Uitspraak
[minderjarige], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2010.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 12 juli 2024 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende het verzoek van de man om te werken aan contactherstel met zijn minderjarige zoon. De rechtbank heeft de zaak behandeld in aanwezigheid van de betrokken partijen en hun advocaten, evenals een vertegenwoordiger van de Raad voor de Kinderbescherming. De minderjarige, geboren in 2010, heeft tijdens een kindgesprek zijn mening kenbaar gemaakt over het contact met zijn vader. De Raad adviseerde om het verzoek van de man af te wijzen, omdat contact met de vader schadelijk zou zijn voor de ontwikkeling van de minderjarige. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minderjarige, die gediagnosticeerd is met autisme, geen ruimte heeft voor contact met zijn vader en dat het forceren van contact alleen maar meer weerstand en spanning zou veroorzaken. De rechtbank heeft de belangen van de minderjarige vooropgesteld en geconcludeerd dat het in zijn belang is om eerst rust te krijgen, voordat er eventueel ruimte ontstaat voor contactherstel. De rechtbank heeft het verzoek van de man om contactherstel dan ook afgewezen.