In deze zaak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 11 juni 2024 uitspraak gedaan in een verzoek tot eenhoofdig gezag over een minderjarige. De man, vertegenwoordigd door advocaat mr. A. Houtman, verzoekt om het gezag over hun minderjarige kind, geboren in 2015, alleen aan hem toe te kennen. Hij stelt dat de vrouw, vertegenwoordigd door advocaat mr. E.M. van Engelen, zich volledig heeft teruggetrokken uit het leven van het kind en psychisch niet stabiel is. De vrouw heeft sinds september 2023 geen fysiek contact meer met de minderjarige en de communicatie tussen de ouders is verstoord. De rechtbank heeft de Raad voor de Kinderbescherming verzocht om onderzoek te doen naar de gezagskwestie en de mogelijkheden voor contact tussen de vrouw en de minderjarige. De rechtbank houdt de behandeling van de zaak aan tot 11 maart 2025, in afwachting van het rapport van de Raad.