ECLI:NL:RBZWB:2024:4733

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
15 mei 2024
Publicatiedatum
11 juli 2024
Zaaknummer
10812718 \ CV EXPL 23-3668
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Van der Burgt
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van een tandartsfactuur en de rechtsgeldigheid van de betalingsregeling

In deze civiele procedure vordert Infomedics B.V. betaling van een openstaande tandartsfactuur van € 105,74, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De zaak betreft een behandeling die [gedaagde] op 11 april 2023 heeft ondergaan bij [tandartspraktijk]. Infomedics heeft de vordering op [gedaagde] overgenomen van [tandartspraktijk] en heeft de kosten van de behandeling gefactureerd. [gedaagde] heeft de factuur niet tijdig voldaan en een betalingsherinnering is verzonden. Ondanks een overeengekomen betalingsregeling met het incassobureau CMIB, heeft [gedaagde] ook deze niet nageleefd.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat Infomedics als eisende partij bevoegd is en dat [gedaagde] in beginsel gehouden is om de factuur te betalen. [gedaagde] heeft verweer gevoerd, stellende dat de tandarts de behandeling niet goed heeft uitgevoerd, maar dit verweer is door de kantonrechter gepasseerd. De kantonrechter oordeelt dat [gedaagde] niet voldoende bewijs heeft geleverd voor haar stelling dat de behandeling gebrekkig was. De vordering van Infomedics wordt toegewezen, inclusief de wettelijke rente en de buitengerechtelijke incassokosten. Tevens wordt [gedaagde] veroordeeld tot betaling van de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Bergen op Zoom
Zaaknummer: 10812718 \ CV EXPL 23-3668
Vonnis van 15 mei 2024
in de zaak van
INFOMEDICS B.V., M.H.O.D.N. INFOMEDICS FACTORING, UWNOTA.NL, DFA SERVICES EN INFOMEDICS DFA,
te Almere,
eisende partij,
hierna te noemen: Infomedics,
gemachtigde: Bosveld Incasso en Gerechtsdeurwaarders,
tegen
[gedaagde],
te [plaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 2 november 2023, met producties;
- het mondelinge antwoord van 29 november 2023, waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt;
- de conclusie van repliek, met producties;
- de conclusie van dupliek.
1.2.
Ten slotte heeft de kantonrechter vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Eind maart 2023 is [gedaagde] op controle geweest bij een van de tandartsen van [tandartspraktijk] (hierna: [tandartspraktijk] ). Zij heeft vervolgens op 11 april 2023 bij deze tandarts (hierna: de tandarts) een behandeling gehad. Deze behandeling bestond uit het aanbrengen van een vulling in drie elementen, waaronder een kies linksboven, element 26 (hierna: de behandeling en de kies).
2.2.
[tandartspraktijk] heeft haar vorderingen op patiënten gecedeerd aan Infomedics Finance B.V., die op haar beurt opdracht heeft gegeven aan Infomedics om de vorderingen in eigen naam te incasseren.
2.3.
Infomedics heeft de kosten van de behandeling van in totaal € 355,74 bij factuur van 17 april 2023 (hierna: de factuur) aan [gedaagde] in rekening gebracht, onder aftrek van een bedrag van € 250,00 aan vergoeding van de zorgverzekeraar, waarmee een door [gedaagde] nog te betalen bedrag van € 105,74 resteerde. In de factuur is 17 mei 2023 als vervaldatum opgenomen.
2.4.
[gedaagde] is op 25 april 2023 met klachten over de kies teruggegaan naar de tandarts. Deze heeft toen kosteloos een aanvullende behandeling aan de kies uitgevoerd. Op 26 mei 2023 is [gedaagde] opnieuw met klachten naar [tandartspraktijk] teruggegaan. Zij is toen bij een andere tandarts geweest. Er heeft geen verdere behandeling plaatsgevonden.
2.5.
[gedaagde] heeft de factuur niet binnen de vervaltermijn voldaan. Infomedics heeft op 19 mei 2023 een betalingsherinnering gestuurd. Zij heeft [gedaagde] in deze e-mail een termijn van 15 dagen geboden om zonder incassokosten en wettelijke rente het bedrag van € 105,74 te voldoen. [gedaagde] is ook niet binnen deze termijn tot betaling overgegaan.
2.6.
Op 21 juli 2023 heeft [gedaagde] contact opgenomen met het door Infomedics ingeschakelde incassobureau CMIB, waarna voor het bedrag van € 105,74 een betalingsregeling is overeengekomen. Deze betalingsregeling is op 27 juli 2023 door CMIB schriftelijk aan [gedaagde] bevestigd. [gedaagde] is deze betalingsregeling niet nagekomen. Zij heeft, ook na daartoe op 25 augustus 2023 nogmaals te zijn aangemaand, geen enkele betaling verricht.

