ECLI:NL:RBZWB:2024:4770

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
10 juli 2024
Publicatiedatum
11 juli 2024
Zaaknummer
10933259 CV EXPL 24-865 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Rouwen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding huurovereenkomst en ontruiming gehuurde woning wegens huurachterstand

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 10 juli 2024 uitspraak gedaan in een bodemprocedure tussen Stichting Tiwos, Tilburgse Woonstichting, en een gedaagde partij die onder bewind staat. Tiwos vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde vanwege een aanzienlijke huurachterstand. De gedaagde partij, vertegenwoordigd door een bewindvoerder, erkende de huurachterstand maar voerde aan dat er persoonlijke omstandigheden waren die tot de achterstand hadden geleid. De kantonrechter oordeelde dat de huurachterstand niet was weersproken en dat de ontbinding van de huurovereenkomst gerechtvaardigd was. De kantonrechter wees de vorderingen van Tiwos toe, inclusief de ontruiming van het gehuurde en de betaling van de huurachterstand, buitengerechtelijke kosten en wettelijke rente. De bewindvoerder werd in de proceskosten veroordeeld. De uitspraak benadrukt de rechten van verhuurders bij huurachterstanden en de mogelijkheden voor ontbinding van huurovereenkomsten.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Tilburg
Zaaknummer: 10933259 \ CV EXPL 24-865
Vonnis van 10 juli 2024
in de zaak van
STICHTING TIWOS, TILBURGSE WOONSTICHTING,
gevestigd en kantoorhoudende te Tilburg,
eisende partij,
hierna te noemen: Tiwos,
gemachtigde: GGN Mastering Credit B.V. te Tilburg,
tegen
[naam]h.o.d.n.
[bewindvoerder], adreshoudende te [plaats 1] , in haar hoedanigheid van bewindvoerder over
[belanghebbende], wonende te [postcode] [plaats 2] aan het adres [adres] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [bewindvoerder] of [belanghebbende] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 1 mei 2024 met de daarin genoemde stukken;
- de op 22 mei 2024 ter griffie ontvangen akte van Tiwos met producties;
- de mondelinge behandeling van 4 juni 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Het geschil en de beoordeling

