ECLI:NL:RBZWB:2024:4879

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
10 juli 2024
Publicatiedatum
16 juli 2024
Zaaknummer
10700376 CV EXPL 23-3686
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Dijkman
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Non-conformiteit bij de verkoop van een camper: geschil over gewicht en gebruiksvoorwaarden

In deze zaak hebben [kopers] een camper gekocht van [B.V.], maar stellen dat de camper niet voldoet aan de overeenkomst omdat deze te zwaar is om veilig te kunnen rijden met vier personen en bagage. De kantonrechter heeft de vordering van [kopers] toegewezen, waarbij werd vastgesteld dat de camper bij normaal gebruik niet aan de wettelijke eisen voldoet. De rechtbank oordeelde dat de camper niet de eigenschappen bezat die [kopers] mocht verwachten, en dat de camper niet geschikt was voor gebruik met vier personen zonder dat het gewicht de toegestane grens overschreed. De kantonrechter heeft de koopovereenkomst ontbonden en [B.V.] veroordeeld tot terugbetaling van de koopsom, inclusief bijkomende kosten. Tevens is [B.V.] veroordeeld tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten. De tegenvordering van [B.V.] werd afgewezen, en de rechtbank heeft de kosten van de procedure tussen partijen gecompenseerd.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Tilburg
Zaaknummer: 10700376 \ CV EXPL 23-3686
Vonnis van 10 juli 2024
in de zaak van

1.[naam 1] ,

te [plaats 1] ,
2.
[naam 2],
te [plaats 1] ,
eisende partijen in conventie,
verwerende partijen tegen de tegenvordering,
hierna samen te noemen: [kopers] ,
gemachtigde: DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V.,
tegen
[B.V.],
te [plaats 2] ,
gedaagde partij in conventie,
eisende partij met een voorwaardelijke tegenvordering,
hierna te noemen: [B.V.] ,
gemachtigde: mr. R.A. van Weelderen.

1.De zaak in het kort

1.1.
In deze zaak gaat het om een camper die door [kopers] is gekocht bij [B.V.] . Volgens [kopers] beantwoordt de camper niet aan de overeenkomst, omdat deze – vanwege het gewicht – niet geschikt is om deel te nemen aan het verkeer. Dit wordt betwist door [B.V.] .
1.2.
De kantonrechter zal de vordering van [kopers] toewijzen. Ook de voorwaardelijke tegenvordering van [B.V.] zal (grotendeels) worden toegewezen. De kantonrechter zal hieronder in het vonnis uitleggen waarom dat zo is.

2.De procedure

2.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 29 november 2023
- de conclusie van antwoord in de tegenvordering
- de mondelinge behandeling van 10 april 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt
- de op die mondelinge behandeling overgelegde pleitaantekeningen aan de zijde van [B.V.] .

3.De feiten

3.1.
Tussen [kopers] en [B.V.] is op 19 mei 2022 een koopovereenkomst met inruil tot stand gekomen. [B.V.] heeft een camper van het merk Fiat, type Burstner, Lyseo privilege 727, bouwjaar 2020 met [kenteken] voor een prijs van € 92.850,00 verkocht aan [kopers] en [naam 1] heeft een camper van het merk Miller Mobilvetta, bouwjaar 2000, voor een bedrag van € 20.000,00 ingeruild. Omdat aanvullend nog overeengekomen is dat [B.V.] een trekhaak met een 13 polige stekker ten bedrage van € 1.350,00 zou leveren, was [kopers] in totaal € 74.200,00 verschuldigd. Op de factuur van 8 juli 2022 (productie 15 bij dagvaarding) staat een bedrag van € 74.199,99 vermeld. Op de overeenkomst zijn de algemene voorwaarden van [B.V.] van toepassing.
3.2.
Op de overeenkomst staat onder meer vermeld:

Extra accessoires:
Inclusief afleverbeurt, nieuwe APK, camper op groot rijbewijs zetten zo zwaar mogelijk
(…)
3.3.
[B.V.] heeft tijdens het verkoopgesprek aan [kopers] medegedeeld dat de camper ongeveer 3200 kg woog. Na het sluiten van de koopovereenkomst heeft [B.V.] direct navraag bij de RDW gedaan over de toegestane verzwaring van de camper. De RDW heeft medegedeeld dat de maximaal toegestane massa van de camper bij groot rijbewijs verhoogd kon worden naar maximaal 3650 kg.
3.4.
De RDW heeft bij bericht van 22 juni 2022 aan [B.V.] bevestigd dat zij een verzoek tot verhoging van de toegestane massa’s heeft ontvangen voor de camper. Tijdens de levering op 11 juli 2022 was de verzwaring van de camper niet doorgevoerd en stond het kenteken nog op 3500 kg. Op 6 augustus 2022 heeft [B.V.] laten weten dat [kopers] de verzwaring zelf dient te regelen, omdat de camper inmiddels op haar naam staat. [kopers] heeft op 7 augustus 2022 per mail daarop gereageerd dat zij het vervelend vindt dat het niet tijdig is geregeld door [B.V.] en daarbij vermeld “
we hebben de camper uitdrukkelijk gekochtop basis van een verzwaarde registratie”.
3.5.
[kopers] heeft voor de verzwaring van de camper een keuringsafspraak gemaakt bij de RDW te Rijen op 18 oktober 2022. De keurmeester heeft geconstateerd dat de camper, zonder passagiers en een vrijwel lege benzine en watertank, bijna 3500 kg woog. Vervolgens heeft [kopers] op 15 december 2022 het gewicht van de camper laten bepalen bij een lokale weegbrug. Het gewicht kwam daar uit op 3800 kg. [kopers] heeft dit op 1 december 2022 per mail gemeld aan [B.V.] en daarbij gemeld dat volgens de meting het totale gewicht de maximale 3500 kg zal worden overschreden als de bestuurder en passagier(s) in de auto zitten, en zeker als de brandstoftank en watertank gevuld is. Ook zou volgens de keuringsmeester een verhoging tot 3650 kg onvoldoende zijn.
3.6.
Op 16 december 2022 heeft [B.V.] als volgt gereageerd:

Het gewicht van de camper daar was u zich van bewust daarom moesten wij hem ook voor u zo zwaar mogelijk op het kenteken zetten dat wat nu ook loopt 3650KG.
Ook wist u dat het gewicht op kenteken en het daadwerkelijke gewicht van de camper altijd verschillen omdat er accessoires zijn op gebouwd.
Als de camper nu 3800 kg weegt zoals u beweerd dan zou u de accessoires van de camper moeten afbouwen, en minder spullen meenemen”.
3.7.
Vervolgens hebben er tussen [kopers] en [B.V.] diverse mailwisselingen plaatsgevonden over het gewicht van de camper. [kopers] heeft op 28 december 2022 [B.V.] een aangetekend schrijven en een mail gestuurd dat de camper niet de eigenschappen bezit die zij op grond van de overeenkomst bij een normaal gebruik mag verwachten. [B.V.] heeft daar op gereageerd en heeft voorgesteld om de camper op te halen en te wegen.
3.8.
Door [kopers] is bij brief van 22 januari 2023 een tegenvoorstel gedaan om de camper op een geijkte weegbrug te wegen onder toezicht van een onafhankelijk en onpartijdig keuringsinstituut, bijvoorbeeld door Dekra. [B.V.] reageert niet op het gedane voorstel, maar geeft aan dat zij heeft voorgesteld om de camper op te halen.
3.9.
Merijering c.s. heeft voor 30 januari 2023 een afspraak gemaakt in het diagnosestation van Dekra en heeft [B.V.] uitgenodigd hierbij aanwezig te zijn. [B.V.] heeft per mail op 25 januari 2023 te kennen gegeven niet akkoord te gaan met die weging en dat zij de camper wil ophalen en in haar werkplaats wil inspecteren. [kopers] heeft daarna gereageerd dat zij eerst de camper door een onafhankelijke instantie wil laten beoordelen.
3.10.
Dekra heeft op 30 januari 2023 een (technisch) onderzoek naar de camper verricht. De resultaten van het onderzoek heeft Dekra verwerkt in een rapport van expertise van 17 februari 2023. Uit het rapport van expertise blijken de volgende bevindingen:
4. Bijzonderheden
(…)
De technische en toegestane maximum massa is volgens het kentekenbewijs 3500 kg.
Het technische en toegestane maximum massa is bij de RDW aangepast naar 3650 kg, dit is
tevens het maximale gewicht wat door de RDW wordt toegestaan voor dit voertuig.