3.Het geschil

3.1.
Infomedics B.V. vordert dat de kantonrechter [gedaagde] veroordeelt tot betaling van € 153,33, te vermeerderen met de wettelijke rente over de hoofdsom van € 105,74 vanaf 20 oktober 2023 tot de dag van algehele voldoening. Het door Infomedics gevorderde bedrag van € 153,33 bestaat uit een hoofdsom van € 105,74, een bedrag van € 7,59 aan wettelijke rente vanaf 17 mei 2023 tot 20 oktober 2023 en de buitengerechtelijke incassokosten van € 40,00. Infomedics vordert ook dat [gedaagde] in de proceskosten wordt veroordeeld en dat het vonnis uitvoerbaar bij voorraad wordt verklaard.
3.2.
Volgens Infomedics heeft [gedaagde] op 11 april 2023 bij [tandartspraktijk] een behandeling gehad die door Infomedics op 17 april 2023 in rekening is gebracht en weigert [gedaagde] ten onrechte deze kosten te voldoen. De behandeling op 11 april 2023 is in opdracht van [gedaagde] gebeurd en daarom dient de factuur te worden betaald. Daar komt nog bij dat [gedaagde] de factuur heeft erkend doordat zij op 21 juli 2023 telefonisch contact heeft opgenomen met CMIB en er toen een betalingsregeling is afgesproken, die zij echter vervolgens niet is nagekomen.
3.3.
[gedaagde] voert verweer. Zij erkent dat zij opdracht heeft gegeven voor de behandeling. Zij betwist daarentegen dat zij de factuur moet betalen. Zij stelt daartoe dat de tandarts de behandeling niet goed heeft uitgevoerd en dat dit door een tandarts van een andere tandartspraktijk is vastgesteld. Volgens [gedaagde] heeft deze tandarts geconstateerd dat de kies slecht is gevuld en daarom moet worden getrokken. Dat betekent dat ook haar prothese moet worden aangepast, waarmee een bedrag van € 550,00 aan kosten is gemoeid, welke kosten zij volledig zelf zal moeten, maar niet zal kunnen betalen.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Bevoegdheid Infomedics als eisende partij
4.1.
De vraag die als eerste beantwoord moet worden is of Infomedics wel als eisende partij kan optreden. Naar het oordeel van de kantonrechter is dat het geval. Deze bevoegdheid volgt uit de onweersproken stelling van Infomedics dat [tandartspraktijk] haar vordering op [gedaagde] heeft overgedragen aan Infomedics Finance B.V. en dat Infomedics Finance B.V. een overeenkomst van lastgeving heeft gesloten met Infomedics.
De hoofdsom
4.2.
Volgens Infomedics heeft [gedaagde] erkend dat zij de factuur moet betalen, door in juli 2023 een betalingsregeling aan te gaan. Aan deze stelling gaat de kantonrechter voorbij. Van een in beginsel onherroepelijke gerechtelijke erkentenis als bedoeld in artikel 154 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) is geen sprake. Het staat [gedaagde] dan ook vrij om het standpunt in te nemen dat zij geen betaling is verschuldigd. Mocht Infomedics hebben bedoeld te stellen dat [gedaagde] met het aangaan van de betalingsregeling haar recht heeft verwerkt om in deze procedure tegen de factuur bezwaar te maken en zich in zoverre tegen de vordering te verweren, dan is de kantonrechter van oordeel dat dit hier niet opgaat. Van rechtsverwerking is slechts sprake als de gerechtigde (in dit geval [gedaagde] ) zich heeft gedragen op een wijze die naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onverenigbaar is met het vervolgens geldend maken van het betrokken recht. De enkele omstandigheid dat [gedaagde] akkoord is gegaan met een betalingsregeling waarin het bedrag van de factuur van 17 april 2023 is opgenomen, is daartoe echter onvoldoende. Het is niet gesteld of gebleken dat Infomedics in haar rechtspositie onredelijk wordt benadeeld omdat [gedaagde] haar bezwaren tegen de factuur niet eerder dan in deze procedure kenbaar heeft gemaakt, bijvoorbeeld omdat Infomedics door tijdsverloop niet meer over gegevens beschikt om haar vordering mee te onderbouwen. Daarmee komt de kantonrechter dus toe aan de inhoudelijke beoordeling van de vordering en het daartegen gevoerde verweer.