2.1.
Tiwos vordert om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, de huurovereenkomst tussen partijen te ontbinden en [belanghebbende] te veroordelen het gehuurde te ontruimen, alsmede [belanghebbende] te veroordelen tot betaling van (achterstallige) huur, gebruiksvergoeding, rente en kosten. Zij stelt dat er een ruime huurachterstand is ontstaan, die dermate ernstig is dat de gevorderde ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming van het gehuurde gerechtvaardigd zijn. Zij erkent dat thans de lopende huur wordt voldaan en op de schuld wordt ingelopen. Zij vraagt toch vonnis om met dit vonnis in de hand nadere afspraken te kunnen maken met [belanghebbende] en [bewindvoerder] . Als [belanghebbende] zich dan aan die afspraken houdt, hoeft hij het gehuurde niet te ontruimen.
2.2.
[bewindvoerder] en [belanghebbende] voeren aan dat [belanghebbende] niet wist welke regelingen hij bij de gemeente kon aanvragen om in zijn inkomen te voorzien. Hierdoor had hij een lange periode onvoldoende inkomen om rond te komen en in die periode liep de huurachterstand op. In die periode kwam de zorg voor zijn ouders bij [belanghebbende] en zijn zus te liggen, wat [belanghebbende] veel stress heeft gegeven en waardoor hij andere verplichtingen (zoals zijn financiën) heeft laten lopen. Inmiddels zijn er stappen gezet en worden er nog stappen gezet om zijn situatie te verbeteren. De lopende huur wordt betaald en er wordt ingelopen op de bestaande huurachterstand.
Bewindvoering:
2.3.
Op grond van artikel 1:441 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) vertegenwoordigt de bewindvoerster bij de vervulling van haar taak de rechthebbende in en buiten rechte. Nu [bewindvoerder] , de bewindvoerder van [belanghebbende] , in de procedure is verschenen, is zij de formele procespartij geworden. De vorderingen van Tiwos moeten dan ook geacht worden te zijn ingesteld tegen [bewindvoerder] (als vertegenwoordiger van het onder bewind gestelde vermogen van [belanghebbende] Dit betekent dat het vonnis wordt gewezen tegen [bewindvoerder] .
Huurachterstand, buitengerechtelijke kosten en wettelijke rente:
2.4.
[bewindvoerder] en [belanghebbende] hebben de huurachterstand tot en met mei 2023 (zoals onderbouwd in de akte van Tiwos) niet weersproken. Het bedrag van € 2.243,99 is toewijsbaar.
2.5.
Tiwos vordert vervolgens een bedrag van € 234,49 (incl. btw) als vergoeding van de buitengerechtelijke kosten. De kantonrechter overweegt dat Tiwos, op grond van de met het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) samenhangende wettelijke bepalingen, in de onderhavige zaak moet aantonen dat zij een kosteloze aanmaning conform de eisen van artikel 6:96 lid 6 van het Burgerlijk Wetboek (BW) heeft verzonden aan [belanghebbende] . Gelet op de bij dagvaarding overgelegde brief van 13 juni 2023 heeft zij aan dit vereiste voldaan. Het gevorderde bedrag komt overeen met het geldende forfaitaire tarief, zodat dit bedrag zal worden toegewezen.
2.6.
De wettelijke rente is, als gegrond op de wet, toewijsbaar.
2.7.
Het voorgaande leidt ertoe dat het bedrag van € 2.561,67 aan huurachterstand tot en met mei 2024 (inclusief buitengerechtelijke kosten en wettelijke rente) toewijsbaar is. De toekomstige rente zal worden toegewezen als in het dictum vermeld.
Ontbinding van de huurovereenkomst, ontruiming van het gehuurde en nevenvorderingen:
2.8.
Op grond van artikel 6:265 lid 1 BW geeft iedere tekortkoming van een partij in de nakoming van een van haar verbintenissen aan de wederpartij de bevoegdheid om de overeenkomst geheel of gedeeltelijk te ontbinden, tenzij de tekortkoming, gezien haar bijzondere aard of geringe betekenis, deze ontbinding met haar gevolgen niet rechtvaardigt.
2.9.
De kantonrechter overweegt dat er ten tijde van dagvaarden sprake was van een huurachterstand van bijna vier maanden. Die achterstand is na dagvaarding enkel voor een klein bedrag ingelopen. Hoewel de kantonrechter begrip heeft voor de privéomstandigheden van [belanghebbende] , is, gelet op die forse achterstand, de gevorderde ontbinding van de tussen partijen bestaande huurovereenkomst en de ontruiming van het gehuurde gerechtvaardigd. Dit betekent dat de vordering tot ontbinding van de huurovereenkomst, de ontruiming van het gehuurde en de bijbehorende nevenvorderingen worden toegewezen.
2.10.
De gevorderde huurverhogingen volgen uit de overeenkomst tussen partijen. Nu deze wordt ontbonden, kan [bewindvoerder] niet meer aan de nakoming van dit beding worden gehouden.
2.11.
Voor de volledigheid overweegt de kantonrechter dat hij er bij het voorgaande vanuit gaat dat Tiwos haar toezegging, dat zij niet tot ontruiming over zal gaan als [belanghebbende] aan de tussen hen en [bewindvoerder] nog overeen te komen voorwaarden voldoet, gestand zal doen.
2.12.
[bewindvoerder] is in hoedanigheid van bewindvoerder in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Tiwos worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
136,72
- griffierecht
496,00
- salaris gemachtigde
595,00
(2,50 punten × € 238,00)
- nakosten
119,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
1.346,72

3.De beslissing

De kantonrechter
3.1.
ontbindt met ingang van de dag na heden de huurovereenkomst tussen Tiwos en [belanghebbende] betreffende de woning met aanhorigheden, staande en gelegen te [postcode] [plaats 2] aan het [adres] ;
3.2.
veroordeelt [bewindvoerder] in haar hoedanigheid van bewindvoerder om het gehuurde binnen twee weken na de betekening van dit vonnis met al de haren en het hare te ontruimen en te verlaten en met afgifte van de sleutels ter vrije en algehele beschikking van Tiwos te stellen;
3.3.
veroordeelt [bewindvoerder] in haar hoedanigheid van bewindvoerder om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Tiwos te betalen:
  • een bedrag van € 2.561,67 aan huur tot en met mei 2024 (inclusief buitengerechtelijke kosten en verschenen rente), te vermeerderen met de wettelijke rente over een bedrag van € 2.243,99 vanaf 26 januari 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening;
  • een bedrag van € 696,01 per maand of gedeelte daarvan aan huur of zoveel hoger als bij een wettelijke huurverhoging zou zijn toegelaten vanaf 1 juni 2024 tot de dag van de ontbinding van de overeenkomst;
  • een bedrag van € 696,01 per maand of gedeelte daarvan aan gebruiksvergoeding vanaf de dag van ontbinding van de overeenkomst tot de dag van de feitelijke ontruiming van het gehuurde;
3.4.
veroordeelt [belanghebbende] in de proceskosten van € 1.346,72, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [belanghebbende] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
3.5.
verklaart de veroordelingen in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Rouwen en in het openbaar uitgesproken op 10 juli 2024.