Op 26 juni 2024 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende de machtiging tot uithuisplaatsing van drie minderjarigen, [minderjarige 1], [minderjarige 2] en [minderjarige 3]. De kinderrechter heeft de verzoeken van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond om een machtiging tot uithuisplaatsing voor de duur van vijf maanden toegewezen. De minderjarigen waren eerder onder toezicht gesteld en verbleven in netwerkpleeggezinnen, maar zijn om onvoorziene redenen overgeplaatst naar verschillende crisisplekken. De ouders zijn belast met het ouderlijk gezag en hebben aangegeven te willen werken aan een terugplaatsing van de kinderen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de zorgen over de opvoedsituatie van de kinderen nog steeds aanwezig zijn en dat er behoefte is aan een brede machtiging tot uithuisplaatsing om de kinderen op een geschikte locatie te laten verblijven. De kinderrechter heeft de machtiging verleend tot 2 oktober 2024, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.