Uitspraak
Woningbouwvereniging Laurentius,
1.De verdere procedure
- de mondelinge behandeling op 28 maart 2024, waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt;
- de spreekaantekeningen van (de gemachtigde van) [huurder] .
2.De feiten
- 36 kilo amfetamine
- 1.531 xtc pillen
- 2 kilo cocaïne
- 2,232 kilo ketamine
- Diverse verpakkingsmaterialen, zoals vacuümzakken
- Een vacuümapparaat.
Uit het politieonderzoek bleek dat vanuit de woning gelegen in het perceel [woonadres] te [plaats] postpakketten met verdovende middelen werden samengesteld en per postpakketdienst verzonden werden.(…)
In november 2021 en juni 2022 werd bij de politie anoniem melding gedaan van handel in verdovende middelen vanuit de woning [woonadres] te [plaats] (…) Op maandag 6 februari 2023 werd waargenomen dat de heer [zoon huurder] wegreed in de Opel Corsa. Omstreeks 12:00 uur werd
3. Onder het kopje aanleiding op p.1 van de rapportage wordt de indruk gewekt dat in december 2022 een onderzoek naar één van de belanghebbenden ( [huurder] en/of [zoon huurder] ) zou plaats hebben gevonden in verband met gekwalificeerde diefstallen. Dit is onjuist, dát onderzoek ziet zeer nadrukkelijk op andere verdachten in het politieonderzoek.
3.De vorderingen en de verweren
4.De beoordeling
Maar die stelling is niet onderbouwd en van die beschuldiging is in deze procedure ook geen (begin van) bewijs gebleken. [huurder] is ook geen verdachte in de strafzaak. Daarom gaat de kantonrechter aan die stelling voorbij.
6 februari 2023 drugs met toebehoren in het door haar gehuurde zijn aangetroffen, vindt de kantonrechter van belang of er eerder al dan niet postpakketten met verdovende middelen zijn samengesteld en per postpakketdienst zijn verzonden vanuit het gehuurde. Dit staat vermeld in de politierapportage van 22 mei 2023 en in beginsel gaat de kantonrechter uit van de juistheid van een bestuurlijke rapportage, zoals de politierapportage van 22 mei 2023. Maar in dit geval heeft [huurder] stellig, consequent en gemotiveerd betwist dat (dit onderdeel van) de politierapportage juist is. De kantonrechter verwijst daarbij naar onderdeel 4.3. van dit vonnis. Omdat dit punt mogelijk van doorslaggevend belang is, zal de kantonrechter [huurder] op grond van artikel 22 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering bevelen om het volledige, ongelakte strafdossier bij akte in het geding te brengen. Na ontvangst en lezing van dit strafdossier zal de kantonrechter verder beslissen.
5.De beslissing
woensdag 5 juni 2024voor het door [huurder] bij akte in het geding brengen van het volledige, ongelakte strafdossier, zoals overwogen in onderdeel 4.5. van dit vonnis, met toezending van een afschrift aan Laurentius;