5.Inspectie

Bij het onderzoek hebben wij het voertuig gewogen.

- De weging zal geschieden op basis van de voorwaarden zoals de RDW het massa rijklaar gewicht bepaald.
- Koelvloeistof en smeermiddelen motor op niveau
- 90% brandstof in de tank
- Reservewiel
- Standaard gereedschap
- Verder geheel leeg, geen water, geen vuil water, geen gas.
De weging van het voertuig hebben wij uitgevoerd op een geijkte weegbrug met een volle
brandstoftank, tijdens deze weging weegt het voertuig 3400 kg.
Echter de brandstoftank was geheel gevuld (90 liter) dus moet erop het totaal gewicht

9 kg in mindering worden gebracht en weegt het voertuig 3391 kg zonder bestuurder.

(…)

7.Conclusie

Het voertuig mag met een B-rijbewijs bestuurd worden als het totaal gewicht onder de 3500 kg blijft, dit gewicht is dus het totaal gewicht van het voertuig inclusief de bestuurder/ passagiers en belading. Het voertuig heeft een gewicht van 3.391 kg. Omdat met een B rijbewijs het totaal gewicht niet boven de 3.500 kg mag uitkomen is er 109 kg over voor bestuurder. passagier(s),belading, water, gevulde gasflessen, enz.
Het voertuig mag met een C rijbewijs bestuurd worden als het totaal gewicht onder de 3650 kg blijft, dit gewicht is dus het totaal gewicht van het voertuig inclusief de bestuurder/ passagiers en belading. Uitgaande van het aangepaste technische en toegestane maximum massa van 3650 kg is er 259 kg over voor bestuurder, passagier(s), belading. water, gevulde gasflessen, enz.”.
3.11.
[kopers] heeft per brief en mail op 1 maart 2023 aan [B.V.] gemeld dat de camper niet aan de overeenkomst beantwoordt, omdat de camper aanzienlijk zwaarder is dan toegestaan en er daarom niet mee gereden kan worden. Daarbij is het rapport van Dekra meegestuurd.
3.12.
Nadat er diverse malen is gecorrespondeerd tussen partijen is de camper op 3 mei 2023 door [B.V.] onderzocht. [kopers] heeft bij het onderzoek en de weging geen toegang gekregen tot de werkplaats. [B.V.] heeft vervolgens de camper laten wegen bij [Bedrijf] B.V. in [plaats 3] , waar [kopers] ook niet bij aanwezig was. Op de weegbon van [Bedrijf] B.V. staat een gewicht van 3310 kg vermeld.
3.13.
Vervolgens is er weer diverse malen gecorrespondeerd tussen partijen en is gesproken over een mogelijke oplossing, waarbij de camper – indien mogelijk – opgewaardeerd zou worden naar 4000 kg. [kopers] en [B.V.] zijn in onderling overleg niet tot een oplossing gekomen, waarna [kopers] op 7 juni 2023 de overeenkomst buitengerechtelijk heeft ontbonden. Ook heeft [kopers] terugbetaling van de koopsom gevorderd en vergoeding van de door haar gemaakte kosten.

