ECLI:NL:RBZWB:2024:4593
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Rekestprocedure
- M. de Beer
- Rechtspraak.nl
Vervangende toestemming voor vakantie naar Canada met minderjarigen
In deze zaak heeft de vrouw, eiseres, een vordering ingediend bij de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant om vervangende toestemming te verkrijgen voor een vakantie naar Canada met haar minderjarige kinderen. De man, gedaagde, heeft zijn toestemming geweigerd, onder andere vanwege zorgen over de veiligheid van de kinderen in verband met het verleden van de vrouw, die seksueel misbruikt is door haar vader. De vrouw heeft echter maatregelen genomen om de veiligheid van de kinderen te waarborgen en heeft aangegeven dat zij altijd toezicht zal houden tijdens het contact met haar vader. De Raad voor de Kinderbescherming heeft tijdens de mondelinge behandeling geadviseerd dat het in het belang van de kinderen is om op vakantie te gaan met hun moeder. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat het belang van de kinderen voorop staat en dat er geen feiten zijn die de vordering van de vrouw in de weg staan. De voorzieningenrechter heeft de man veroordeeld tot afgifte van de Canadese paspoorten van de kinderen en toestemming verleend voor de vakantie naar Canada van 6 juli 2024 tot 31 juli 2024. Tevens is toestemming verleend voor de aanvraag van een Canadees paspoort voor de oudste minderjarige. De proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.