ECLI:NL:RBZWB:2024:505

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
17 januari 2024
Publicatiedatum
31 januari 2024
Zaaknummer
C/02/409404 / HA ZA 23-264 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • M. Stoof
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van meerwerk en terugbetaling van ontvangen fee in het kader van een overeenkomst van opdracht

In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, staat de vordering van [eiseres in conventie] centraal, die betaling van meerwerk en contractuele uren vordert van [gedaagden in conventie]. De zaak betreft een overeenkomst van opdracht tussen [eiseres in conventie] en [gedaagde in conventie 1], waarbij [eiseres in conventie] werkzaamheden heeft verricht voor een bedrijfstakpensioenfonds. De overeenkomst werd opgezegd door [gedaagde in conventie 1], waarna geschillen ontstonden over de betaling van meerwerk en de contractuele fee tijdens ziekte en vakanties. De rechtbank oordeelt dat [eiseres in conventie] recht heeft op vergoeding van meerwerk voor extra vergaderingen, maar niet voor de contractuele uren tijdens zijn ziekte. De vorderingen in reconventie van [gedaagden in conventie] tot terugbetaling van ontvangen fees worden afgewezen, omdat [verweerder in reconventie] tijdens vakanties nog werkzaamheden heeft verricht. De rechtbank wijst de vorderingen van [eiseres in conventie] gedeeltelijk toe en legt de proceskosten ten laste van [gedaagden in conventie].

Uitspraak

RECHTBANK Zeeland-West-Brabant

Civiel recht
Zittingsplaats Breda
Zaaknummer: C/02/409404 / HA ZA 23-264
Vonnis van 17 januari 2024
in de zaak van
[eiseres in conventie] B.V.,
te [plaats 1] ,
eisende partij in conventie,
verwerende partij in reconventie,
hierna te noemen: [eiseres in conventie] ,
advocaat: mr. J.C. van Haarlem te 'S-Hertogenbosch,
tegen

1.DE BURGERLIJKE MAATSCHAP [gedaagde in conventie 1] ,

te [plaats 2] ,
2.
[gedaagde in conventie 2] B.V.,
te [plaats 2] ,
3.
[gedaagde in conventie 3] B.V.,
te [plaats 3] ,
4.
[gedaagde in conventie 4] B.V.,
te [plaats 4] ,
gedaagde partijen in conventie,
eisende partijen in reconventie,
hierna samen te noemen: [gedaagden in conventie] en afzonderlijk [gedaagde in conventie 1] , [gedaagde in conventie 2] , [gedaagde in conventie 3] en [gedaagde in conventie 4] ,
advocaat: mr. P.J. de Waal te Rotterdam.

1.De procedure

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 12 juli 2023;
  • de conclusie van antwoord in reconventie van [eiseres in conventie] met producties 38 t/m 41;
  • de akte vermindering van eis en overlegging productie 42 van ;
  • de akte overlegging producties 21 en 22 van ;
  • de akte overlegging productie 43 van [eiseres in conventie] ;
  • de mondelinge behandeling van 28 november 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De zaak in het kort

[eiseres in conventie] en [gedaagde in conventie 1] hebben in 2022 een overeenkomst van opdracht gesloten ten behoeve van het verrichten van werkzaamheden door [eiseres in conventie] voor een bedrijfstakpensioenfonds. [gedaagde in conventie 1] heeft in december 2022 de overeenkomst van opdracht met [eiseres in conventie] opgezegd. Tussen partijen is in geschil of [eiseres in conventie] meerwerk heeft verricht en recht heeft op betaling daarvan. Daarnaast is in geschil of [eiseres in conventie] recht heeft op betaling van zijn fee gedurende de periode dat hij - na ziekte - weer gedeeltelijk beschikbaar was voor het uitvoeren van de opdracht. In reconventie vordert [eiseres in reconventie 1] terugbetaling van de uitbetaalde fee die [verweerder in reconventie] heeft ontvangen tijdens vakanties.
Gelet op het feit dat er in het jaar 2022 bijna het dubbele aantal vergaderingen is gehouden dan het aantal vergaderingen waar partijen bij het opstellen van de offerte vanuit zijn gegaan, heeft [eiseres in conventie] recht op vergoeding van meerwerk voor deze extra vergaderingen. Partijen waren het bij aangaan van de overeenkomst eens dat overschrijdingen van het vergaderschema in rekening konden worden gebracht. [eiseres in conventie] heeft geen recht op vergoeding van het meerwerk in het tweede en derde kwartaal voor zover dit ziet op andere werkzaamheden dan de extra vergaderingen. De vordering tot betaling van contractuele uren wordt ook afgewezen nu [eiseres in conventie] niet volledig inzetbaar was en niet is gebleken dat [gedaagde in conventie 1] de overeenkomst met [eiseres in conventie] niet mocht beëindigen zonder een redelijke opzegtermijn in acht te nemen. De vorderingen in reconventie worden eveneens afgewezen. Partijen waren een fee overeengekomen op jaarbasis die maandelijks werd uitbetaald. Het is niet aannemelijk dat [eiseres in conventie] gedurende de looptijd van de overeenkomst geen vakantie zou opnemen en deze uren zijn in eerste instantie ook uitbetaald zonder voorbehoud.

3.De feiten

3.1
Op grond van de niet of onvoldoende weersproken stellingen en de overgelegde producties wordt uitgegaan van de navolgende feiten:
  • De heer [eiseres in conventie] is bestuurder en enig aandeelhouder van [b.v.] (‘ [b.v.] ’). [eiseres in conventie] verleent diensten op het gebied van consultancy, management, research, organisatie, administratie, financiën, personeelsbeleid, informatietechnologie en telecommunicatie, met name op het gebied van pensioenen en verzekeringen.
  • [gedaagde in conventie 1] houdt zich bezig met advisering op het gebied van management en bedrijfsvoering, waarbij interim werkzaamheden worden uitgevoerd bij onder andere pensioenfondsen.
  • [gedaagde in conventie 2] , [gedaagde in conventie 3] en [gedaagde in conventie 4] zijn de maten van [gedaagde in conventie 1] . Bestuurder van [gedaagde in conventie 2] is de heer [naam 1] . [naam 1] was de contactpersoon vanuit [gedaagde in conventie 1] voor [eiseres in conventie] .
  • [gedaagde in conventie 1] heeft met ingang van 1 januari 2022 een overeenkomst inzake bestuursondersteuning gesloten met Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Groothandel in Vlakglas, de Groothandel in Verf, het Glasbewerkings- en het Glazeniersbedrijf (‘het Fonds’). Het Fonds had (extra) bestuursondersteuning nodig vanwege de voorgenomen collectieve waarde-overdracht van de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor Houtverwerkende Industrie en Jachtbouw naar het Fonds.
  • [eiseres in conventie] was van september 2020 tot januari 2022 bestuurder bij de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor Houtverwerkende Industrie en Jachtbouw en werd vanwege zijn kennis en ervaring betrokken.
  • Voorafgaande aan het sluiten van de overeenkomst tussen [gedaagde in conventie 1] en het Fonds heeft [eiseres in conventie] op 30 november 2021 de heer [naam 2] en de heer [naam 3] van het Fonds gemaild, met [naam 1] in cc met het verzoek om aanvullende informatie te verstrekken voor het opstellen van de offerte:
“Om de aangepaste offerte te kunnen verstrekken, ontvangen wij graag:

