Op 4 juli 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beschikking gegeven in de zaak met nummer 11059937 OV VERZ 24-1865. Het verzoek tot benoeming van een vervangend executeur werd ingediend door mevrouw [verzoekster], die als belanghebbende in deze zaak is aangemerkt. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 18 april 2024 werd ingediend, gevolgd door verschillende correspondenties tussen de griffier, verzoekster en de heer [belanghebbende].
De zaak betreft de nalatenschap van mevrouw [erflaatster], die op 30 maart 2024 is overleden. In haar testament, opgesteld op 12 mei 2010, heeft zij haar partner, de heer [partner erflaatster], en haar kinderen, waaronder verzoekster en de heer [belanghebbende], als erfgenamen benoemd. De heer [partner erflaatster] was ook benoemd tot executeur, maar is op [datum 1] 2016 overleden. Het testament voorziet in de mogelijkheid voor de kantonrechter om een vervangend executeur te benoemen indien de benoemde executeur ontbreekt.
Verzoekster heeft verzocht om haar benoeming als vervangend executeur, onderbouwd met het feit dat zij als bewindvoerder en mentor van erflaatster tot haar overlijden betrokken was en over de benodigde informatie beschikt. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de voorwaarden voor benoeming van een vervangend executeur zijn vervuld, aangezien de belanghebbende, de heer [belanghebbende], heeft ingestemd met de benoeming van verzoekster. De kantonrechter heeft vervolgens besloten om verzoekster te benoemen als vervangend executeur van de nalatenschap van mevrouw [erflaatster]. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.