ECLI:NL:RBZWB:2024:5094

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
24 juli 2024
Publicatiedatum
24 juli 2024
Zaaknummer
02/423980 KG ZA 24-324
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. De Beer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing vervangende toestemming voor paspoort en vakantie met minderjarigen in kort geding

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 23 juli 2024, heeft de voorzieningenrechter in kort geding een verkort vonnis uitgesproken. De vrouw, eiseres in conventie, heeft een vordering ingediend voor vervangende toestemming om met haar minderjarige kinderen op vakantie te gaan naar Spanje en voor het aanvragen van een nieuw legitimatiebewijs voor een van de kinderen. De man, gedaagde in conventie, heeft de minderjarigen erkend en beide partijen zijn gezamenlijk belast met het ouderlijk gezag. De voorzieningenrechter heeft de zaak met gesloten deuren behandeld, waarbij het belang van de minderjarige en de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van partijen voorop stonden. De vrouw heeft de Raad voor de Kinderbescherming ingeschakeld om advies te geven over het verzoek. De voorzieningenrechter heeft de vorderingen van de vrouw toegewezen, waarbij aan haar toestemming is verleend om de aanvraag voor een legitimatiebewijs voor de minderjarige te doen en om met de kinderen op vakantie te gaan. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de nadere schriftelijke uitwerking van het vonnis zal binnen veertien dagen volgen.

Uitspraak

verkort vonnis

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
zaaknummer / rolnummer: C/02/423980 / KG ZA 24-324
Vonnis in kort geding van 23 juli 2024
in de zaak van
[de vrouw]
wonende te [woonplaats 1] ,
eiseres in conventie,
advocaat: mr. S. Klootwijk te Breda,
tegen
[de man] ,
wonende te [woonplaats 2] ,
gedaagde in conventie,
procederend in persoon,
Partijen zullen hierna de man en de vrouw genoemd worden.
Op grond van het bepaalde in artikel 810 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is in de procedure gekend:
- de Raad voor de Kinderbescherming, regio Zuidwest Nederland, locatie Breda,
hierna te noemen: de Raad, om de rechtbank over het verzoek te adviseren.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties;
- de mondelinge behandeling op 23 juli 2024.
1.2.
De voorzieningenrechter heeft de zaak tijdens de mondelinge behandeling met gesloten deuren behandeld, omdat het belang van de minderjarige en/of de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van partijen dit eiste.
1.3.
Tijdens de mondelinge behandeling zijn verschenen de vrouw, bijgestaan door haar advocaat, en de man. Daarnaast is verschenen een vertegenwoordigster namens de Raad voor de Kinderbescherming, hierna te noemen de Raad, om de voorzieningenrechter over de vorderingen te adviseren.
1.4.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Partijen hebben een geregistreerd partnerschap gehad. Uit het geregistreerd partnerschap is het navolgende thans nog minderjarige kind geboren:
- [minderjarige 1] , geboren op [geboortedag 1] 2018 te [geboorteplaats 1] .
2.2.
De man heeft de minderjarige erkend. Partijen zijn gezamenlijk belast met het ouderlijk gezag over de minderjarige.
2.3.
De man heeft nog één minderjarig kind uit een eerdere relatie over wie partijen ook het gezamenlijk gezag hebben, te weten:
- [minderjarige 2] , geboren op [geboortedag 2] 2016 te [geboorteplaats 2] .
2.4.
Beide minderjarigen hebben hoofdverblijf bij de vrouw.
2.5.
Bij beschikking van 7 december 2023 van deze rechtbank is het geregistreerd partnerschap ontbonden en is het door partijen opgestelde ouderschapsplan aan de beschikking gehecht.

3.De vorderingen en de beoordeling

3.1.
De vrouw vordert in conventie in kort geding, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, onder andere dat:
I. Aan de vrouw vervangende toestemming wordt verleend – ter vervanging van de toestemming van de man- voor een vakantie met [minderjarige 1] en [minderjarige 2] naar [plaats], te Spanje ([camping]) van 29 juli 2024 tot en met 12 augustus 2024.
II. Aan de vrouw vervangende toestemming wordt verleend (op grond van artikel 34 lid 1 en 2 van de Paspoortwet) – ter vervanging van de toestemming van de man -, voor het aanvragen van een nieuwe legitimatiebewijs voor [minderjarige 1] .
3.2.
De voorzieningenrechter heeft op 23 juli 2023 partijen gehoord. In verband met de spoedeisendheid van de zaak zal de voorzieningenrechter een verkort vonnis geven als na te melden in het dictum. De nadere schriftelijke uitwerking van dit verkort vonnis en de beslissing op de nog andere voorliggende vorderingen zal binnen veertien dagen volgen.

4.De beslissing

De voorzieningenrechter
4.1.
verleent aan de vrouw – ter vervanging van de ontbrekende toestemming van de man – toestemming voor de aanvraag voor een legitimatiebwijs voor [minderjarige 1] , geboren op [geboortedag 1] 2018 te Breda;
4.2.
verleent aan de vrouw – ter vervanging van de ontbrekende toestemming van de man – toestemming om met de minderjarigen [minderjarige 1] , geboren op [geboortedag 1] 2018 te [geboorteplaats 1] en [minderjarige 2] , geboren op [geboortedag 2] 2016 te [geboorteplaats 2] in de periode van 29 juli 2024 tot en met 12 augustus 2024 af te reizen naar Spanje;
4.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. De Beer, voorzieningenrechter, en in het openbaar uitgesproken op 23 juli 2024 in tegenwoordigheid van Akkermans-Bruijs, griffier.