De Jaarkalender 2022 van Bpf. Vlakglas om het aantal inzeturen van de notulist te begroten

De lijst met de soort en invullingswijze van aanvullende dienstverlening (implementatie en begeleiding van Easy2Meet, monitoren van facturatiestroom e.d.) die jullie zien. “
[naam 2] heeft daarop de jaarkalender toegestuurd.
- Op 6 december 2021 heeft [naam 1] aan [eiseres in conventie] gemaild:
“[…] Ik ben van mening, dat elke overschrijding in rekening gebracht moet worden. Ik heb hier een vast tarief voor opgenomen van 300,-- per overschrijding vergaderingduur (dat is inclusief uitwerking etc.)
Ik wil het vergaderschema 2022 als bijlage opnemen. Dan is het helder waar we over praten. […]”
- Op 6 december 2021 heeft [gedaagde in conventie 1] een offerte uitgebracht aan het Fonds waarbij is opgenomen:
“[…] Indien voor de bovengenoemde en reeds geplande bestuursvergaderingen en BAC-vergaderingen blijkt dat de notuleerinspanning (voor aanwezigheid en uitwerking) de geplande uren in het vergaderschema 2022 overschrijdt dan wordt dit separaat in rekening gebracht. Dit is mede van toepassing op vergaderingen. […]”
- In de overeenkomst die uiteindelijk tussen [gedaagde in conventie 1] en het Fonds is gesloten is – voor zover van belang - bepaald:
“Bestuurssecretaris: De bestuurssecretaris zoals beschreven in artikel 2.3.

2.Uitvoering/verantwoordelijke [gedaagde in conventie 1]

[…]
2.3
[gedaagde in conventie 1] stelt voor de uitvoering van de werkzaamheden een Bestuurssecretaris voor het Fonds ter beschikking. De Bestuurssecretaris vormt samen met de Adviseur en de notulist een vast klantteam voor het Fonds waarbij de Bestuurssecretaris:
a. het eerste aanspreekpunt vormt voor het Fonds met betrekking tot de werkzaamheden die [gedaagde in conventie 1] op grond van de Overeenkomst verricht;
b. de regie voert over alle werkzaamheden die door [gedaagde in conventie 1] op grond van de Overeenkomst worden verricht;
c. de activiteiten van het bestuursteam aanstuurt, laat aansturen of zelf uitvoert.
[…]
5. Vergoeding
5.1
Het Fonds zal de overeengekomen jaarlijkse vaste vergoeding (fixed fee) en de daaraan gerelateerde reistijd zoals in bijlage I is opgenomen betalen.
5.2
Voor de werkzaamheden die niet vallen onder de overeengekomen jaarlijkse vaste vergoeding zal vooraf en voor zover mogelijk aan de hand van een door [gedaagde in conventie 1] op te stellen prijsopgave in overeenstemming tussen partijen een budget worden vastgesteld. Het Fonds zal deze met elkaar overeengekomen en verrichte werkzaamheden betalen.
5.3
Het Fonds zal de in 5.1 genoemde en indien van toepassing, de in 5.2 genoemde vergoeding maandelijks achteraf betalen op basis van een door [gedaagde in conventie 1] verstrekte gespecificeerde factuur. De specificatie van de onder 5.2 genoemde werkzaamheden gaan zo nodig vergezeld van bewijsstukken. […]”
In Bijlage 1 bij de overeenkomst tussen het Fonds en TriV is bepaald:
Vergoeding
De vergoeding als bedoeld in artikel 5.1 behorende bij opdracht zoals beschreven in artikel 2.1 van de Overeenkomst en waarvan de activiteiten nader zijn uitgewerkt in de SLA die is opgenomen als bijlage III bij deze Overeenkomst bestaat uit:

een fixed fee voor de reguliere werkzaamheden voor bestuursondersteuning; en

voor Meerwerk een aanvullende vergoeding, door de bestede uren te vermenigvuldigen met het onderstaande bijbehorende uurtarief.
Fixed fee
[…]
Vanaf 1 april 2022
Het structuur inzetten van de bestuurssecretaris op basis van een fixed fee (maandelijks te factureren) met in totaal een urenplafond tot 40 uren per week. Waaronder een fixed fee voor operationeel juridisch werk tot 4 uur per week.
[….]
Fixed fee per jaar:
€ 260.000,- (voor de eerste 2 jaar) ingaand op 1 april 2022
Het structureel inzetten van een notulist met pensioenkennis voor₁:

Geplande bestuursvergaderingen

Geplande commissievergaderingen BAC
Voor de overige vergaderingen wordt actiepuntenlijst opgesteld.
Overige vergaderingen worden niet genotuleerd, tenzij op verzoek als out of scope werk. Te denken valt aan de zelfstandige vergaderingen van de RvT en/of het VO.
Indien voor de bovengenoemde en reeds geplande bestuursvergaderingen en BAC-vergaderingen blijkt dat de notuleerinspanning (voor aanwezigheid en uitwerking) de geplande uren in het vergaderschema 2022 overschrijdt dan wordt dit separaat in rekening gebracht. Dit is mede van toepassing op extra (overige ) vergaderingen.
Uurtarieven
Voor alle werkzaamheden gelden vanaf 1 januari 2022 de onderstaande uurtarieven, met inachtneming van artikel 5.5 van de Overeenkomst.
Functie
Tarief per uur
Adviseur (Senior jurist / senior actuaris / risico manager)
€ 175
Bestuurssecretaris
€ 125
Notulist
€ 350 per vergader-uur
[…]
Meerwerk
[…]
Van meerwerk is sprake als er werkzaamheden worden opgedragen die buiten de reguliere activiteiten van bestuursondersteuning vallen.