4.Het geschil

de vordering
4.1.
[kopers] vordert – samengevat – een verklaring voor recht dat de koopovereenkomst tussen [kopers] en [B.V.] op 7 juni 2023 is ontbonden. Ook vordert [kopers] veroordeling van [B.V.] tot betaling van € 98.039,95, een bedrag van € 159,46 per maand aan kosten, en een bedrag van € 1.775,40 aan buitengerechtelijke incassokosten. [kopers] vordert ook dat [B.V.] in de proceskosten wordt veroordeeld. Ook wil [kopers] de mogelijkheid krijgen om het vonnis meteen uit te voeren, ook als er hoger beroep wordt ingesteld.
4.2.
[kopers] stelt dat de camper niet beantwoordt aan de overeenkomst, omdat de camper niet geschikt is om deel te nemen aan het verkeer. De camper kan met een normale hoeveelheid bagage en met het aantal gewenste personen niet worden gebruikt om daarmee aan het verkeer deel te nemen zonder dat de maximum toegestane massa van 3500 en de technische massa van 3650 kg aanzienlijk wordt overschreden. Volgens [kopers] heeft zij voorafgaand aan de aankoop van de camper op 19 mei 2022 aan [B.V.] medegedeeld waar de camper aan moet voldoen. Zo zou de camper onder andere geschikt moeten zijn voor vier personen en zou de camper met een B-rijbewijs bestuurd moeten worden, zodat de vrouw van [naam 1] en hun kinderen ook de camper kunnen besturen. Ook moet het mogelijk zijn om het gewicht (maximaal) te verhogen voor het geval [kopers] extreem zware belading heeft. In dat geval kan [naam 1] de camper besturen, omdat hij in het bezit is van een C-rijbewijs. Dit zou volgens [B.V.] mogelijk zijn, maar uit onder andere het rapport van Dekra volgt dat in beide gevallen de toegestane maximum massa en de massa rijklaar wordt overschreden, wanneer de bestuurder, passagier(s) en belading bij het ledig gewicht (van 3391 kg) wordt opgeteld.
4.3.
[B.V.] voert verweer. [B.V.] vindt dat de vordering van [kopers] moet worden afgewezen en wil dat [kopers] in de proceskosten wordt veroordeeld. [B.V.] wil de mogelijkheid krijgen om deze proceskostenveroordeling meteen uit te voeren, ook als er hoger beroep wordt ingesteld.
4.4.
[B.V.] betwist dat [kopers] heeft gemeld dat de camper aan de voorwaarden die [kopers] noemt moet voldoen. Zij betwist ook dat de camper niet de eigenschappen bezit die [kopers] mocht verwachten en dat de camper te zwaar is om op de openbare weg te rijden. [B.V.] is ervan uitgegaan dat alleen de heer [naam 1] en zijn echtgenote de camper zou gebruiken en alleen de heer [naam 1] de camper zou besturen, omdat hij in het bezit is van een C-rijbewijs. [kopers] heeft namelijk de camper uitdrukkelijk gekocht op basis van een verzwaarde registratie. Bovendien heeft [kopers] zelf invloed op het gewicht van de camper door het aanbrengen of verwijderen van accessoires op de camper. Wanneer [kopers] accessoires verwijdert kan ook de echtgenote van [naam 1] de camper besturen. Tot slot betwist [B.V.] de juistheid van de metingen en de uitkomsten daarvan in het rapport van Dekra.
de voorwaardelijke tegenvordering
4.5.
[B.V.] vordert – samengevat – wanneer de ontbinding van de koopovereenkomst wordt toegewezen, [kopers] te veroordelen om de in haar bezit zijnde camper onverwijld, maar uiterlijk binnen twee dagen na betaling de koopsom door [B.V.] in deugdelijke staat af te geven en onvoorwaardelijke medewerking te verlenen aan het overzetten van de camper op naam van [B.V.] , onder last van een dwangsom. [B.V.] vordert ook dat [kopers] in de proceskosten wordt veroordeeld. [B.V.] wil de mogelijkheid krijgen om het vonnis meteen uit te voeren, ook als er hoger beroep wordt ingesteld.
4.6.
[kopers] voert verweer. Zij vindt dat de vordering van [B.V.] moet worden afgewezen en wil dat [B.V.] in de proceskosten wordt veroordeeld. [kopers] wil de mogelijkheid krijgen om deze proceskostenveroordeling meteen uit te voeren, ook als er hoger beroep wordt ingesteld.
4.7.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

