nadere afspraken met elkaar maken over de onderlinge (geschil)punten waarover zij nu (nog) geen afspraken hebben gemaakt en waarover thans geen verzoek aan de rechtbank voorligt;
3.4.
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. Hendriks, rechter, tevens kinderrechter, en in het openbaar uitgesproken op 2 juli 2024 in tegenwoordigheid van de griffier.
Mededeling van de griffier:
Indien hoger beroep tegen deze beschikking mogelijk is, kan dat worden ingesteld:
  • door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
  • door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het
gerechtshof ’s-Hertogenbosch.