Voor wat wel of niet verstaan wordt onder reguliere activiteiten van bestuursondersteuning, wordt verwezen naar bijlage III “Service Level Agreement […] ”
- In Bijlage III bij de overeenkomst tussen het Fonds en [gedaagde in conventie 1] , de Service Level Agreement is – voor zover relevant – opgenomen:
“1. De reguliere diensten en activiteiten in het kader van bestuursondersteuning die [gedaagde in conventie 1] aan het Fonds levert in het kader van de Overeenkomst (dit betreft de fixed fee werkzaamheden) zijn beschreven in deze onderhavige Service Level Agreement, hierna aan te duiden als “SLA”. Indien in deze SLA sprake is van een separaat verzoek dan valt dit buiten de fixed fee werkzaamheden.”
  • Tussen [gedaagde in conventie 1] en [eiseres in conventie] is vervolgens een overeenkomst van opdracht tot stand gekomen (‘de Overeenkomst’) waarbij is afgesproken dat [eiseres in conventie] uitvoering zou geven aan de functie Bestuurssecretaris zoals overeengekomen in de overeenkomst tussen [gedaagde in conventie 1] en het Fonds. Op 10 maart 2022 is een addendum opgemaakt (‘het Addendum’). De werkzaamheden van [eiseres in conventie] zijn beschreven in de overeenkomst tussen [gedaagde in conventie 1] en het Fonds.
  • Naast [eiseres in conventie] werd [bedrijf] door [gedaagde in conventie 1] bij de uitvoering van de werkzaamheden voor het Fonds betrokken. [bedrijf] is als actuaris met name verantwoordelijk voor de stukken die aangeleverd worden door [eiseres in conventie] . Contactpersoon is [naam 4] .
  • In de Overeenkomst is – voor zover van belang – opgenomen:
“10. Opdrachtnemer stuurt aan opdrachtgever na afloop van elke maand een factuur met daarop de vaste vergoeding zoals bedoeld in bijlage 1 voor de betreffende maand en een specificatie van de gemaakte uren die zien op Meerwerk zoals bedoeld in de Overeenkomst met betrekking tot die maand.
11. Op basis van de onder 10. Bedoelde factuur van Opdrachtnemer, zal Opdrachtgever een factuur sturen naar het Fonds.
12. Opdrachtgever is verplicht binnen 14 dagen nadat het Fonds de factuur zoals bedoeld onder 11. aan Opdrachtgever heeft voldaan, de onder 10. bedoelde factuur aan Opdrachtnemer te voldoen.
13. Opdrachtgever is geen beloning verschuldigd over die periode waarin Opdrachtnemer om welke reden dan ook de overeengekomen werkzaamheden niet kan verrichten.
14. Op de werkzaamheden die Opdrachtnemer voor Opdrachtgever voor het Fonds verricht op grond van deze overeenkomst zijn de algemene voorwaarden van Opdrachtgever van toepassing jegens het Fonds. In de relatie tussen Opdrachtgever en Opdrachtnemer op grond van de onderhavige overeenkomst zijn de algemene voorwaarden van Opdrachtgever van toepassing de als bijlage bij de onderhavige overeenkomst zijn opgenomen, met uitsluiting van de algemene voorwaarden van Opdrachtnemer.”
- In Bijlage 1 bij de Overeenkomst zijn de tariefafspraken opgenomen:

Opdrachtnemer ontvangt de volgende vergoeding voor de werkzaamheden op grond van deze overeenkomst:
Vaste maandelijkse vergoeding
Periode
Vaste vergoeding per maand
Januari 2022
€ 7.333,-
Februari 2022
€ 11.000,-
Maart 2022
€ 14.666,-
Vanaf april 2022, gedurende de duur van de Overeenkomst
1/12e deel van € 205.000,- = € 17.083,- ex BTW per maand
Meerwerk
In geval de Opdrachtnemer meerwerk verricht zoals bedoeld in de Overeenkomst geldt hiervoor een tarief van € 125,- per uur.
Algemeen
Alle genoemde bedragen zijn per 1 januari 2022, exclusief BTW
In Bijlage 2 bij de Overeenkomst zijn de Algemene voorwaarden van [gedaagde in conventie 1] opgenomen. Voor zover relevant is bepaald:
“U kunt uw eventuele vorderings- en verhaalsrechten, zowel uit overeenkomst of op basis van deze voorwaarden als op andere gronden, waaronder doch niet beperkt tot onrechtmatige daad, uitsluitend uitoefenen tegen [gedaagde in conventie 1] en niet tegen bijvoorbeeld maar niet uitsluitend aandeelhouders en bestuurders. Deze voorwaarden, waaronder de beperkingen van aansprakelijkheid is mede bedoeld ten behoeve van al deze personen, die hier dan ook een beroep op kunnen doen.
Alle diensten worden uitsluitend door ons aanvaard en uitgevoerd onder uitsluiting van de toepasselijkheid van de artikelen 7:403 (lid 2), 7:404, 7:407 (lid 2) en 7:409 (lid 2) van het Burgerlijk Wetboek.
[…]
Duur en Beëindiging
[…]
De overeenkomst eindigt bij voltooiing van de diensten, tenzij anders overeengekomen. Elk van de partijen is gerechtigd om een opdracht (tussentijds) te beëindigen met inachtneming van een opzegtermijn van 30 dagen door een schriftelijke mededeling aan de andere partij dan wel een mededeling die schriftelijk wordt bevestigd. Wij dienen betaald te worden voor de tot de datum van de feitelijke beëindiging uitgevoerde werkzaamheden, geleverde diensten en gemaakte kosten. […] ”
In het Addendum van 14 april 2022 is – voor zover relevant - bepaald:
Bijlage 1:Tariefafspraken wordt als volgt gewijzigd:

De tekst onder ‘Meerwerk’wordt als volgt:
In geval de Opdrachtnemer meerwerk verricht zoals bedoeld in de Overeenkomst geldt hiervoor een tarief van € 116,- per uur.

