ECLI:NL:RBZWB:2024:5115

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
24 juli 2024
Publicatiedatum
25 juli 2024
Zaaknummer
11024308 OV VERZ 24-1509 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • mr. Van der Burgt
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om machtiging tot verwerping van een nalatenschap namens een minderjarige

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 24 juli 2024 een beschikking gegeven in een verzoekschrift dat op 22 maart 2024 was ingediend door verzoekster, de wettelijk vertegenwoordiger van een minderjarige. Het verzoek was gericht op het verkrijgen van een machtiging van de kantonrechter om namens de minderjarige een nalatenschap te verwerpen. De minderjarige is geboren op [geboortedag 1] 2023 en de nalatenschap betreft de heer [erflater], die op [datum] 2023 is overleden. Verzoekster heeft gesteld dat de nalatenschap negatief is, maar heeft geen bewijsstukken overgelegd waaruit de baten en lasten van de nalatenschap blijken. De kantonrechter heeft op 3 april 2024 verzocht om deze informatie, maar verzoekster heeft hierop niet gereageerd.

De kantonrechter heeft in zijn beoordeling de belangen van de minderjarige erfgenaam vooropgesteld. Zonder de verzochte informatie kon de kantonrechter niet met zekerheid vaststellen dat de nalatenschap negatief is. Hierdoor kon niet worden uitgesloten dat er na vereffening een positief saldo zou resteren. Het verzoek om machtiging tot verwerping van de nalatenschap is dan ook afgewezen. De kantonrechter heeft bepaald dat verzoekster de nalatenschap namens de minderjarige erfgenaam beneficiair dient te aanvaarden, wat betekent dat zij als vereffenaar zal optreden en de nalatenschap volgens de wet moet worden vereffend. De beschikking is openbaar uitgesproken door mr. Van der Burgt.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Cluster I Civiele kantonzaken
Bergen op Zoom
zaaknummer: 11024308 OV VERZ 24-1509
beschikking van 24 juli 2024 op een verzoek ex artikel 4:193 lid 1 BW
ingediend door:
[verzoekster], wonende te [woonadres] , in de hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger van de hierna te noemen minderjarige, verder te noemen: verzoekster,

1.Het verzoek en de beoordeling

1.1
Ter griffie van deze rechtbank werd op 22 maart 2024 van verzoekster een verzoekschrift ontvangen. Het verzoek strekt ertoe de machtiging van de kantonrechter te verkrijgen om namens
[minderjarige], haar minderjarige kind (geboren op [geboortedag 1] 2023), een nalatenschap te kunnen verwerpen.
1.2
Verzoekster heeft gesteld dat op [datum] 2023 te [plaats] is overleden de heer
[erflater], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag 2] 1946 en laatstelijk gewoond hebbend te [plaats] . Een uittreksel van de overlijdensakte is overgelegd.
1.3
Op grond van artikel 4:193 lid 1 BW heeft een wettelijk vertegenwoordiger van een erfgenaam aan wie een nalatenschap (of een aandeel daarin) toekomt slechts een beperkte keuzemogelijkheid. De wettelijk vertegenwoordiger kan namens de minderjarige niet zuiver aanvaarden en heeft voor verwerping een machtiging van de kantonrechter nodig.
1.4
Bij de beoordeling van het verzoek staan de belangen van de minderjarige erfgenaam voorop. Bij brief van 3 april 2024 is namens de kantonrechter dan ook verzocht om aan te tonen dat de nalatenschap negatief is door middel van schriftelijke bewijsstukken waaruit de baten en de lasten van de nalatenschap blijken. Verzoekster heeft op deze brief niet gereageerd. Ook op de brief van 6 mei 2024 is geen reactie ontvangen. Zonder de verzochte informatie kan de kantonrechter niet met zekerheid zeggen dat de nalatenschap negatief is zodat het niet in het belang is van de minderjarige erfgenaam om de nalatenschap te verwerpen. Op voorhand kan immers niet worden uitgesloten dat na de vereffening een positief saldo zal resteren. Het verzoek zal dan ook worden afgewezen.
1.5
Dit brengt met zich dat verzoekster de nalatenschap namens de minderjarige erfgenaam beneficiair dient te aanvaarden op het moment dat de minderjarige tot de nalatenschap wordt geroepen. In beginsel leidt deze beneficiaire aanvaarding tot de verplichting voor de erfgenamen om de nalatenschap te vereffenen volgens de wet en treedt verzoekster daarbij namens de minderjarige erfgenaam op als vereffenaar. Voor de taken van de vereffenaar verwijst de kantonrechter naar hetgeen is bepaald in boek 4, titel 6, afdeling 3 van het Burgerlijk Wetboek en de ‘Richtlijnen Vereffening nalatenschappen’ die op www.rechtspraak.nl zijn gepubliceerd.

2.De beslissing

De kantonrechter:
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven door mr. Van der Burgt, en in het openbaar uitgesproken op 24 juli 2024.