In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 28 juni 2024 een nadere beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de machtiging voor gesloten jeugdhulp voor een minderjarige, geboren in 2007. De kinderrechter heeft het verzoek van de Gecertificeerde Instelling (GI), Stichting Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering, toegewezen. De minderjarige, die onder toezicht staat van de GI, heeft te maken met ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen, waaronder verslavingsproblematiek. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige recent een ernstige terugval heeft gehad in haar middelengebruik, wat de noodzaak voor een gesloten plaatsing onderstreept. De kinderrechter heeft de machtiging verleend voor de duur van één maand, met ingang van 9 juli 2024 en tot 9 augustus 2024, om de minderjarige in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te laten verblijven. Dit besluit is genomen na een zorgvuldige afweging van de belangen van de minderjarige, de zorgen van de ouders en de aanbevelingen van de gedragswetenschapper. De kinderrechter heeft benadrukt dat er dringend gezocht moet worden naar een passende vervolgplek voor de minderjarige, waar zij kan werken aan haar verslavingsproblematiek en verdere begeleiding kan ontvangen. De ouders hebben ingestemd met het verzoek van de GI, maar zijn ook bezorgd over de risico's van een terugval. De kinderrechter heeft de ouders en de GI aangespoord om samen te werken aan een oplossing voor de toekomst van de minderjarige.