De tekst onder ‘Algemeen’wordt als volgt:
Alle genoemde bedragen zijn per 1 januari 2022, exclusief BTW. Indien de tarieven in de Overeenkomst worden verhoogd op grond van artikel 5 lid 5 van de Overeenkomst dan worden de tarieven zoals opgenomen in deze bijlage 1 van de overeenkomst van opdracht op overeenkomstige wijze verhoogd.”
- Op 1 juni 2022 heeft [eiseres in conventie] aan [naam 1] gestuurd:
“[…]
Ik heb even gekeken naar het oorspronkelijke vergaderschema (cf. overeenkomst) en het huidige vergaderschema (met verleden en toekomstige vergaderingen) en het water stijgt me inmiddels tot aan de lippen met de laatste weken een urenbeslag tot wel 70 uur per week.
Inmiddels heb ik wat deadlines gemist voor rapportages en notulen die voor een eerste kwartaal niet zo fraai zijn maar nu ‘met alle begrip van het bestuur’ bedekt worden met de mantel der liefde. De kwaliteit komt hiermee onder druk te staan.[…]”
Daarnaast heeft [eiseres in conventie] ook het volgende aan [naam 1] gemaild:
“Hoi [naam 1] ,
Even ter illustratie dit was het aantal vergaderingen conform doorgifte van BPFV het tweede kwartaal 2022 (13 vergaderingen).
[…]
En dit is het nu werkelijk geworden … (38 vergaderingen):
[…]
Ik zei tegen [naam 5] dat ik verwacht had dat ik zo’n 35% meer aan vergaderingen had, maar het is dus meer dan het dubbele.
Niet alle vergaderingen hoeven genotuleerd te worden maar haast allemaal wel voorbereid, bijgewoond en met actiepunten opgepakt.”
- Op 8 juni 2022 heeft [naam 1] aan [eiseres in conventie] gestuurd:
“[…] De bijlage bij de factuur gaat er overigens iets anders uitzien
Groen is volgens mij volledig extra en kan in rekening worden gebracht
De rest zit in de FF
Graag aanvullen wat jij extra hebt gedaan. Anders zijn de uren van [naam 5] en een paar uur van [naam 6] per definitie verliesgevend voor ons.
Daarnaast graag een toelichting waarom de uren wel in rekening moeten worden gebracht ivm jouw andere werkzaamheden. […] “
- Op 10 juni stuurt [eiseres in conventie] via Whatsapp aan [naam 1] :
“[…] Zondagochtend zit ik met 4 bestuurders van 9 tot 12 in een Teams. Aangegeven dat ik die uren wel ga schrijven en dat jij nog met een nacalculatie komt. Iedereen is het daarover eens. […]”
Daar werd als volgt op gereageerd door [naam 1] :
“Ok ( maar eigenlijk ook weer niet. Pfff op zondag. Wij hadden een weekendtarief moeten afspreken) […]”
- Op 27 juni 2022 heeft [eiseres in conventie] per e-mail het volgende aan [naam 1] gestuurd:
“Hoi [naam 1] ,
Je urenoverzicht was wat karig.
Ben er vandaag meer dan 6 uur mee bezig geweest maar ik heb nu letterlijk alle uren waarvan ik ze kan terug herleiden naar de extra werkzaamheden uitgeplozen enregel voor regeluitgeschreven.
Ik kom op bijna 150 uren. Zie ingevoegde specificatie en het vergaderschema waarbij de extra vergaderingen van het fonds blauw regels zijn. […]
Kort samengevat (en ook wel zoals ik verwachtte) is het aantal meeruren de laatste 3 maanden substantieel:
[…]

M.b.t. tabblad “Specificatie MM- [gedaagde in conventie 1]
o
Ik kom zelf op maar liefst 118,5 uren (extra werkzaamheden) tegen een tarief van € 125,- (bij [gedaagde in conventie 1] ) breng ik dan € 116,- per uur in rekening i.v.m. de marge 205.000/220.000)
o
Ik kom zelf op maar liefst 4,25 uren (extra notuleren) tegen een tarief van € 350,- per vergaderuur (bij [gedaagde in conventie 1] breng ik dan € 326,- per vergaderuur in rekening i.v.m. de marge 205.000/220.000)
Daarmee kom ik op een meerwerkfactuur van € 15.132,-
Met de werkvoorraad van juli 2022 erbij kom ik (tot nu toe voor juli 2022) op € 1.964,- meerwerk die ik bij [gedaagde in conventie 1] in rekening breng.
o
Naast de standaardbuffer die je over de maanden april, mei en juni hebt voor notuleren BAC en bestuursvergaderingen (3 x € 3.333,-) = € 10.000,- kun je dus extra bij BPFV declareren:

Voor Q2-2022: € 6.219,-

Voor juli 2022: € 1.919,-“
- Op 5 juli 2022 heeft [naam 1] aan [eiseres in conventie] en Van Vliet gestuurd:
“onderwerp: BPFV – april extra uren
Hoi [eiseres in conventie] ,
Zie bijgaand excelsheet. Ik heb aan de hand van de vergaderingskalender (zie foto) een check gemaakt.
Tevens gekeken naar de uren van [naam 5] / [naam 6] .
Geel heb ik toegevoegd aan jouw lijst. […] “
Daarop heeft [eiseres in conventie] op 14 juli 2022 gereageerd:
“Hoi [naam 1] ,
Net even een urencheck gedaan. Het klopt precies.
Om alles door jullie per maand uit te factureren heb ik een subtotaal gemaakt van iedere maand.
De urenregels van [naam 5] voor de maanden mei en juni jl. kun je daar simpelweg voor [gedaagde in conventie 1] tussenvoegen.
Dan kunnen de maandfacturen mei en juni meteen daarna uit en kun je me ze toesturen. Ik boek ze dan meteen in het systeem. […]”
  • Op 13 juli 2022 heeft [eiseres in conventie] een factuur voor het meerwerk in de maand april 2022 gestuurd aan [gedaagde in conventie 1] . De factuur bedraagt € 7.123,27 inclusief btw.
  • Op 14 juli 2022 heeft [eiseres in conventie] een factuur voor het meerwerk in de maand mei 2022 gestuurd aan [gedaagde in conventie 1] . De factuur bedraagt € 6.308,34 inclusief btw.
  • Op 15 juli 2022 heeft [eiseres in conventie] een factuur voor het meerwerk in de maand juni 2022 gestuurd aan [gedaagde in conventie 1] . De factuur bedraagt € 4.877,51 inclusief btw.
  • Op 16 juli 2022 heeft [gedaagde in conventie 1] de factuur aan het Fonds gestuurd voor de extra werkzaamheden voor bestuursondersteuning in de periode maart, april, mei en juni 2022, voor een bedrag van € 40.678,69 inclusief btw.
- Op 26 september 2022 heeft [eiseres in conventie] aan [naam 1] , [naam 7] en [naam 4] gestuurd:
“[…] Nu heb ik (wederom zoals in Q2-2022) de laatste 4 weken stelselmatig tussen de 50 en 55 uur gewerkt, puur om de hoogste prioriteiten te kunnen behandelen.
[…]
Het is ronduit teleurstellend dat de afspraak van morgen weer gecanceled is (meerwerkfactuur en capaciteitsplanning) en weet niet hoe lang ik dit vol houd..
[…]”
- Op 4 november 2022 heeft [eiseres in conventie] aan [naam 1] en [naam 4] gestuurd:
“meerwerkfactuur
[…]
Het fonds heeft in het offertestadium verwachtingen geschept die ze niet waar kan maken. Het handhaven van een fixed-fee contract is niet reëel gezien het hoge aantal extra vergaderingen en alle perikelen tussen fondsorganen.
Ik heb daarom een vergelijkend overzicht voor je ingevoegd en het Vergaderschema 2022. We zitten qua vergaderingen in 2022 bijna op het dubbele aantal. Meetings die toch op zijn minst voorbereid moeten worden en waar telkens actiepunten uit voortvloeien. […]
Vergaderschema offerte ‘21
Werkelijk
Waarvan extra
Januari
2
2
Februari
8
8
Maart
4
9
5
April
5
11
6
Mei
8
17
9
Juni
7
20
13
Juli
1
2
1
Augustus
1
2
1
September
10
24
14
Oktober
4
9
5
November
10
11
1
December
4
8
4
64
123
59
[naam 1] reageert daar als volgt op:
“ [eiseres in conventie]
Dit hebben wij zo niet besproken. “
  • Op 13 november 2022 meldt [eiseres in conventie] zich ziek bij [naam 1] en het Fonds. In een e-mail licht [eiseres in conventie] toe dat hij zich ziek meldt vanwege de hoge werkdruk.
  • Op 8 december 2022 meldt [eiseres in conventie] aan [naam 1] dat hij vanaf vrijdag 16 december 2022 weer beschikbaar is voor 2 dagen per week.
  • Op 9 december 2022 bericht [naam 1] aan [eiseres in conventie] dat hij het niet verstandig vindt als [eiseres in conventie] weer aan het werk gaat.
  • Op 19 december 2022 heeft een bestuursvergadering plaatsgevonden. In de notulen is opgenomen:
“Het bestuur stelt vast niet tevreden te zijn over de dienstverlening zoals die door de bestuurssecretaris is uitgevoerd. De werkzaamheden zijn niet conform de overeengekomen afspraken uitgevoerd. De communicatie loopt met de secretaris stroef. Het bestuur stelt tevens vast dat de overwerkfactuur voor zover het de bestuurssecretaris betreft niet geaccepteerd wordt en dat dit ook niet is afgesproken. Aan de heer [naam 1] wordt verzocht om een creditfactuur voor dat deel op te stellen. […]”
  • Op 23 december 20222 heef [naam 1] aan [eiseres in conventie] bericht dat de overeenkomst tussen het Fonds en [gedaagde in conventie 1] werd beëindigd per 31 december 2022 en dat daarmee het contract tussen [gedaagde in conventie 1] en [eiseres in conventie] tot een einde komt volgens artikel 18 van de overeenkomst.
  • Op 16 februari 2023 heeft [eiseres in conventie] de contractuele uren van 16 december 2023 tot en met 31 december 2022 in rekening gebracht bij [gedaagde in conventie 1] voor 2 dagen per week. De factuur bedraagt € 4.267,52 inclusief btw.
  • Op 17 februari 2023 heeft [eiseres in conventie] de contractuele uren over de maand januari 2023 in rekening gebracht bij [gedaagde in conventie 1] . De factuur bedraagt € 16.310,09 inclusief btw. Daarnaast is ook de factuur voor het meerwerk in het derde en vierde kwartaal van 2022 gestuurd, voor een bedrag van € 11.158,62 inclusief btw.

