ECLI:NL:RBZWB:2024:5014

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
18 juli 2024
Publicatiedatum
19 juli 2024
Zaaknummer
C/02/424750 / JE RK 24-1334
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • M. van Leuven
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Spoedmachtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige met GGZ-problematiek

Op 18 juli 2024 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beschikking gegeven in een zaak betreffende een spoedmachtiging voor gesloten jeugdhulp voor een minderjarige, geboren in 2008. De zaak is aangespannen door de Stichting Jeugdbescherming Brabant, die als gecertificeerde instelling (GI) optreedt. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen zijn, die de ontwikkeling van de minderjarige ernstig belemmeren. De minderjarige heeft in het verleden suïcidepogingen ondernomen en er zijn zorgen over haar veiligheid en ontwikkeling. De GI heeft verzocht om een spoedmachtiging om de minderjarige in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te plaatsen, omdat de thuissituatie onhoudbaar is en de ouders niet in staat zijn om de benodigde 24-uurs zorg te bieden.

De kinderrechter heeft de feiten en omstandigheden in overweging genomen, waaronder eerdere beschikkingen die al gesloten jeugdhulp hebben verleend. De kinderrechter heeft geoordeeld dat de spoedmachtiging noodzakelijk is en dat er voldaan is aan de wettelijke vereisten. De kinderrechter heeft de GI, de minderjarige, haar advocaat, en de ouders opgeroepen om te verschijnen tijdens de mondelinge behandeling van de zaak. De beslissing om de spoedmachtiging te verlenen is op 18 juli 2024 telefonisch gegeven door de kinderrechter en op schrift gesteld op 19 juli 2024. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/424750 / JE RK 24-1334
Datum uitspraak: 18 juli 2024
Beschikking van de kinderrechter over een spoedmachtiging gesloten jeugdhulp
in de zaak van
STICHTING JEUGDBESCHERMING BRABANT,
locatie Etten-Leur,
hierna te noemen: de GI.
over
[minderjarige],
geboren op [geboortedag] 2008 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen: [minderjarige] ,
advocaat: mr. A.J. Cambier te Axel.
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[de moeder],
hierna te noemen: de moeder,
wonende in [woonplaats 1] .
[de vader],
hierna te noemen: de vader,
wonende in [woonplaats 2] .

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het mondelinge verzoek van 18 juli 2024 en;
- het verzoek met bijlagen van de GI van 19 juli 2024, ingekomen bij de griffie op 19 juli 2024;
- de instemmende verklaring van 18 juli 2024 van de gekwalificeerde gedragswetenschapper.
1.2.
Aan [minderjarige] is als advocaat toegevoegd, mr A.J. Cambier te Axel.

2.De feiten

2.1.
De vader en de moeder zijn belast met het ouderlijk gezag over [minderjarige] .
2.2.
Bij beschikking van 11 oktober 2023 heeft de kinderrechter een machtiging gesloten jeugdhulp verleend met ingang van 11 oktober 2023 en tot 11 januari 2024.
2.3.
Bij beschikking van 18 september 2023 heeft de kinderrechter een spoedmachtiging gesloten jeugdhulp verleend met ingang van 18 september 2023 en tot 2 oktober 2023. Bij beschikking van 29 september 2023 heeft de kinderrechter het resterende deel van die spoedmachtiging gesloten jeugdhulp verleend tot 16 oktober 2023.
2.4.
Bij beschikking van 17 juli 2024 is [minderjarige] onder voorlopig toezicht van de GI gesteld en heeft de kinderrechter een machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige] in een gespecialiseerde GGZ zorg open verleend met ingang van 17 juli 2024 en tot 31 juli 2024, waarbij het resterende deel van het verzoek is aangehouden tot de mondelinge behandeling van [datum] 2024.
2.5.
[minderjarige] woont bij de moeder.

3.Het verzoek

3.1.
De GI verzoekt, onverwijld en zonder voorafgaand verhoor van belanghebbenden, een spoedmachtiging om [minderjarige] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van vier weken. Tevens is bij het schriftelijk verzoek verzocht om aansluitend een machtiging te verlenen voor verblijf in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp voor de duur van drie maanden.