5.De beoordeling

de vordering
5.1.
De vraag die beantwoord moet worden is of er sprake is van een tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst. Op grond van de wet (artikel 7:17 van het Burgerlijk Wetboek: hierna: BW) moet de camper aan de overeenkomst beantwoorden. Dit houdt in dat de camper de eigenschappen moet bezitten die de koper, in dit geval [kopers] op basis van de overeenkomst mocht verwachten. De koper mag verwachten dat de camper de eigenschappen bezit die voor een normaal en veilig gebruik nodig zijn. Als de camper niet over die eigenschappen bezit, dan is de camper non-conform.
Beantwoord de camper aan de overeenkomst ?
5.2.
Partijen verschillen van mening over wat er tijdens het bezoek aan [B.V.] is besproken. [B.V.] betwist dat is besproken dat de camper geschikt zou moeten zijn voor vier personen, dat de camper geschikt moet zijn voor het besturen met een B-rijbewijs en dat de camper geschikt zou moeten zijn voor extreem zware belading. [B.V.] stelt zich op het standpunt hij ervan uit is gegaan dat [kopers] met twee personen de camper zou gebruiken, omdat [kopers] tijdens het verkoopgesprek over kwam als een ouder echtpaar dat samen met de camper op vakantie zou gaan. Maar dit is slechts een aanname van [B.V.] , en een (nader) gemotiveerde onderbouwing daarvan ontbreekt. Door [B.V.] is erkend dat het een vierpersoonscamper betreft, zodat de kantonrechter van oordeel is dat [kopers] er vanuit mocht gaan dat de camper door vier personen gebruikt kon worden. Het is dan ook niet van belang wat over het aantal personen is besproken. Omdat de belading en het B-rijbewijs samenhangt met het gewicht van de camper zal de kantonrechter die punten hierna bespreken.
5.3.
Tussen [kopers] en [B.V.] bestaat er discussie over het gewicht van de camper. De kantonrechter zal voor het gewicht van de camper uitgaan van het rapport van Dekra. De betwisting van [B.V.] c.s. over de juistheid van de metingen en de uitkomsten in het rapport van Dekra wordt niet gevolgd. Er zou geen hoor en wederhoor zijn toegepast en om die reden heeft [B.V.] niet kunnen vaststellen of de camper daadwerkelijk is gewogen met aanwezigheid of afwezigheid van de in het rapport genoemde onderdelen en vloeistoffen. Vast staat dat [B.V.] voor het onderzoek is uitgenodigd, maar er voor gekozen heeft om hier niet bij aanwezig te zijn. Daardoor kon er geen hoor en wederhoor worden toegepast. Dat blijft voor zijn rekening en risico, gelet op zijn keuze om niet bij het onderzoek van Dekra aanwezig te zijn. Uit het rapport van Dekra blijkt dat zij de normen die de RDW hanteert heeft toegepast. Die normen worden als juist beschouwd. Dit heeft tot gevolg dat er objectieve normen zijn toepast. De normen van [Bedrijf] B.V. worden niet gevolgd, want welke normen daar zijn gehanteerd valt niet op te maken uit de weegbon van [Bedrijf] B.V. Uit die weegbon blijkt enkel dat het gewicht van de camper 3310 kg is, maar verder staat er niets op die weegbon vermeld. [B.V.] stelt dat dit gewicht inclusief alle accessoires, een nagenoeg volle brandstoftank, zonder reservewiel en zonder LPG flessen was, maar heeft dit niet onderbouwd. Gelet hierop ziet de kantonrechter niet in dat die metingen en uitkomsten van Dekra aan de hand van de normen van het RDW onjuist zijn.
5.4.
Uit het rapport van Dekra volgt dat de camper bestuurd mag worden met een B-rijbewijs als het totaal gewicht onder de 3500 kg blijft. Omdat het ledig gewicht 3391 kg bedraagt, blijft er 109 kg over voor een bestuurder, passagier(s) en belading. Door [B.V.] is gesteld dat vier volwassen personen gemiddeld in totaal 300 kg wegen. Dit zou dus volgens haar eigen stelling betekenen dat (zonder belading van spullen) hiermee het gewicht van de camper boven de 3500 kg uitkomt. Ook wanneer de camper verzwaard zou worden tot de maximale verzwaring van 3650 kg komt het gewicht met vier personen boven 3650 kg uit. Naar het oordeel van de kantonrechter betekent dit dat de camper niet voor een normaal gebruik geschikt is, wat [kopers] wel had mogen verwachten. Onder normaal gebruik verstaat de kantonrechter dat je in een vierpersoonscamper ook met vier personen aanwezig moet kunnen zijn als je met de camper onderweg bent. Of er gesproken is of de camper geschikt moet zijn voor een extreem zware belading is daarom niet relevant. De camper is per slot van rekening zelfs met een ledig gewicht niet geschikt voor een normaal gebruik met vier personen.