4.Het geschil

in conventie
4.1
[eiseres in conventie] vordert na vermindering van zijn eis samengevat - veroordeling van tot betaling van:
I. het meerwerk over het tweede kwartaal van 2022 van € 18.309,12, inclusief btw vermeerderd met de wettelijke (handels)rente;
II. het meerwerk over het derde en vierde kwartaal van 2022 van € 11.158,62, inclusief btw vermeerderd met de wettelijke (handels)rente;
III. de contractuele uren over december 2022 ad € 4.267,52, inclusief btw vermeerderd met de wettelijke (handels)rente;
IV. de contractuele uren over januari 2023 ad € 16.310,09, inclusief btw vermeerderd met de wettelijke (handels)rente;
V. de buitengerechtelijke incassokosten vermeerderd met de wettelijke rente;
VI. de kosten van het geding.
4.2
[gedaagden in conventie] voert verweer. [gedaagden in conventie] concludeert tot niet-ontvankelijkheid van [eiseres in conventie] , dan wel tot afwijzing van de vorderingen van [eiseres in conventie] , met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van [eiseres in conventie] in de kosten van deze procedure.
4.3
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.
in reconventie
4.4 -
samengevat - veroordeling van [verweerder in reconventie] tot betaling van de onverschuldigd betaalde fee van € 18.402,25 (inclusief btw) en veroordeling van [verweerder in reconventie] in de proces- en nakosten en de wettelijke rente daarover.
4.5
[verweerder in reconventie] voert verweer. [verweerder in reconventie] concludeert tot niet-ontvankelijkheid van [eiseressen in reconventie] , dan wel tot afwijzing van de vorderingen van [eiseressen in reconventie] , met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van [eiseressen in reconventie] in de proceskosten.
4.6
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

