Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 18 juli 2024 in de zaak tussen
[eiser] , uit [plaats] , eiser
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn verzoek om handhaving. Eiser heeft verzocht om handhavend optreden tegen de Poolse winkel aan [het adres] in [plaats], omdat deze zonder vergunning het magazijn van de voormalige Meubelhal bij de winkel heeft getrokken. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roosendaal heeft het verzoek met het besluit van 9 februari 2023 afgewezen. Met het bestreden besluit van 10 juli 2023 op het bezwaar van eiser heeft het college het bezwaar ongegrond verklaard en de afwijzing in stand gelaten. De rechtbank heeft het beroep op 6 juni 2024 op zitting behandeld, waarbij de gemachtigde van eiser en de gemachtigde van het college aanwezig waren.
De rechtbank beoordeelt of het college het verzoek om handhaving op goede gronden heeft afgewezen. De rechtbank concludeert dat er geen sprake is van een overtreding, omdat de huidige situatie in het bestemmingsplan past en er geen vergunning nodig is voor de wijzigingen die zijn aangebracht. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, omdat het college niet bevoegd is handhavend op te treden. Eiser heeft geen recht op een proceskostenvergoeding of vergoeding van het griffierecht. De uitspraak is gedaan door mr. drs. J.M.J.C. Paijmans, rechter, en is openbaar gemaakt op 18 juli 2024.