ECLI:NL:RBZWB:2024:4742
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Bodemzaak
- M. van der Lende-Mulder Smit
- Rechtspraak.nl
Vordering tot ontbinding en ontruiming van een huurwoning door een sociale verhuurder in het kader van een huurachterstand en beschermingsbewind
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 19 juni 2024 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen Stichting Clavis en de bewindvoerder van een huurder, [belanghebbende]. Clavis vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning vanwege een huurachterstand van € 2.487,56. De huurder, onder beschermingsbewind, had sinds 2015 een woning gehuurd van Clavis en had in 2021 een betalingsregeling getroffen na een eerdere huurachterstand. De bewindvoerder voerde aan dat Clavis niet tijdig melding had gemaakt van de huurachterstand bij de gemeente, wat had kunnen leiden tot vroegtijdige schuldhulpverlening. De kantonrechter oordeelde dat, hoewel er sprake was van een ernstige tekortkoming door de huurachterstand, de ontbinding van de huurovereenkomst niet gerechtvaardigd was gezien de persoonlijke omstandigheden van de huurder, waaronder het herstel van zijn financiële situatie en de impact op zijn kinderen. De vorderingen tot ontbinding en ontruiming werden afgewezen, maar de vordering tot betaling van de achterstallige huur en incassokosten werd toegewezen. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.