Uitspraak
1.De procedure
- het proces-verbaal van het op 27 februari 2024 gehouden getuigenverhoor.
2.De nadere beoordeling
2.3 [getuige] heeft verklaard dat hij als adviseur werkzaam is binnen het bedrijf van ZWN, dat hij naar aanleiding van een offerteaanvraag bij [eiser] thuis is geweest om daar de situatie in ogenschouw te nemen en om de gewenste dakkapel in te meten, dat hij met [eiser] heeft besproken hoe deze het werk uitgevoerd wenste te zien en dat hij later, samen met enkele collega’s de plaatsingswerkzaamheden heeft verricht. [getuige] heeft verklaard dat hij bij zijn eerste bezoek aan de familie [eiser] eerst met de heer [eiser] naar de eerste en tweede verdieping van de woning is gegaan om de situatie te bekijken en dat hij daarna met de heer [eiser] naar beneden is gegaan om daar, in aanwezigheid van mevrouw [naam 2] , de wensen ten aanzien van de te gebruiken materialen en indeling van de ramen te bespreken. Ook heeft [getuige] verklaard dat hij altijd tegen klanten zegt dat er per gemeente grote verschillen zijn wat betreft de vraag of voor een bepaalde werkzaamheid wel of geen vergunning noodzakelijk is en dat hij altijd adviseert om contact op te nemen met de gemeente, bijvoorbeeld door te bellen, door een vooroverleg aan te vragen of door een website te bezoeken waar je, na het invullen van je postcode, vrij snel kunt zien of iets vergunningplichtig is.
[getuige] heeft voorts verklaard dat de heer [eiser] hem, toen zij boven waren, heeft gevraagd of er voor de plaatsing van een dakkapel een vergunning nodig was, dat hij toen heeft geantwoord dat dat per gemeente anders kan zijn en dat hij de heer [eiser] erop heeft gewezen dat het van belang zou kunnen zijn wat de buren ervan zouden vinden omdat met het aanbrengen van deze extra dakkapel sprake zou kunnen zijn van inkijk in de achtertuin van de buren.
Het begrip geloofwaardigheid moet daarbij worden onderscheiden van het begrip betrouwbaarheid, met name omdat ook een betrouwbare getuige ongeloofwaardige verklaringen kan afleggen. Een eerlijke en oprechte, betrouwbare getuige kan namelijk onjuiste herinneringen hebben aan wat hij heeft meegemaakt, ook al put hij zelfverzekerd en gedetailleerd uit zijn geheugen. Het kan bijvoorbeeld zijn dat hij zich niet realiseert dat zijn herinnering is gekleurd door later door hem ontvangen informatie. Stelligheid is daardoor geen graadmeter voor de geloofwaardigheid van een verklaring: het is slechts een eigenschap van de getuige zelf. Terughoudendheid is ook op zijn plaats bij de beoordeling van de consistentie van een verklaring: het enkele feit dat een getuige in de loop van het verhoor onderdelen van zijn verklaring wijzigt, maakt de verklaring op zichzelf nog niet ongeloofwaardig. Bovendien moet de mogelijkheid sterk worden gerelativeerd om tijdens het getuigenverhoor op basis van non-verbale communicatie te beoordelen of aan een getuigenverklaring moet worden getwijfeld.
altijdadviseert navraag te doen bij de gemeente is naar het oordeel van de kantonrechter te weinig specifiek. De kantonrechter acht ZWN niet is geslaagd in het te leveren tegenbewijs als bedoeld in overweging 2.1. Het voorshands bewezen geachte feit is dus niet ontzenuwd en dat betekent dat het er in rechte voor moet worden gehouden dat ZWN haar waarschuwingsplicht heeft verzaakt.
* op terugbetaling van het door hem aan ZWN (voor de bovenste dakkapel) betaalde
bedrag van € 15.508,00;
* op vergoeding van het bedrag dat hij ter zake de verwijdering van de bovenste dakkapel
door een andere aannemer heeft betaald, te weten € 5.808,00, inclusief btw, alsmede
* op vergoeding van het bedrag ad € 1.452,00 dat hij aan adviseur [bedrijf] BV heeft
betaald en tegen welke post ZWN geen verweer heeft gevoerd.
Een en ander leidt tot een totaalsom van € 22.768,00.
griffierechten € 693,00
salaris gemachtigde € 1.015,00 (2,5 procespunt à € 406,00)
nakosten € 132,00 (plus de kosten van betekening zoals
vermeld in de beslissing)
Totaal € 1.971,06.
3.De beslissing
€ 22.768,00,