5.De beoordeling

in conventie
Meerwerk
5.1
[eiseres in conventie] vordert betaling van meerwerk door [gedaagden in conventie] voor werkzaamheden die [eiseres in conventie] in het tweede, derde en vierde kwartaal van 2022 heeft verricht. Het door [eiseres in conventie] verrichtte meerwerk bestaat uit het aantal extra vergaderingen die zijn gehouden en de aanvullende agendapunten, waaronder de perikelen met de Raad van Toezicht. Doordat het Fonds die extra vergaderingen heeft ingelast, heeft het Fonds volgens [eiseres in conventie] opdracht gegeven voor het meerwerk. [eiseres in conventie] voert aan dat [gedaagde in conventie 1] jegens hem tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst van opdracht door het meerwerk niet te voldoen terwijl daarover wel afspraken zijn gemaakt in de Overeenkomst en de overeenkomst tussen [gedaagde in conventie 1] en het Fonds. [gedaagde in conventie 1] heeft de verschuldigdheid van het meerwerk over het tweede kwartaal erkend door op 16 juli 2022 de meerwerkfactuur aan het Fonds te sturen. Dat het Fonds niet aan [gedaagde in conventie 1] betaalt regardeert [eiseres in conventie] , aldus [eiseres in conventie] , niet.
5.2
[gedaagden in conventie] betwist het meerwerk aan [eiseres in conventie] verschuldigd te zijn. Er is met het Fonds op geen enkel moment vooraf afstemming geweest over meerwerk en het Fonds heeft ook geen meerwerk aan [eiseres in conventie] opgedragen. De werkzaamheden waarvan [eiseres in conventie] betaling vordert behoren tot de reguliere werkzaamheden van bestuursondersteuning. [gedaagde in conventie 1] heeft in eerste instantie een meerwerkfactuur aan het Fonds gestuurd, omdat [gedaagde in conventie 1] ervan uitging dat het Fonds daarmee had ingestemd, maar dat bleek achteraf niet zo te zijn.
5.3
Tijdens de mondelinge behandeling is komen vast te staan dat [eiseres in conventie] kennis had van de overeenkomst tussen het Fonds en [gedaagde in conventie 1] en dat op verzoek van [eiseres in conventie] de bepalingen inzake meerwerk zijn opgenomen in de overeenkomst tussen [gedaagde in conventie 1] en het Fonds. De rechtbank gaat er daarom vanuit dat de bepalingen die zijn overeengekomen in de overeenkomst tussen [gedaagde in conventie 1] en het Fonds ook te gelden hebben in de rechtsverhouding tussen [gedaagde in conventie 1] en [eiseres in conventie] . Dit leidt ertoe dat alleen meerwerk dat vooraf door het Fonds is opgedragen voor vergoeding in aanmerking komt.
5.4
In bijlage 1 bij de overeenkomst tussen het Fonds en [gedaagde in conventie 1] is bepaald dat een fixed fee uitbetaald wordt voor het structureel inzetten van een bestuurssecretaris met een urenplafond tot 40 uren per week, waaronder operationeel werk tot 4 uur per week. Daarnaast wordt structureel een notulist ingezet. Reeds geplande bestuursvergaderingen en BAC-vergaderingen vallen onder de fixed fee en overige vergaderingen worden extra in rekening gebracht.
5.5
In de offerte die [eiseres in conventie] en [naam 1] aan het Fonds hebben gestuurd, werd uitgegaan van 64 vergaderingen voor 2022. Deze offerte is gebaseerd op de jaarkalender voor 2022 die [naam 2] namens het Fonds op 30 november 2022 aan [eiseres in conventie] heeft gestuurd. In de correspondentie die [eiseres in conventie] en [gedaagde in conventie 1] hebben gevoerd om tot een offerte te komen is door [naam 1] namens [gedaagde in conventie 1] ook aangegeven
“[…] Ik ben van mening, dat elke overschrijding in rekening gebracht moet worden. Ik heb hier een vast tarief voor opgenomen van 300,-- per overschrijding vergaderingduur (dat is inclusief uitwerking etc.) Ik wil het vergaderschema 2022 als bijlage opnemen. Dan is het helder waar we over praten. […]. In de begeleidende e-mail van de offerte heeft [gedaagde in conventie 1] ook aan het Fonds bericht:
“[…] Indien voor de bovengenoemde en reeds geplande bestuursvergaderingen en BAC-vergaderingen blijkt dat de notuleerinspanning (voor aanwezigheid en uitwerking) de geplande uren in het vergaderschema 2022 overschrijdt dan wordt dit separaat in rekening gebracht. Dit is mede van toepassing op vergaderingen. […]”.De rechtbank gaat er dan ook van uit dat 64 vergaderingen tot de reguliere werkzaamheden van bestuursondersteuning behoren.
5.6
Tussen partijen is niet in geschil dat er daarnaast extra vergaderingen hebben plaatsgevonden. Weliswaar heeft [gedaagden in conventie] aangevoerd dat niet is gebleken dat deze vergaderingen niet tot de reguliere werkzaamheden behoorden én dat niet is gebleken dat het Fonds opdracht heeft gegeven, maar dit is onvoldoende gelet op e-mails die zijn uitgewisseld tijdens de totstandkoming van de overeenkomst en de bepalingen die zijn opgenomen in de overeenkomst met het Fonds. Voor het Fonds, [gedaagden in conventie] en [eiseres in conventie] was voldoende duidelijk dat het inlassen van extra vergaderingen die zouden leiden tot het overschrijden van het vergaderschema, zou leiden tot meerwerk. Door het houden van extra vergaderingen is door het Fonds meerwerk opgedragen en artikel 5.2 van de overeenkomst doet daar niet aan af. Dit meerwerk komt voor vergoeding in aanmerking.
5.7
[eiseres in conventie] heeft daarnaast aangevoerd dat het gefactureerde meerwerk bestaat uit extra en aanvullende agendapunten waar meer werkzaamheden voor [eiseres in conventie] uit voortkwamen. Hier heeft [gedaagden in conventie] tegen ingebracht dat deze werkzaamheden tot de reguliere werkzaamheden van [eiseres in conventie] behoorden waar een fixed fee voor was overeengekomen en dat [eiseres in conventie] de werkzaamheden niet naar behoren of in elk geval op een minder efficiënte wijze heeft verricht waardoor hij mogelijk extra werkzaamheden heeft verricht en / of extra uren heeft gemaakt.
5.8
Tussen partijen staat vast dat voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomsten bekend was dat er veel werk op [eiseres in conventie] af kwam vanwege de voorgenomen collectieve waarde-overdracht van het Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor Houtverwerkende Industrie en Jachtbouw naar het Fonds. Het enkel overschrijden van het urenplafond zoals opgenomen in de overeenkomst tussen het Fonds en [gedaagde in conventie 1] levert daarom niet onmiddellijk meerwerk op. Hoewel niet in geschil is dat [eiseres in conventie] meer uren heeft gewerkt dan het urenplafond, is naar het oordeel van de rechtbank niet komen vast te staan dat dit meerwerk betreft. Het had - gelet op de betwisting van [gedaagden in conventie] - op de weg van [eiseres in conventie] gelegen om nader te onderbouwen waaruit het meerwerk concreet bestond, met andere woorden welke agendapunten aanvullend dan wel extra waren en welke extra werkzaamheden dit dan opleverde. Dit heeft [eiseres in conventie] nagelaten. De omstandigheid dat [gedaagde in conventie 1] op 16 juli 2022 een meerwerkfactuur aan het Fonds heeft gestuurd die gelet op de specificatie ook zag op werkzaamheden uitgevoerd door [eiseres in conventie] , leidt niet tot een ander oordeel. [gedaagden in conventie] stelt immers dat zij er vanuit ging dat het meerwerk was geaccordeerd door het Fonds, hetgeen achteraf niet juist bleek te zijn. [eiseres in conventie] heeft onvoldoende onderbouwd dat het meerwerk door het Fonds akkoord is bevonden. Dit klemt temeer nu [eiseres in conventie] ter zitting uitdrukkelijk heeft erkend dat hij op de hoogte was van de afspraken tussen het Fonds en [gedaagde in conventie 1] over het meerwerk.
5.9
[eiseres in conventie] heeft ter zitting gesteld dat er 128 vergaderingen hebben plaatsgevonden maar uit zijn overzicht van 4 november 2022 volgt een aantal van 123 vergaderingen zodat de rechtbank daarvan uit zal gaan. De 4 extra ingeplande vergaderingen in december 2022 komen niet voor vergoeding in aanmerking nu [eiseres in conventie] zich op dat moment al ziek had gemeld en geen werkzaamheden meer heeft verricht. De rechtbank begroot het meerwerk voor een extra vergadering, gelet op de tarieven opgenomen in de Overeenkomst, in redelijkheid op een bedrag van € 300,- per vergadering. Dit betekent dat de rechtbank aan meerwerk in totaal een bedrag van € 16.500,00 (123 vergaderingen -/- 64 geplande vergaderingen -/- 4 vergaderingen in december 2022 x € 300,-) zal toewijzen. Vanaf de dag van dagvaarden, zal de lopende wettelijke handelsrente worden toegewezen zoals in het dictum bepaald. De vorderingen onder I en II zullen voor het overige worden afgewezen.
De contractuele uren
5.1
[eiseres in conventie] vordert onder III en IV betaling van zijn contractuele uren onder aftrek van de ziekteperiode. Vanaf 16 december 2022 tot en met het einde van de Overeenkomst was [eiseres in conventie] beschikbaar voor het uitvoeren van de opdracht. Hij kon zijn verplichtingen niet nakomen gedurende deze periode maar [eiseres in conventie] stelt dat hem daar geen verwijt van kan worden gemaakt. [eiseres in conventie] stelt dat het niet gebruik willen of kunnen maken van zijn diensten niet voor zijn rekening kan komen. [gedaagden in conventie] heeft daar tegenin gebracht dat geen sprake is van een arbeidsovereenkomst en dat uitsluitend tegenover daadwerkelijk verrichte werkzaamheden de verplichting tot betaling van de fixed fee staat. In twee dagen was [eiseres in conventie] niet in staat om uitvoering te geven aan de benodigde werkzaamheden voor het Fonds.
5.11
In de Overeenkomst is bepaald “
