Op 16 juli 2024 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beschikking gegeven in de zaak van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, geboren in 2023. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling van de minderjarige verlengd voor de duur van een jaar, tot 21 juli 2025. De moeder van de minderjarige vertoont een groei in haar moederschap, maar heeft zonder medeweten van de gecertificeerde instelling (GI) contact met de vader. De ouders worden niet in staat geacht om afspraken over de minderjarige te maken zonder in conflict te raken, gezien hun verleden. De GI heeft verzocht om verlenging van de ondertoezichtstelling, omdat de zorgen over de ontwikkeling van de minderjarige nog steeds aanwezig zijn. De ouders hebben nog steeds contact en de moeder deelt geen informatie over de verblijfplaats van de vader. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ontwikkeling van de minderjarige ernstig wordt bedreigd en dat de ouders niet in staat zijn om deze bedreiging in een vrijwillig kader weg te nemen. De kinderrechter heeft de beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing per direct moet worden gevolgd. De beschikking is mondeling gegeven door mr. Van Leuven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.