5.5.
[B.V.] stelt zich nog op het standpunt dat [kopers] niet aan haar onderzoeksplicht heeft voldaan. Dit verweer slaagt niet. [B.V.] heeft tijdens het verkoopgesprek aan [kopers] medegedeeld dat de camper rond de 3200 kg woog. [kopers] mocht in beginsel uitgaan van de juistheid van die mededeling van [B.V.] als professionele verkoper van campers, als gevolg waarvan [kopers] niet gehouden was om nader onderzoek te doen naar het gewicht van de camper. Ook het verweer van [B.V.] dat [kopers] voor het sluiten van de overeenkomst zich bewust was dat de camper met alle accessoires, en met nog toe te voegen bagage en inzittenden mogelijk boven de wettelijke norm zou uitkomen slaagt niet. Door [kopers] is betwist dat door [B.V.] uitlatingen zijn gedaan dat het gewicht van de camper met de accessoires, de bagage en inzittenden boven de wettelijke norm uitgekomen zou worden. Gelet op die betwisting had het op de weg van [B.V.] gelegen om haar stelling dat [kopers] hier wel bewust van was nader onderbouwen, hetgeen zij heeft nagelaten.
5.6.
Rekening houdend met het voorgaande komt de kantonrechter tot de conclusie dat de camper ten tijde van de levering niet de eigenschappen bezit die [kopers] mocht verwachten. De camper kan namelijk bij een normaal gebruik niet de weg op, omdat bij vier personen en een normale hoeveelheid bagage de camper de maximum toegestane grens overschrijdt, ook in het geval er een verzwaarde registratie heeft plaatsgevonden.
5.7.
[B.V.] voert nog aan dat artikel 13 lid 7 van de algemene voorwaarden van toepassing is. In dat artikel is bepaald dat zij niet aansprakelijk is voor schade die de koper lijdt in de vorm van bekeuringen indien het huidige rijbewijs op enig moment niet meer volstaat om de camper te mogen besturen of het gewicht zoals vermeld op het kentekenbewijs niet meer overeenkomt met het feitelijke gewicht van de camper. Naar het oordeel van de kantonrechter ziet dit artikel niet op de vordering die [kopers] heeft ingesteld. Het gaat hier niet om schade die [kopers] stelt te lijden in de vorm van bekeuringen omdat het gewicht van de camper om een ander rijbewijs vraagt. Het gaat om de vraag of de camper voldoet aan de verwachtingen die [kopers] op grond van de koopovereenkomst mocht hebben.
5.8.
[kopers] heeft [B.V.] de mogelijkheid geboden om de maximale technische belastbaarheid van de camper op te waarderen, dan wel de camper te vervangen voor een camper die wel voldoet (artikel 7:21 BW), maar [B.V.] heeft verklaard daartoe niet bereid te zijn. Dit leidt ertoe dat [kopers] de bevoegdheid had de koopovereenkomst te ontbinden. De gevorderde verklaring voor recht dat de koopovereenkomst rechtsgeldig is ontbonden zal dan ook worden toegewezen.
Gevolgen van ontbinding
5.9.
De ontbinding van de overeenkomst leidt ertoe dat over en weer een verbintenis tot ongedaanmaking van de ontvangen prestaties ontstaat (artikel 7:22 BW juncto artikel 6:271 BW). De ongedaanmakingsverbintenis houdt in dat [kopers] de camper terug moet geven aan [B.V.] en dat [B.V.] de koopprijs van € 94.200,00 (€ 92.850,00 voor de camper plus € 1.350,00 voor de trekhaak met 13-polige stekker) moet terugbetalen.
Door [kopers] gemaakte kosten
5.10.
[naam 1] vordert tot en met augustus 2023 een totaalbedrag van € 3.839,95 aan stallingskosten, wegenbelasting, verzekeringskosten en de kosten voor het expertiserapport van Dekra, alsmede voor de kosten van schorsing van de camper (productie 34 bij dagvaarding). [B.V.] betwist primair dat zij de kosten verschuldigd is en subsidiair dat zij over de periode 11 juli 2022 tot en met december 2022 de door [kopers] betaalde wegenbelasting, verzekeringspenningen en stallingskosten voor een bedrag van € 1.285,78 is verschuldigd, omdat [kopers] voordeel heeft genoten en in die periode met de camper op vakantie is geweest. Omdat de camper ten tijde van de levering niet de eigenschappen bezit die [kopers] mocht verwachten, daardoor de camper niet kan gebruiken en [kopers] wel kosten heeft moeten maken voor de camper, is [B.V.] ook die kosten als schadevergoeding naast ontbinding verschuldigd. Nu door [kopers] niet weersproken is dat zij tot december 2022 wel gebruik van de camper heeft gemaakt en erkend heeft dat de camper sinds december 2022 stil staat acht het de kantonrechter redelijk dat [B.V.] de kosten over die periode niet verschuldigd is. De kantonrechter zal de kosten tot en met december 2022 in mindering brengen op het gevorderde bedrag, zodat resteert een bedrag van € 2.554,17.