4.3.
Niet in geschil is dat in opdracht van [gedaagde] op 11 april 2023 drie vullingen zijn geplaatst en dat de kosten daarvan na aftrek van de vergoeding van de zorgverzekeraar € 105,74 bedragen. Dat betekent dat [gedaagde] in beginsel gehouden is om dit bedrag te betalen.
4.4.
Naar de kantonrechter het verweer van [gedaagde] begrijpt, stelt zij dat de tandarts de behandeling niet goed heeft uitgevoerd, dat zij door die tekortkoming tot € 550,00 schade lijdt en dat zij om die reden het bedrag van € 105,74 niet is verschuldigd. [gedaagde] beroept zich daarmee bij wijze van verweer op verrekening.
4.5.
Het verweer van [gedaagde] wordt gepasseerd. Dat sprake is van een tekortkoming in de nakoming van de behandelingsovereenkomst, is door Infomedics, onder verwijzing naar de nadere toelichting van de tandarts, betwist en door [gedaagde] onvoldoende onderbouwd. [gedaagde] volstaat met de enkele stelling dat de behandeling niet deugdelijk is uitgevoerd, maar dat is onvoldoende. Zij heeft dit niet verder toegelicht en heeft de door haar gestelde tekortkoming en schade niet, bijvoorbeeld met een verklaring van de andere tandarts die zij stelt te hebben geraadpleegd, nader onderbouwd. Zij heeft dan ook niet aan de op haar rustende stelplicht voldaan. Daar komt bij dat de rechter een vordering ondanks een beroep van de verweerder op verrekening kan toewijzen, indien de gegrondheid van dit verweer niet op eenvoudige wijze is vast te stellen en de vordering overigens voor toewijzing vatbaar is (artikel 6:119 BW). Het beroep dat [gedaagde] doet op verrekening slaagt dan ook niet.
4.6.
Het bovenstaande leidt tot de conclusie dat de hoofdsom toewijsbaar is.
De wettelijke rente
4.7.
De kantonrechter wijst ook de over de hoofdsom gevorderde wettelijke rente toe. De wettelijke rente is de schadevergoeding die is verschuldigd omdat er vertraging is in de voldoening van een geldsom. Deze wettelijke rente is verschuldigd vanaf 17 mei 2023, omdat op deze datum de betaaltermijn is verstreken en [gedaagde] daarom vanaf dat moment met de betaling in verzuim is.
De buitengerechtelijke incassokosten
4.8.
Infomedics maakt ook aanspraak op vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter stelt vast dat het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) van toepassing is. Infomedics heeft aan [gedaagde] een aanmaning gestuurd die voldoet aan de eisen van artikel 6:96 lid 6 BW. Het gevorderde bedrag komt overeen met het in het Besluit bepaalde tarief. De kantonrechter wijst de gevorderde vergoeding van de buitengerechtelijke incassokosten dan ook toe.
De proceskosten
4.9.
[gedaagde] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Infomedics worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding € 107,84
- griffierecht € 128,00
- salaris gemachtigde € 80,00 (2,00 punten × € 40,00)
- nakosten
€ 20,00
Totaal € 335,84

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Infomedics € 153,33 te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 105,74 vanaf 20 oktober 2023 tot de dag van algehele betaling,
5.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten van € 335,84, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet [gedaagde] ook de kosten van betekening betalen,
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. Van der Burgt en in het openbaar uitgesproken op 15 mei 2024.