Uitspraak
.
2.De feiten
3.De verzoeken
4.De beoordeling
.Dat de man maar één keer niet heeft meegewerkt aan de totstandkoming van een gezagsbeslissing, zoals hij stelt, is volgens de vrouw bezijden de waarheid
.Omdat de man geen samenwerkingspartner is, kan de vrouw zaken betreffende de kinderen maar moeizaam regelen. De man wil ook geen contact met de vrouw.
5.De beslissing
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.