5.11.
Uit het kostenoverzicht van productie 34 bij dagvaarding blijkt dat vanaf september 2023 de maandelijkse kosten € 159,46 bedragen. Deze kosten zullen als onweersproken worden toegewezen, tot aan de dag dat de koopprijs is terugbetaald.
Wettelijke rente
5.12.
[kopers] heeft de wettelijke rente over de hoofdsom van € 98.039,95 gevorderd vanaf 7 juni 2023. Omdat in dit bedrag ook de kosten zitten opgenomen die na de buitengerechtelijke ontbinding op 7 juni 2023 zijn gemaakt en een deel daarvan is afgewezen, ziet de kantonrechter aanleiding om de wettelijke rente toe te wijzen vanaf 21 augustus 2023 (de dag van dagvaarding), zoals subsidiair is gevorderd. De wettelijke rente is toewijsbaar over het toegewezen bedrag van € 96.754,17 (€ 94.200,00 plus € 2.554,17).
5.13.
De gevorderde wettelijke rente over de maandelijkse kosten van € 159,46 is toewijsbaar vanaf het moment dat die kosten opeisbaar zijn.
Buitengerechtelijke incassokosten
5.14.
[kopers] vordert vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. De hoogte
van de vordering wordt getoetst aan het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. Het gevorderde bedrag van € 1.775,40 kan worden toegewezen.
Proceskosten
5.15.
[B.V.] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van [kopers] worden begroot op:
kosten van de dagvaarding
132,42
- griffierecht
693,00
- salaris gemachtigde
1.086,00
(2,00 punten × € 543,00)
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
2.046,42
5.16.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.
de voorwaardelijke tegenvordering
5.17.
De kantonrechter stelt vast dat [B.V.] zijn tegenvordering voorwaardelijk heeft ingesteld. Uit de vordering leidt de kantonrechter af dat [B.V.] bedoeld heeft de vordering in te stellen voor het geval de vordering van [kopers] wordt toegewezen. Nu dit het geval is, zal de tegenvordering beoordeeld worden.
5.18.
Zoals hierboven is geoordeeld heeft de ontbinding van de overeenkomst tot gevolg dat [B.V.] de koopprijs moet terugbetalen en dat [kopers] de camper moet afgeven aan [B.V.] . Voor het geval [kopers] niet aan deze veroordeling voldoet, vordert [B.V.] een dwangsom. Dit vordert [B.V.] als extra drukmiddel, zodat [kopers] de veroordeling zal nakomen. [kopers] maakt bezwaar tegen de dwangsom, omdat zij bereid is onvoorwaardelijke medewerking te verlenen om de camper aan [B.V.] af te geven. Volgens haar is de termijn van twee dagen te kort, en is de dwangsom niet gemaximeerd.
5.19.
Omdat de vordering grotendeels is toegewezen en [kopers] de overeenkomst buitengerechtelijk mocht ontbinden, is het gevolg dat de camper terug moet naar [B.V.] . De tegenvordering tot afgifte in deugdelijke staat zal om die reden worden toegewezen.
5.20.
Met betrekking tot de dwangsom overweegt de kantonrechter dat het doel van een dwangsom is om de schuldenaar een prikkel te geven om over te gaan tot (tijdige) nakoming van de veroordeling. Omdat [kopers] heeft verklaard dat zij bereid is haar onvoorwaardelijke medewerking te verlenen om de camper af te geven en op naam van [B.V.] te zetten, ziet de kantonrechter niet dat een prikkel nodig is en zal de dwangsom worden afgewezen.
5.21.
De termijn tot afgifte van de camper en om onvoorwaardelijke medewerking te verlenen aan het overzetten van de camper op naam van [B.V.] zal worden vastgesteld op veertien dagen na terugbetaling van de koopprijs door [B.V.] aan [kopers] nu dit een redelijke termijn voor nakoming is.
5.22.
Omdat de tegenvordering het gevolg is van de ontbinding en daarmee in het verlengde ligt van de vordering, ziet de kantonrechter aanleiding de proceskosten tussen partijen te compenseren, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

