Uitspraak
RECHTBANK Zeeland-West-Brabant
1.[eiser 1] ,
[eiser 2],
1.[gedaagde 1] ,
[gedaagde 2],
1.De zaak in het kort
2.De procedure
3.De feiten
”
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, hebben eisers in 2017 een woning gekocht van gedaagden. Na het ontdekken van gebreken aan de woning, hebben partijen in september 2021 een vaststellingsovereenkomst gesloten waarin finale kwijting is overeengekomen. Eisers stellen dat nieuwe gebreken, die na de overeenkomst zijn ontdekt, niet onder de finale kwijting vallen en vorderen schadevergoeding van gedaagden. Gedaagden betwisten de aanwezigheid van gebreken en stellen dat de finale kwijting ook betrekking heeft op de nieuwe gebreken. De rechtbank oordeelt dat de gebreken die eisers na de vaststellingsovereenkomst hebben ontdekt, wel degelijk onder de finale kwijting vallen. De rechtbank wijst de vorderingen van eisers af en veroordeelt hen in de proceskosten van gedaagden, die in totaal € 6.313,00 bedragen. Dit vonnis is uitgesproken op 24 juli 2024.