ECLI:NL:RBZWB:2024:4957
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Kort geding
- mr. Eijssen
- Rechtspraak.nl
Vordering tot toegang tot woning in kort geding met afwijzing wegens gebrek aan spoedeisend belang
In deze zaak heeft de eisende partij, aangeduid als [eiser], een kort geding aangespannen tegen de gedaagde partij, aangeduid als [gedaagde], met het verzoek om toegang tot een woning te verkrijgen. [eiser] stelt dat er een huurovereenkomst tot stand is gekomen tussen haar en [gedaagde], die tijdelijk in het buitenland verblijft. [eiser] heeft een spoedeisend belang bij haar vordering, omdat zij op zoek is naar woonruimte na een echtscheiding en momenteel tijdelijk bij een vriendin verblijft. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat [eiser] onvoldoende heeft aangetoond dat er sprake is van een spoedeisend belang. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [eiser] in haar huidige situatie, hoewel niet ideaal, voldoende alternatieve woonruimte heeft en dat de situatie niet onhoudbaar is. Bovendien heeft [gedaagde] betwist dat er een huurovereenkomst tot stand is gekomen, en heeft zij aangegeven dat zij toestemming van haar hypotheekverstrekker en de gemeente nodig had om de woning te verhuren, wat zij niet had verkregen. De kantonrechter heeft geconcludeerd dat de vorderingen van [eiser] moeten worden afgewezen, en heeft [eiser] veroordeeld in de proceskosten van [gedaagde].