6.De beslissing

De kantonrechter
de vordering
6.1.
verklaart voor recht dat dat de overeenkomst met betrekking tot de camper, merk Fiat, type Burstner, Lyseo privilege 727, bouwjaar 2020 met [kenteken] op 7 juni 2023 is ontbonden,
6.2.
veroordeelt [B.V.] om aan [kopers] te betalen een bedrag van € 96.754,17 aan hoofdsom, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 21 augustus 2023 tot de dag van volledige betaling,
6.3.
veroordeelt [B.V.] om aan [kopers] te betalen een bedrag van € 159,46 per maand vanaf 1 september 2023, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf de respectievelijke datum van opeisbaarheid tot de dag van volledige betaling,
6.4.
veroordeelt [B.V.] tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten van € 1.775,40,
6.5.
veroordeelt [B.V.] in de proceskosten van € 2.046,42, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [B.V.] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
6.6.
veroordeelt [B.V.] tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,
de tegenvordering
6.7.
veroordeelt [kopers] tot afgifte van de camper, merk Fiat, type Burstner, Lyseo privilege 727, bouwjaar 2020 met [kenteken] , binnen veertien dagen na betaling van een bedrag van € 96.754,17 door [B.V.] in deugdelijke staat en onvoorwaardelijke medewerking te verlenen aan het overzetten van de camper op naam van [B.V.] ,
6.8.
compenseert de kosten van de procedure tussen partijen, zodat iedere partij de eigen kosten draagt,
de vordering en de tegenvordering
6.9.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar tot zover bij voorraad,
6.10.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Dijkman en in het openbaar uitgesproken op 10 juli 2024.