13. Opdrachtgever is geen beloning verschuldigd over die periode waarin Opdrachtnemer om welke reden dan ook de overeengekomen werkzaamheden niet kan verrichten.”. [eiseres in conventie] is de Overeenkomst aangegaan op basis van een “fulltime” beschikbaarheid. Op 8 december 2022 heeft [eiseres in conventie] aangeboden om voor twee dagen per week weer aan de slag te gaan, maar [gedaagde in conventie 1] heeft dit aanbod afgeslagen. Partijen zijn aldus geen andersluidende inzetbaarheid of beschikbaarheid overeengekomen, waardoor [eiseres in conventie] geen werkzaamheden voor [gedaagde in conventie 1] heeft verricht. [gedaagde in conventie 1] was ook niet verplicht om [eiseres in conventie] toe te laten tot het uitvoeren van werkzaamheden voor twee dagen per week omdat geen sprake was van een arbeidsovereenkomst en [eiseres in conventie] niet de volledige prestatie kon verrichten. Op grond van artikel 13 van de Overeenkomst is de rechtbank van oordeel dat dan ook geen contractuele fee verschuldigd is voor de periode dat [eiseres in conventie] geen werkzaamheden heeft verricht.
5.12
[eiseres in conventie] heeft daarnaast aangevoerd dat [gedaagde in conventie 1] een redelijke opzegtermijn in acht had moeten nemen. [gedaagden in conventie] heeft daar tegenin gebracht dat de duur van de overeenkomst met [eiseres in conventie] gekoppeld was aan de duur van de overeenkomst met het Fonds. [gedaagde in conventie 1] mocht de overeenkomst met [eiseres in conventie] daarom tussentijds opzeggen.
5.13
Op 23 december 2022 maakt [gedaagde in conventie 1] aan [eiseres in conventie] kenbaar dat de overeenkomst tussen [gedaagde in conventie 1] en het Fonds wordt beëindigd en dat op grond van artikel 18 van de Overeenkomst daarmee ook de Overeenkomst tot een einde komt. De Overeenkomst eindigt per 31 december 2022. Op grond van artikel 7:408 lid 1 BW kan een opdrachtgever te allen tijde de overeenkomst opzeggen. Het stond [gedaagde in conventie 1] dus vrij om de overeenkomst met [eiseres in conventie] eenzijdig op te zeggen. De omstandigheid dat [eiseres in conventie] het niet met deze opzegging eens was, doet daaraan niet af. Niet is gebleken dat sprake is van strijd met de redelijkheid en billijkheid op grond waarvan [eiseres in conventie] nog recht op betaling van de fee zou hebben. De omstandigheid dat de overeenkomst tussen [gedaagde in conventie 1] en het Fonds nog drie maanden heeft doorgelopen doet daar niets aan af. Tijdens de mondelinge behandeling is komen vast te staan dat deze overeenkomst enkel nog drie maanden heeft voortgeduurd voor de overdracht van de opdracht aan de nieuwe opdrachtnemer van het Fonds. Voorgaande betekent dat de opzegging van 23 december 2022, als een rechtsgeldige opzegging kan worden aangemerkt, waarmee de overeenkomst met [eiseres in conventie] per 31 december 2022 is beëindigd. [eiseres in conventie] heeft niet voldaan aan zijn stelplicht dat hij op grond van de redelijkheid en billijkheid nog recht heeft op een fee. Gelet op voorgaande worden de vorderingen onder III en IV afgewezen.
Aansprakelijkheid van de maten van [gedaagde in conventie 1]
5.14
[gedaagden in conventie] heeft aangevoerd dat het [eiseres in conventie] niet is toegestaan om de individuele maten van [gedaagde in conventie 1] in rechte te betrekken omdat aansprakelijkheid van de maten in de algemene voorwaarden van [gedaagde in conventie 1] is uitgesloten. Vorderingsrechten kunnen alleen tegen de maatschap [gedaagde in conventie 1] worden uitgeoefend en niet tegen de individuele aandeelhouders en bestuurders. [eiseres in conventie] heeft daar tegenin gebracht dat de beperking van de aansprakelijkheid uit de algemene voorwaarden alleen ziet op de verhouding van de maatschap waarin deze zelf als opdrachtnemer optreedt. De wettelijke regeling die ziet op de positie van de maatschap als opdrachtgever, zoals 7:407 lid 1 BW stelt is in de voorwaarden niet uitgesloten.
5.15
Het verweer kan [gedaagden in conventie] niet baten nu de overeenkomst tussen [eiseres in conventie] en de maatschap [gedaagde in conventie 1] is gesloten. Een maatschap heeft geen rechtspersoonlijkheid. Wanneer een overeenkomst wordt gesloten met een maatschap zijn daarom de individuele maten jegens de wederpartij persoonlijk aansprakelijk voor de nakoming van de daaruit voortvloeiende verplichtingen van de maatschap. [1] De omstandigheid dat [gedaagde in conventie 1] in haar algemene voorwaarden 7:407 lid 2 BW en 7:404 BW heeft uitgesloten maakt dat niet anders. Artikel 7:407 lid 1 BW is nu juist niet uitgesloten en daarin is bepaald dat wanneer twee of meer personen samen opdracht geven, zij hoofdelijk verbonden zijn tegenover de opdrachtnemer. Voorgaande maakt dat [gedaagde in conventie 1] en haar maten hoofdelijk verbonden zijn tegenover [eiseres in conventie] . Dat betekent dat iedere veroordeelde kan worden gedwongen het hele bedrag te betalen. Als de één (een deel) betaalt, hoeft de ander dat (deel van het) bedrag niet meer te betalen.
Buitengerechtelijke incassokosten
5.16
[eiseres in conventie] vordert vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. Aan de wettelijke eisen voor een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is voldaan. De hoogte van de vordering zal worden getoetst aan het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit). De stelling dat [eiseres in conventie] de dagvaarding doelbewust vier maal heeft laten betekenen terwijl de dagvaarding aan het kantoor van de advocaat van [gedaagden in conventie] kon worden betekend, leidt niet tot een ander oordeel. Dit verweer heeft immers betrekking op de proceskostenveroordeling en is geen reden om de buitengerechtelijke incassokosten te matigen. Voor het overige heeft [gedaagden in conventie] haar stelling dat de buitengerechtelijke incassokosten gematigd moeten worden onvoldoende onderbouwd.
5.17
Uit het voorgaande volgt dat in totaal het volgende bedrag wordt toegewezen:
- hoofdsom
16.500,00
- buitengerechtelijke incassokosten
1.137,40
+
totaal
17.637,40
Proceskosten
5.18
[gedaagden in conventie] is de partij die grotendeels ongelijk krijgt en zij zal daarom hoofdelijk in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van [eiseres in conventie] als volgt vastgesteld:
- kosten van de dagvaarding
331,03
- griffierecht
2.837,00
- salaris advocaat
1.552,00
(2,00 punten × € 776,00)
Totaal
4.720,03
5.19
De rechtbank ziet geen aanleiding om de kosten van de dagvaarding te matigen nu eenmaal sprake is van meerdere gedaagden aan wie de dagvaarding moest worden betekend. Voor de akte van [eiseres in conventie] van 15 november 2023 wordt geen gemachtigdensalaris toegekend nu, zoals ter zitting besproken, deze akte uitsluitend uit proceseconomische overwegingen is toegestaan.
5.2
De nakosten zijn onderdeel van de gevorderde proceskosten. De veroordeling in de nakosten is daarom toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.
in reconventie
5.21
[eiseressen in reconventie] vordert in reconventie terugbetaling van de fees die zij heeft voldaan over periodes waarin [verweerder in reconventie] vakantie genoot. [eiseressen in reconventie] legt aan haar vordering ten grondslag dat zij geen beloning verschuldigd is over periodes waarin [verweerder in reconventie] om welke reden dan ook geen overeengekomen werkzaamheden kan verrichten. [verweerder in reconventie] betwist dat de teruggevorderde fees onverschuldigd zouden zijn betaald. [verweerder in reconventie] en [eiseres in reconventie 1] waren een fixed fee overeengekomen op jaarbasis die werd voldaan in 12 termijnen. Artikel 13 van de Overeenkomst moet zo uitgelegd worden dat alleen geen fee verschuldigd was in geval [verweerder in reconventie] niet in staat was tot arbeid, zoals bij ziekte. Bovendien heeft te gelden dat [verweerder in reconventie] ook tijdens vakanties doorwerkte en minder vakantie dagen heeft opgenomen dan dat [eiseressen in reconventie] stelt.
5.22
Tussen partijen staat vast dat [eiseres in reconventie 1] en [verweerder in reconventie] voorafgaande en bij het sluiten van de Overeenkomst niet hebben besproken hoe zij zouden omgaan met vakanties. Tijdens de mondelinge behandeling heeft [eiseressen in reconventie] erkend dat [verweerder in reconventie] tijdens vakanties nog werkzaamheden uitvoerde, alleen beduidend minder dan gebruikelijk. Partijen waren wel overeengekomen dat het [verweerder in reconventie] vrij stond om zijn taken en werkzaamheden naar eigen inzicht uit te voeren. Daarnaast is de Overeenkomst aangegaan voor bepaalde tijd en voor de duur van de overeenkomst tussen [eiseres in reconventie 1] en het Fonds, twee jaar. De rechtbank is van oordeel dat het bij een overeenkomst van opdracht van twee jaar voor de hand ligt dat een opdrachtnemer vakantie opneemt. Gelet op het feit dat daarnaast de facturen met de maandelijkse fee in eerste instantie ook gewoon zijn voldaan en de fees pas terug werden gevorderd op het moment dat de verhoudingen tussen partijen verslechterden, wijst de rechtbank deze vordering af. Dit was mogelijk anders geweest wanneer was gebleken dat [verweerder in reconventie] een buitensporig aantal dagen vakantie had genoten, maar dat is niet het geval.
5.23
[eiseressen in reconventie] is de partij die ongelijk krijgt en zij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van [verweerder in reconventie] als volgt vastgesteld:
- salaris advocaat
1.196,00
(2,00 punten × € 598,00)
Totaal
1.196,00
5.24
De nakosten zijn onderdeel van de gevorderde proceskosten. De veroordeling in de nakosten is daarom toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.

