In deze civiele zaak vordert Q-Park Operations Netherlands B.V. betaling van € 571,49 aan hoofdsom, vermeerderd met rente en proceskosten van de gedaagde, die op 29 juni 2023 de parkeeraccommodatie van Q-Park bij Amsterdam-Centraal heeft verlaten zonder te betalen, door 'treintje' te rijden. Q-Park stelt dat de gedaagde in strijd heeft gehandeld met de tussen partijen gesloten overeenkomst en de algemene voorwaarden. De gedaagde erkent dat hij 'treintje' heeft gereden, maar doet een beroep op overmacht, stellende dat hij een uitrijkaart had, maar zijn inrijkaart niet meer in bezit had. De kantonrechter overweegt dat er een overeenkomst tot stand is gekomen en dat de gedaagde de algemene voorwaarden heeft overtreden. Het beroep op overmacht wordt niet gevolgd, omdat de gedaagde niet heeft gewacht op de slagboom en onnodig gevaar heeft gecreëerd. De kantonrechter oordeelt dat de vorderingen van Q-Park gegrond zijn op artikelen in de algemene voorwaarden, die mogelijk als oneerlijk kunnen worden gekwalificeerd. De zaak wordt verwezen naar een terechtzitting voor verdere beoordeling van de vordering.