Uitspraak
1.de naamloze vennootschap CZ ZORGVERZEKERINGEN N.V.2. de onderlinge waarborgmaatschappij CZ GROEP U.A.,
1.[gedaagde sub 1] ,2. [gedaagde sub 2] ,
1.De procedure
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek met producties;
- de conclusie van dupliek.
2.De feiten
“(…)Op 7 september 2017 was onze verzekerde, [naam 2] slachtoffer van een mishandeling. De medische kosten die zijn ontstaan door deze mishandeling, hebben wij als zorgverzekeraar betaald.AansprakelijkheidVolgens de uitspraak van de rechtbank bent u veroordeeld voor deze mishandeling. Volgens artikel 7:962 Burgerlijk Wetboek mogen wij de door ons betaalde medische kosten verhalen. Wij stellen u en de eventuele mededader(s) aansprakelijk voor de vordering.Met deze brief behouden wij ons ondubbelzinnig en uitdrukkelijk alle rechten voor betreffende de schade voortvloeiende uit het onderliggende ongeval, waardoor deze brief tevens is op te vatten als een schriftelijke aanmaning c.q. mededeling, ter stuiting van de verjaring ex art. 3:317 BW.(…)”
3.Het geschil
- het bedrag van € 5.624,00 vermeerderd met de wettelijke rente over de (nog openstaande) hoofdsom vanaf 4 december 2023 tot alles is betaald,
- de kosten van de procedure.
4.De beoordeling
Hoofdsom
Wettelijke rente
Buitengerechtelijke incassokosten
Proceskosten