6.De beslissing

De rechtbank
in conventie
6.1
veroordeelt [gedaagde in conventie 1] , [gedaagde in conventie 2] , [gedaagde in conventie 3] en [gedaagde in conventie 4] hoofdelijk om aan [eiseres in conventie] te betalen een bedrag van € 16.500,00, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW, vanaf 1 mei 2023, tot de dag van volledige betaling,
6.2
veroordeelt [gedaagde in conventie 1] , [gedaagde in conventie 2] , [gedaagde in conventie 3] en [gedaagde in conventie 4] hoofdelijk om aan [eiseres in conventie] te betalen een bedrag van € 1.137,40, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW, vanaf 1 mei 2023 tot de dag van volledige betaling,
6.3
veroordeelt [gedaagde in conventie 1] , [gedaagde in conventie 2] , [gedaagde in conventie 3] en [gedaagde in conventie 4] hoofdelijk in de proceskosten, aan de zijde van [eiseres in conventie] tot dit vonnis vastgesteld op € 4.720,03
6.4
wijst het meer of anders gevorderde af,
in reconventie
6.5
wijst de vorderingen van [eiseres in reconventie 1] , [eiseres in reconventie 2] , [eiseres in reconventie 3] en [eiseres in reconventie 4] af,
6.6
veroordeelt [eiseres in reconventie 1] , [eiseres in reconventie 2] , [eiseres in reconventie 3] en [eiseres in reconventie 4] in de proceskosten, aan de zijde van [verweerder in reconventie] tot dit vonnis vastgesteld op € 1.196,00,
in conventie en in reconventie
6.7
veroordeelt [gedaagde in conventie 1] , [gedaagde in conventie 2] , [gedaagde in conventie 3] en [gedaagde in conventie 4] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op:
- € 271,00 aan salaris advocaat,
- te vermeerderen met € 90,00 aan salaris advocaat en met de explootkosten als [gedaagde in conventie 1] , [gedaagde in conventie 2] , [gedaagde in conventie 3] of [gedaagde in conventie 4] niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden,
6.8
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. Stoof en in het openbaar uitgesproken op 17 januari 2024.