Uitspraak
1.Het verdere procesverloop
- de beschikking van deze rechtbank van 5 maart 2024 en alle daarin genoemde stukken;
- het rapport en advies van 16 april 2024 van de bijzondere curator;
- de brief van 18 april 2024 van de bijzondere curator;
- het verweerschrift van 23 mei 2024 van de vrouw en de juridisch vader, met daarin een voorwaardelijk zelfstandig verzoek, met bijlagen.
2.De (nadere) beoordeling
- De man en de vrouw hebben tot medio 2020 een relatie met elkaar gehad. Na het beëindigen van deze relatie, is [minderjarige] geboren op [geboortedag] 2021.
- Op 3 mei 2021 heeft de juridische vader, met toestemming van de vrouw, [minderjarige] erkend. Op de geboorteakte van [minderjarige] staat de juridische vader vermeld als haar vader.
- Uit voormelde akte blijkt voorts dat bij de erkenning van [minderjarige] door de juridische vader is gekozen voor de geslachtsnaam van de juridische vader, te weten “ [geslachtsnaam van de juridische vader] ”.
- Uit het ambtshalve door de rechtbank geraadpleegde uittreksel van [minderjarige] uit het gezagsregister blijkt dat de vrouw en de juridische vader op 29 juni 2021 in het gezagsregister hebben doen aantekenen dat zij vanaf dat moment gezamenlijk het ouderlijk gezag over [minderjarige] uitoefenen.
- De man, de vrouw, de juridische vader en [minderjarige] hebben de Nederlandse nationaliteit en wonen in Nederland.
voorlopiggeschat op € 695,=. Op grond van artikel 195 Rv dient de verzoekende partij de kosten van een deskundigenonderzoek in beginsel voorlopig voor zijn rekening te nemen en kan het bedrag waarop de deskundige aanspraak heeft enkel voorlopig ten laste van ’s Rijks kas worden gebracht indien aan verzoeker een toevoeging is verleend, of hij als onvermogend moet worden beschouwd. Nu in deze procedure aan de man een toevoeging is verleend, zal het voorschot voor het deskundigenonderzoek vooralsnog ten laste van ’s-Rijks kas worden gebracht. De definitieve kosten van voormeld DNA-onderzoek en de verdeling van die kosten tussen partijen, zal de rechtbank op een later moment vaststellen, mede aan de hand van de uitkomst van het DNA-onderzoek.
3.De beslissing
dinsdag 24 september 2024 PRO FORMA, met inachtneming van hetgeen in r.o 2.8 is overwogen;