4.De beoordeling

4.1.
Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.3, tweede lid, Jeugdwet, dient onmiddellijke verlening van jeugdzorg noodzakelijk te zijn in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen van de jeugdige die de ontwikkeling naar volwassenheid ernstig belemmeren of een ernstig vermoeden daarvan. Bovendien dient een uithuisplaatsing noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan de zorg die de jeugdige nodig heeft zal onttrekken of daaraan door anderen zal worden onttrokken.
4.2.
Uit het mondelinge verzoek van de GI blijken ter onderbouwing de volgende feiten en omstandigheden. Zoals ook is opgenomen in de beschikking van 17 juli 2024 is er al langere tijd sprake van GGZ-problematiek bij [minderjarige] en bestaan er al langere tijd zorgen over de veiligheid en ontwikkeling van [minderjarige] , waarbij in de afgelopen weken de incidenten in frequentie en heftigheid zijn toegenomen. Nadat de kinderrechter [minderjarige] op 17 juli 2024 voorlopig onder toezicht van de GI heeft gesteld en een spoedmachtiging tot uithuisplaatsing voor [minderjarige] in gespecialiseerde GGZ zorg open heeft verleend, is het de GI niet gelukt om [minderjarige] te plaatsen in een GGZ-voorziening om haar een gespecialiseerde behandeling te bieden. Voor een plaatsing in een GGZ-voorziening is een indicatie van een psychiater nodig en die is er op dit moment (nog) niet. Als gevolg daarvan heeft [minderjarige] in de nacht van 17 op 18 en nu ook die van 18 op 19 juli 2024 thuis verbleven, waarbij [minderjarige] suïcidepogingen is blijven ondernemen. De (thuis)situatie voor [minderjarige] zelf en de moeder is onhoudbaar. [minderjarige] heeft 24-uurs toezicht nodig. De moeder is overbelast en kan deze 24-uurs toezicht niet bieden. Ook de vader heeft geen grip meer op [minderjarige] . Het is de bedoeling dat [minderjarige] naar een gesloten groep gaat om te stabiliseren, waarna zij vanuit die gesloten plaatsing naar een GGZ-instelling wordt overgeplaatst. De plaatsing van [minderjarige] op een open groep is geen optie, omdat [minderjarige] in het verleden heeft laten zien weg te lopen bij een open instelling. Daarbij komt dat [minderjarige] een klinische opname weigert.
4.3.
Uit de instemmingsverklaring van de onafhankelijke gedragswetenschapper van 18 juli 2024 volgt dat de spoedmachtiging gesloten jeugdhulp voor [minderjarige] , gelet op de forse opvoedproblematiek, noodzakelijk is voor de verzochte periode van in eerste instantie vier weken om [minderjarige] te kunnen stabiliseren. Verder stelt de kinderrechter vast dat uit de instemmingsverklaring blijkt dat de onafhankelijke gedragswetenschapper [minderjarige] niet in persoon heeft gezien en gesproken, omdat werd verwacht dat [minderjarige] fors en risicovol zou kunnen ontregelen als het verzoek vooraf met haar zou worden besproken.
4.4.
Op grond van bovenstaande informatie is de kinderrechter van oordeel dat een spoedmachtiging gesloten jeugdhulp noodzakelijk is en dat is voldaan aan artikel 6.1.3, tweede lid, Jeugdwet. Daarnaast is de kinderrechter van oordeel dat een behandeling ter zitting niet kan worden afgewacht zonder onmiddellijk en ernstig gevaar voor [minderjarige] . De GI, [minderjarige] en haar advocaat, de vader en de moeder worden in de gelegenheid gesteld hun mening te geven op de hierna genoemde mondelinge behandeling. In afwachting van deze mondelinge behandeling zal de spoedmachtiging gesloten jeugdhulp voor de duur van twee weken worden verleend met ingang van 18 juli 2024 en tot 1 augustus 2024, onder aanhouding van het resterende deel van het verzoek.
4.5.
De kinderrechter verwacht dat de onafhankelijke gedragswetenschapper [minderjarige] vóór de hierna te noemen mondelinge behandeling heeft gezien en gesproken en dat door de GI voor deze mondelinge behandeling een nieuwe verklaring van de gedragswetenschapper wordt overgelegd. Ook voor het reguliere verzoek machtiging gesloten jeugdhulp van de GI is het van belang dat de onafhankelijke gedragswetenschapper [minderjarige] in persoon ziet en spreekt en een nieuwe verklaring opstelt.
4.6.
Dit leidt tot de volgende beslissing.

5.De beslissing

De kinderrechter:
5.1.
verleent een spoedmachtiging om [minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp voor de duur van twee weten, te weten met ingang van 18 juli 2024 en tot 1 augustus 2024;
5.2.
houdt de behandeling van het verzoek voor het overige aan en roept de GI, [minderjarige] en haar advocaat, de vader en de moeder op te verschijnen tijdens de mondelinge behandeling van de rechtbank Zeeland-West-Brabant,
locatie Middelburg, in het gerechtsgebouw aan Kousteensedijk 2 te Middelburg,
op [datum] 2024 te [uur], teneinde – gelijktijdig met de behandeling van het verzoek bekend onder zaaknummer C/021424723 / JE RK 24-1328 – nader op het verzoek te worden gehoord;
5.3.
bepaalt dat een afschrift van deze beschikking geldt als oproeping voor die mondelinge behandeling voor de GI, [minderjarige] en haar advocaat, de vader en de moeder;
5.4.
houdt de beslissing voor het overige aan.
Deze beslissing is op 18 juli 2024 telefonisch gegeven door mr. Van Leuven, kinderrechter, en op schrift gesteld en in het openbaar uitgesproken op 19 juli 2024, in aanwezigheid van mr. Vork als griffier.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
  • door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
  • door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch.